Jaarboek

Balletje-balletje met dure villa’s

Uit het kadaster en het handelsregister ontstond stukje bij stukje het beeld van vriendjespolitiek in de Maastrichtse bouwwereld.



Door André Lammerse

‘Ritselen met dure bouwkavels’ was in 2003 genomineerd voor de Prijs voor de Dagbladjournalistiek

Mijn eerste puzzelstukje behelsde niet meer dan dat een kadastrale verkoopakte passeert bij een gerenomeerd notariskantoor te Heerlen. Een andere notaris heeft diezelfde akte in een eerder stadium geweigerd. Meer informatie er niet. Alleen nog dat het contract betrekking heeft op grondoverdracht in de dure Maastrichtse nieuwbouwwijk Vroendael.

Het notarisstukje heb ik lange tijd bestudeerd en besnuffeld maar het duurde tot aan de publicatie vooraleer ik het passend kon plaatsen. Want dit verhaal zou een legpuzzel worden, soms bijna letterlijk een legpuzzel. Een ongekende brei aan informatie heb ik op me laten inwerken, in de loop van een half jaar met tussenpozen bijeen vergaard.

Omdat ik deze wereld nauwelijks kende, begon ik aan een korte zelfstudie naar de bouw- en projectontwikkelingswereld. De rol van de overheid/gemeente werd een tweede onderzoeksterrein. En het derde veld was het blootleggen van relaties die bij het toewijzen van schaarse bouwkavels in deze wijk voorrang hadden gekregen ten opzichte van de gewone burger.

Dat blootleggen van relaties is het meest energievretende en tijdrovende onderdeel geworden. Maar ook meteen het spannendst. Vooral toen er via het Kadaster, de Kamer van Koophandel, gemeentelijke stukken, internet, achtergrondinterviews namen tevoorschijn kwamen van politici en ambtenaren die leken te zijn bevoordeeld. De belangen waren niet gering. Het ging om de toewijzing van nieuwbouwvilla’s met een gemiddelde prijs van 450.000 euro.

Mijn onderzoek begon zich al snel te concentreren op een topambtenaar uit Meerssen. Deze man kreeg een voorkeursbehandeling van de projectontwikkelaar, legde beslag op een goed gelegen bouwkavel en verkocht die door met grove winst. De ambtenaar regelde jarenlang de infrastructuur voor verschillende nieuwbouwprojecten in de gemeente Meerssen. En deed daarbij zaken met Grouwels Daelmans, dezelfde projectontwikkelaar die het Maastrichtse Vroendael op poten zette.

Aanvankelijk leek Vroendael een panklaar corruptiedossier met deze topambtenaar uit Meerssen. Immers: waarom zou een projectontwikkelaar een ambtenaar tonnen laten verdienen op een schaars stukje bouwgrond? Een ontwikkelaar doet dat liever zelf. Vanwaar dan deze gunst? Deze vragen hebben me lang beziggehouden totdat ik erachter kwam dat de ambtenaar in kwestie ook had moeten meeloten. Een soort papieren balletje-balletje met loting- en vriendenkavels achteraf had mij op het verkeerde spoor gezet.

Ik weet niet meer hoe ik erachter kwam maar het was een grote tegenslag. Mijn puzzel die ik na maanden bijna leek af te hebben, kon ik weer in zijn geheel afbreken. Het dossier heb ik na overleg met mijn chef nieuwsdienst – mijn brainstormpartner tijdens het onderzoek – twee weken lang geparkeerd. Ik moest even afstand nemen.

Daarna ben ik weer met frisse moed begonnen en koos ik voor een andere invalshoek. Het zou een casestudy worden over de ontwikkeling van een peperdure nieuwbouwwijk. Een wijk met een luchtje omdat de ene partij wel, en de andere partij niet had hoeven meeloten. Ik nam me voor man en paard te zullen noemen om het verhaal zo transparant mogelijk te maken.

Na de voorstudie en vele achtergrondgesprekken met deskundige informanten en bewoners, kwam het moment van confrontatie met de betrokkenen. Dat zijn meestal telefoontjes op het thuisadres geweest of onaangekondigde bezoekjes aan de deur.

Zo ging ik op een doordeweekse avond langs bij de sleutelfiguur in dit verhaal, de heer Hillegers, een puissant rijke oud-directeur van de projectontwikkelaar in kwestie. De bel zat naast een stalen deur met alleen een klein gespiegeld ruitje, een mini-periscoop stak uit de muur. Hillegers liet me binnen in zijn kapitale villa maar veinsde veelvuldig geheugenverlies, ook toen ik de netwerklijst met hem doornam die hij zelf had opgesteld. Weer eenmaal buiten voor de massieve deur, toverde de bouwheer een half opgerookte sigaret uit zijn borstzakje en stak deze op. Hij inhaleerde driftig, was zichtbaar nerveus. Toen ik weer op straat liep, riep hij vanaf zijn bunker op de heuvel: ‘Een journalist krijgt toch ook een gratis abonnementje als hij weg is bij de krant?’ Die heb ik meteen opgeschreven in mijn auto en werd de uitsmijter van mijn verhaal.

In het Vroendael-project was sprake van bevoordeling in de wijze waarop dure vrije sectorkavels werden vergeven. De commerciële regisseur waren Hillegers en zijn vorige werkgever. Dat zij vriendjes uit de onroerend goedwereld een voorkeurspositie gaven, is niet zo verwonderlijk, ofschoon het aardig was om te beschrijven. Verdacht wordt het zodra ambtenaren en politici eenzelfde behandeling krijgen. Waarom zet een projectontwikkelaar een ambtenaar of politicus op de voorkeurslijst als er voor dat kavel honderden andere liefhebbers zijn? Ieder normaal denkend mens kwalificeert dat als verdacht.

Bij de ‘gewone’ bewoners die in Vroendael waren neergestreken bleek het rechtvaardigheidsgevoel behoorlijk gekrenkt door deze gang van zaken. Dat was ook de reden dat vrijwel iedereen – off the record weliswaar – met me wilde spreken. De gemeente werd geacht alles netjes te hebben afgedekt zodat iedere burger evenveel aanspraak kon maken op zo’n kavel. Maar de loting bleek alleen betrekking te hebben op de overgebleven, slechter gelegen stukken grond. Bovendien kon je je hele familie en vriendenkring mobiliseren voor de loting om zo je eigen kansen te vergroten. De ambtenaar in Meerssen was daarin zeer bedreven. Daardoor heeft hij toch nog een mooie rol in het verhaal opgeeist.

Het hoofdverhaal ‘Ritselen met dure bouwkavels’ heb ik in een weekend geschreven. Mijn woonkamer lag toen bezaaid met kadastrale aktes en andere stukken. Ik heb er in opperste concentratie aan gewerkt want ik realiseerde me dat het geringste foutje me een procedure met een advocaat kon opleveren. Dit hoofdverhaal heb ik voorzien van een aparte achtergrond met daarin de rol van de gemeente. Beide verhalen zijn geautoriseerd door de afdeling Grondzaken van Maastricht, waar een week eerder mijn finale, drie uur durende interview heb afgenomen. Ter adstruering van het geritsel had ik tot slot nog een verkoopcasus beschreven onder het veelzeggende kopje ‘Vette winst pakken’.

Het concept is uiteraard door de hoofdredactie bestudeerd en goed bevonden. De adjunct-hoofdredacteur heeft nog even geopperd het door onze huisadvocaat te laten lezen. Daarvoor ontbrak de tijd en gezien de milde toonzetting konden we juridisch weinig problemen verwachten. De feiten moesten kloppen, en die klopten.

Een andere advocaat bleek het stuk wel te hebben gelezen. Het was de raadsman van een van de betrokken ambtenaren. Hij belde me een dag voor publicatie op. Daar schrok ik wel van omdat de bijlage al was voorgedrukt. Zijn client wilde nog eens praten, hem was het stuk op het gemeentehuis onder ogen gekomen. Ik voelde daar niks voor. Gelukkig kwam de raadsman met niets essentieels dat ik misschien over het hoofd had gezien. Wat niet goed was aan die week was dat ik mijn chef nieuwsdienst moest vervangen. Dat betekende dat ik ‘s avonds thuiskwam en nog met ambtenaren en andere bronnen aan de telefoon hing om de laatste losse eindjes aan elkaar te knopen. Op vrijdagavond heb ik nog een opening gefabriceerd om het bijlageverhaal aan te keilen. Met mijn hoofdredacteur is het stuk fijngeslepen en aangescherpt. Pas toen de opening op de pagina stond, verlieten we samen het pand.

Een eindspurt heb ik dat weekend nog ingezet toen ik bij burgemeester Leers om commentaar had gevraagd. Hij complimenteerde mij en tot mijn niet geringe verbazing kondigde hij een diepgaand onderzoek aan door de telefoon. Verbazing omdat hij daar zo snel toe besloten had. Het werd maandag weer de opening krant, met nieuwe ongerijmdheden in Vroendael. De burgemeester van Meerssen heb ik die avond ook nog gebeld; hij besloot de volgende dag tot een onderzoek dat overigens in een broddelwerkje zou uitmonden van de gemeentesecretaris. Dagblad De Limburger (toen nog onze concurrent), de regionale omroep L1, het ANP, de Telegraaf en later Quote pikten het verhaal gretig op. In de dagen daarna bleef commentaar van de betrokken partijen uit. Op vrijdag heb ik Grouwels Daelmans nog eens gebeld. Het werd een lang en intensief interview met de directeur. Hij sprak een mea culpa uit en kondigde nieuwe interne richtlijnen aan. Daar hebben we de volgende dag opnieuw de krant mee geopend.

Ondertussen was de onderzoeker in Maastricht aangezocht in de persoon van bouwprofessor Hans de Jonge van de TU in Delft. Maar zijn opdrachtgever Leers zat met een dilemma. Leers eiste dat het onderzoek snel werd afgerond omdat hij niet wilde dat een ambtenaar en een politicus nog maanden als aangeschoten wild door het leven gingen. Heel begrijpelijk maar tegelijkertijd kwam dat de kwaliteit van het onderzoek niet ten goede. Effectief heeft de man zich niet langer dan een maand met deze zaak kunnen bezighouden. Hij vond dat jammer en had graag meer tijd gekregen, zo vertrouwde hij me na de persconferentie toe. Zijn conclusie niettemin: ambtenaar en politicus hebben weinig verstandig gehandeld maar er was, voor zover De Jonge het had kunnen nagaan, geen sprake van bevoordeling. Ik blijf dat anders zien.

Wel had de notaris volgens De Jonge uiterst dubieus gehandeld; hem was dan misschien geen strafrechtelijk maar wel een moreel verwijt te maken, vond de onderzoeker. Zo waren we weer terug bij het eerste puzzelstukje, de aanleiding tot mijn verhaal. De notaris had in een miljoenenproject meegewerkt aan talloze mistige deals met stromannen. Verder had het kantoor de Algemene Verkoopvoorwaarden van Maastricht aan de laars gelapt. Het is niet niks om dergelijke juridische waarborgen van een gemeente, bedoeld om een eerlijke grondoverdracht te regelen, om zeep te helpen. Maar wie moet daar een oordeel over uitspreken?

Burgemeester Leers kondigde tijdens de persconferentie aan eventueel naar het tuchtcollege voor notarisssen te zullen stappen. ‘Het kan niet zo zijn dat een notaris onze Algemene Verkoopvoorwaarden verhaspelt,’ zei hij letterlijk. Ik heb daar helaas nooit meer iets op gehoord. Ook de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie die aanvankelijk off the record zeer gebrand was op deze zaak nadat ik ze vijf paren aan aktes had gefaxt, sloot plotseling alle deuren. Alleen het tuchtcollege kan het beroepsgeheim van een notaris doorbreken, was het formele commentaar. De zaak zelf aanbrengen lag niet in de competentie van de KNB, aldus de woordvoerder. De handelwijze van het notariskantoor zou ik nog altijd eens getoetst willen zien bij het tuchtcollege. Gewoon om te kijken wat de tuchtnotaris over deze handelwijze zou hebben geoordeeld. Een aantal bewoners in Vroendael die achter de schermen hun gelijk proberen te halen, hebben die proceduregang overigens nog altijd open liggen.

Wat heeft zo’n verhaal dan opgeleverd? Niet veel meer waarschijnlijk dan dat voor iedereen inzichtelijk is gemaakt hoe het er in deze wereld aan toegaat. En waar de relaties en belangen liggen. Daar kan iedereen zijn voordeel mee doen. Ambtelijke afdelingen en gemeentebesturen met name. Dat is gebeurd in Maastricht en Meerssen waar het lotingbeleid is herzien ten gunste van de burger. Een hoogleraar legt op dit moment de laatste hand aan de herziening van het gronduitgiftebeleid in Maastricht. Ook in andere gemeenten hebben op dit terrein interne onderzoeken en beleidswijzigingen plaatsgevonden. Allemaal heel mooi natuurlijk, maar ik realiseer me terdege dat deze praktijken overal in Nederland zullen blijven bestaan.

Tot slot nog de projectontwikkelaar. Heeft die er nog iets van opgestoken? Ongetwijfeld, maar het blijft een merkwaardig bedrijf. De ontwikkelaar nam na de publicaties een woordvoerdster in dienst en die belde een maand na het Maastrichtse onderzoek met de hoofdredactie. Zij wilde samen met de twee topmannen van het concern een evaluatiegesprek op de krant. Wij gingen daarmee akkoord.

Wel een beetje laat dat nababbelen, merkte mijn adjunct-hoofdredacteur aan het begin van de bijeenkomst op. ‘Wij waren een beetje groggy na die publicaties,’ meesmuilde een directeur. De kersverse woordvoerster deelde een paper uit met als aanhef: ‘Vroendael, de affaire die geen affaire bleek’. Het was een halfslachtige poging om het verhaal alsnog onderuit te schoffelen. Mijn hoofdredacteur heeft het gesprek na enkele minuten beeindigd omdat we ons eerst eens op deze verlate opsomming van aantijgingen wilden beraden. Een dag later kwamen we erachter dat het stuk eerder die week naar alle zakenrelaties was gestuurd. Dus achter onze rug om.

Op de uitnodiging van een tweede gesprek is het bedrijf nooit meer ingegaan. De mevrouw in kwestie heeft intussen weer een andere werkgever. Grouwels Daelmans opereert nu weer zonder woordvoerder.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk