Tot 16 april kun je nog eigen of andermans werk voordragen voor De Loep, de VVOJ-prijs voor onderzoeksjournalistiek. De inzendingen worden beoordeeld door een achtkoppige jury, die recentelijk flink is vernieuwd. Waar gaan ze op letten, waarmee kun je punten scoren? En wat vinden ze zelf fraaie staaltjes van onderzoeksjournalistiek? Een korte rubriek van vier afleveringen. In deel 2: Alexander Pleijter en Josse Abrahams
Andere afleveringen in ‘Wat ziet De Loep-jury graag?’:
deel 1: Marc Chavannes en Trees Verleyen: “Details en bronnen”
deel 3: Marleen Teugels en Joep Dohmen: “Doorzettingsvermogen en relevantie”
deel 4: Sanne Terlingen en Marnix Koolhaas: “Onthulling en toegankelijkheid”
1. Wat vind je zelf de belangrijkste kwaliteiten van een goede onderzoeksjournalistieke productie, waarmee scoor je wat jou betreft punten?
Alexander Pleijter: Voor mij telt in eerste instantie toch simpelweg vooral het maatschappelijk belang van een onthulling. Matchfixing in het voetbal kan onthullend zijn, maar dat de Nederlandse overheid buitenlandse bedrijven informeert hoe ze de Nederlandse belasting kunnen ontduiken, telt voor mij qua maatschappelijk belang wel een stuk zwaarder. En daarnaast telt voor mij of er bijzondere onderzoekskwaliteiten nodig waren om de onthulling boven tafel te krijgen. Iets waarvan je denkt: wow, dat heeft die onderzoeksjournalist op een knappe manier aangepakt.
Josse Abrahams: Journalistiek die het onverwachte naar boven haalt en die getuigt van eigen opzoekingswerk, niet enkel verwerken van aangeboden materiaal – wat ook waardevolle journalistiek kan zijn – maar nieuw materiaal zoeken, verbanden leggen, aandringen bij de juiste mensen. Kortom, geduld, inzicht en creativiteit.
2. Wat voeg je toe aan de jury, wat breng je met je mee?
Alexander Pleijter: Kennis over de mogelijkheden van digitale journalistiek. Er zijn maar weinig voorbeelden in Nederland van onderzoeksjournalistiek waarbij de mogelijkheden van internet echt goed worden benut. Maar er gebeurt momenteel veel, dus ik verwacht en hoop dat dit jaar de Digitale Loep voor het eerst uitgereikt kan worden aan een goede digitale productie.
Josse Abrahams: Mijn passie voor journalistiek in de brede betekenis. Zelf vijftien jaar journalist geweest en nu als communicator blijven werken met journalisten en media. Kennis van hun productie en de manier waarop ze werken is onontbeerlijk.
3. Van welke onderzoeksjournalistieke productie(s) was je zelf erg onder de indruk de afgelopen jaren?
Alexander Pleijter: Dan noem ik toch de bouwfraude nog maar een keer. Een klassieker onder de journalistieke onthullingen. En als productie wil ik dan het boek Kreukbaar Nederland noemen van Joep Dohmen en Jos Verlaan uit 2003. Vooral omdat zij alle documentatie waar ze hun onderzoek op baseerden destijds op internet publiceerden. Toen een unicum. En nog steeds gebeurt dat veel te weinig.
Josse Abrahams: De zaak Hazodi, Panorama-uitzending van VRT over wanbeheer bij Hasseltse politie. De wantoestanden bij Ryanair (laureaat van vorig jaar). De lekkende opslagtanks bij Odjfell in de Botlek, en eigenlijk heel veel sterke onderzoeksjournalistiek die de afgelopen twee jaar, tijdens mijn jurylidmaatschap, werden ingediend.