Nieuws

ECVJ2011: Joris van Casteren over de reportage

De reportage is de journalistieke oer-vorm, aldus Joris van Casteren tijdens de Eerste Conferentie Verhalende Journalistiek. In een reportage komen interview, achtergrond en observatie bij elkaar. Vooral die observatie is heel belangrijk. Net als het terugwinnen van je naïviteit, nadat je je volgegoten hebt met kennis en indrukken.

Aantekeningen uit de workshop van Joris van Casteren tijdens de ECVJ op 1 april 2011 in Amsterdam.

“De reportage is wat journalistiek in essentie zou moeten zijn. Andere genres zijn bastaard-vormen van deze oer-vorm. De reportage bestaat vooral uit observatie, en verder ook uit interview en achtergrond.”

Ideeën opdoen. “In de tram zet je geen muziek op want je wilt het gesprek van die mensen voor je opvangen. Dat kan je mogelijk op ideeen brengen.”

Krantenknipsels zijn ook een goeie bron. Als je een abonnement op de Koninklijke Bibliotheek neemt voor 15 euro per jaar, tipt Van Casteren, kun je alle kranten in. Dat is veel goedkoper dan het dure Lexis Nexis.

Gereedschap/tips
* “Je blijven verbazen is heel belangrijk, met een soort kinderlijke naïviteit, maar ook heel moeilijk.”

* Je moet je vooraf goed inlezen. “Het mag niet gebeuren dat iemand een onderzoek aanhaalt dat je nog niet gelezen hebt.”

* “Stel je vooraf een doel voor ogen.”

* “Probeer zo snel mogelijk op informeel nivcau met betrokkenen te komen. Mensen moeten zoveel mogelijk op hun gemak zijn. Dat is ook een groot voordeel voor van de bloknote ten opzichte van de televisiecamera, die zichtbaar aanwezig is.”

* “Laat mensen uitspreken. Dat is ook best moeilijk, weet ik zelf. Maar je weet nooit wat iemand nog gaat zeggen. Laat mensen zoveel mogelijk leeglopen. Kijk ze aan, staar niet naar je blocknote.”

* Dan keer je terug met de buit. En dan? “Wat ik altijd doe: minimaal 1 dag alles laten bezinken.”

* “Maak een chronologie. Schrijf het uit als een scenario, de achtergrondinfo houd je apart.”

* “Het reportage-gedeelte is het voertuig, het skelet van het verhaal.”

* “Het is als een hartslaglijn, waarbij je een doorlopend verhaal hebt met daarbinnen punten waarop je je achtergrond kwijt kunt.”

* “Zet in de eerste alinea een lijn uit die spanning opbouwt. Een mooi gebouw verdient een mooie ingang.”

* “Een van de krachtigste wapens is de beschrijving/handeling in de tegenwoordige tijd.” Je laat de lezer erbij zijn.

* “Som niet te veel details op, maar gebruik functionele details. De wet van Tsjechov. Als je een geweer aan de muur beschrijft, moet er ook mee geschoten worden in het verhaal.”

* “Het allermoeilijkste: probeer zoveel mogelijk onbesmet te raken, je naïviteit terug te krijgen. Deskundigen vervuilen je geest met jargon en pr-praatjes.”

* Alles gaat om een goed geschreven verhaal. “Less is more, waak voor de verleiding al je informatie en researchmateriaal in je verhaal te proppen. De theorie van Hemmingway: je verhaal is het topje van de ijsberg die je boven water ziet.” Wat er niet in staat, maar wat er allemaal achter ligt, is de enorme berg onder water die het evenwicht bewaakt en zorgt dat ie niet omvalt.

* Verschillende perspectieven voegen dimensies toe. Van Casteren vertelt over de reportage over de ‘Maastunnelman’. Een man zaaide paniek door te dreigen om de tunnel op te blazen. Terrorisme in Nederland? “Iedereen droop af toen bleek dat het om een verwarde man ging. Dat was het moment dat juist mijn interesse gewekt werd. Ik ben met hem en zijn familie gaan praten. Van zijn advocaat kreeg ik het complete dossier, waarin echt alles stond, tot en met de mannen die de beveilgingscamera’s zaten te bekijken. Dat is fantastisch, als je zoveel verschillende perspectieven voor je verhaal hebt.”

* Gedoe kan ook ontstaan over bijfiguren in een verhaal. Dat heeft hij ervaren bij zijn nieuwste boek, ‘Het zusje van de bruid’. De hoofdpersoon is zijn voormalige geliefde, een meisje met borderline. Figuranten zijn onder meer zijn toenmalige collega’s bij de Groene Amsterdammer. Passages over collega’s zijn hem niet in dank afgenomen. “Daar heb ik me een beetje in vergist. Het ging om haar, ik moest het verhaal kunnen verantwoorden aan  haar. En ja, ik werkte toen bij de Groene, dus dat komt er ook af en toe doorheen. Dat was naïef.” Zou hij het nu anders doen, vraagt iemand in de zaal? “Nee. Misschien het op een of twee puntjes iets anders opgeschreven hebben.”

Opgetekend door Arno Kersten

Gerelateerde artikelen

De VVOJ presenteert op de eerste Regiomiddag in 2025: een podcast die de Vlaamse onderwereld induikt, een succesvolle Vlaams- Nederlandse journalistieke samenwerking, een kersvers Brabants nieuwsplatform en 10 tips voor AI Tools.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk