Jaarboek

De Afrikaanse revolutie

Onze Wereld, oktober 2002

Door Michiel Hegener i.s.m. redactie Onze Wereld

Donoren en hulporganisaties twijfelen of goede telecommunicatie essentieel is voor de ontwikkeling van Afrika. Intussen veroorzaken e-mail, mobiele telefonie en internet een ware revolutie. Een overzicht van de trends op het gebied van maatschappij, infrastructuur, internationale hulp en de markt.

Nog geen acht jaar na de grote doorbraak van internet in het Westen is de hele wereld ermee doordrenkt – zelfs het armste continent: Afrika.

Wat het Westen in de tijd vóór internet per post, telefoon of fax afhandelde, deed Afrika grotendeels per bus, fietsend of te voet. Daarom zal Internet- en Communicatietechnologie (ICT) het leven in dit continent ingrijpender veranderen dan het deed in het al welvarende westen.

Opvallend genoeg twijfelen donoren over het nut van telecommunicatie in arme landen. ‘Als we een bepaald bedrag kunnen uitgeven en de keus moeten maken tussen een pc en een waterput, wordt het meestal de waterput’, zegt een woordvoerder van een hulporganisatie. Armoedebestrijding heeft prioriteit en de vraag rijst: wat draagt ICT daaraan bij?

Afrika zelf lijkt al een stuk verder. Internetcafés schieten als paddestoelen uit de grond en het aantal Afrikaanse Hotmail- of Yahoo!-adressen groeit explosief. De regering van Rwanda wil het land binnen twintig jaar omvormen tot een informatiemaatschappij. De nieuwe Ghanese regering heeft de ontwikkeling van de ICT-sector als prioriteit aangemerkt. Acht West-Afrikaanse landen zijn sinds mei aangesloten op een onderzeese glasvezelkabel naar Europa en Oost-Azië. En de economie raakt er snel van doordrenkt. De Oost-Afrikaanse safari-industrie drijft op internet voor reclame en boekingen. De Aalsmeerder bloemenhandel importeert vliegtuigen vol snijbloemen uit Oost-Afrika, maar wil alleen nog zaken doen met handelaren die zijn aangesloten op het internet. Volgens Rutger Engelhard, directeur van het ICT-bedrijf Contactivity, is de behoefte aan betaalbare communicatie in Afrika zo sterk dat het weinig uitmaakt wat het Westen ervan zegt. ‘Waarschijnlijk gaat het net als met auto’s: daar hebben donoren en hulporganisaties zich nooit sterk voor gemaakt en die zie je nu toch ook in heel Afrika.’ OnzeWereld onderzoekt de Afrikaanse internetrevolutie – geruislozer maar ingrijpender dan de Westerse.


Telecommunicatie, kun je dat eten?

Hulporganisaties, donoren en internationale instellingen hebben nog steeds moeite om geld voor ontwikkeling in ICT-projecten te steken. ‘Wat hebben arme landen aan telecommunicatie als er geen schoon drinkwater is?’ Langzaam maar zeker draaien ze bij, de Wereldbank voorop.

De Wereldbank besteedt al vele jaren enkele procenten van de leningen en schenkingen aan ICT, in het bijzonder aan infrastructuur, zoals straalzenderverbindingen tussen aangrenzende landen en grondstations voor satellietverbindingen. Verder heeft de Wereldbank zwaar ingezet op liberalisering van telecommarkten in Afrikaanse en andere ontwikkelingslanden. Landen die de telecommonopolies van de staat niet wensten te beëindigen, hoefden niet op leningen te rekenen.

De komst van internet vroeg om nieuw beleid. Daarom startte in 1995 het Informatieprogramma over Ontwikkeling (infoDev), dat beoogt donorgeld aan te wenden voor relatief kleine ICT-projecten waar armen beter van worden, met een hoge voorbeeldfunctie.

Onlangs gaf infoDev nog goedkeuring aan pilotprojecten voor ICT-community access points, ICT-projecten op scholen in Namibië, en internet en draadloze e-mailverbindingen voor de visserijsector in Senegal. Een groot Wereldbank-project is de Afrikaanse Virtuele Universiteit: via satellietverbindingen worden vanuit het Westen cursussen op universitair niveau verzorgd. Dat kan via het Teleac-model, puur eenrichtingsverkeer. Maar meestal is er ook plaatselijk personeel bij betrokken, bijvoorbeeld om schriftelijke tentamens af te nemen. Interactief bestaat ook. Dan kunnen de studenten via de satelliet vragen stellen aan hun docenten in Los Angeles of Parijs, net als bij een echt college.

DOT Force

Ambitieus, maar nog te jong voor veel concrete resultaten, is de Digital Opportunities Task Force (DOT Force), die werd ingesteld bij de G8-bijeenkomst in Okinawa in 2000. Tijdens de tumultueuze G8-top in Genua, vorig jaar, volgde een actieplan en de instelling van een reeks uitvoeringsteams. En die hebben weer gerapporteerd op de G8-top in Kananaskis, Canada, in juni van dit jaar. Veel goede bedoelingen, meer is het nog niet. Maar de overtuiging is er. DOT Force concludeert in een rapport dat ‘ICT, mits verstandig toegepast, enorme mogelijkheden biedt om sociale en economische ongelijkheid te slechten, om plaatselijke welstand te doen ontstaan, en zo bij te dragen aan de ontwikkelingsdoelen van de internationale gemeenschap. […] Door de dramatische verbetering van communicatie en informatie-uitwisseling kunnen sterke sociaal-economische netwerken ontstaan die op hun beurt weer aan ontwikkeling bijdragen.’


Nederland

Daarbij vergeleken steekt het Nederlandse ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking schrik af. Wat Nederland aan ICT-hulp geeft, loopt haast nooit direct via het ministerie. Van de vijf Nederlandse NGO’s die een groot deel van het budget uitgeven (de ‘medefinancieringsorganisaties’) heeft vooral het Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking (Hivos) een centrale plaats gegeven aan ICT. Een voorbeeld is de steun aan het Uganda Debt Network, een netwerk van 66 Ugandese groeperingen die ICT en een informatiecentrum inzetten om meer transparantie te krijgen in overheidsfinanciën, en om iets te doen aan de hoge schuldenlast van het land. Verder krijgt de Wereldbank van Nederland vrij grote bedragen om naar eigen inzicht aan ICT-projecten te besteden. Een deel daarvan komt terecht bij het bovengenoemde infoDev. Nederland heeft ook stevig bijgedragen aan de Development Gateway, een Wereldbankproject dat bedoeld is als dé mondiale portal website voor ontwikkeling. Een ander voorbeeld is het Clean Air Initiative, een internationaal project voor schonere lucht in grote steden, waarbij veel ICT wordt ingezet.

De meest opmerkelijke ICT-uitgave van Ontwikkelingssamenwerking is de financiering van het Internationaal Instituut voor Communicatie in Ontwikkeling (IICD) dat toenmalig minister Pronk in 1995/1996 oprichtte. Eind 2001 trok minister Herfkens 21 miljoen euro uit om het IICD weer vijf jaar te betalen. Het IICD zetelt in Den Haag en heeft ongeveer twintig medewerkers. Lange tijd ontbrak een budget om meer mee te doen dan vergaderen, rapporten schrijven, conferenties beleggen en hier en daar startkapitaal uitdelen. Het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking gaf en geeft geen projectgelden aan het IICD, maar sinds kort doen Groot-Brittannië, Zweden en Zwitserland dat wel. Een deel van hun budget voor ICT in ontwikkelingssamenwerking wordt besteed via en in overleg met het IICD.

Dat is een regelrechte doorbraak voor het IICD, dat een papieren instituut dreigde te worden. In Afrika belegde het de afgelopen jaren rondetafelconferenties in onder meer Ghana, Uganda en Tanzania. Daarbij werden alle binnenlandse partijen die iets met ICT te maken hebben een paar dagen bij elkaar gezet om tot een inventarisatie van wensen, plannen, problemen en prioriteiten te komen. Vervolgens hielp het IICD projectvoorstellen maken en donorgeld of andere financieringsvormen vinden. In Ghana leidde dat tot de inzet van veel ICT bij het agentschap ter bescherming van het milieu en de aansluiting van een paar scholen op internet. Inmiddels is gestart met tien ICT-projecten om boeren via internet nieuwe afzetmogelijkheden te bieden.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk