Willem Lemmens (1963) is hoogleraar aan het Departement Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen, waar hij ethiek en moderne en hedendaagse wijsbegeerte doceert. Hij publiceerde o.m. over Hume, Spinoza, Taylor, MacIntyre, Walzer en Murdoch en was promotor van het FWO-project ‘religieuze passies en emoties’ (2001-2005). In Kortrijk praat hij op 7 en 8 november over journalistiek en filosofie. Deel 5 in de VVOJ-interviewserie Op weg naar Kortrijk, het gezicht achter de sprekers.
door Rachel Levy
U komt als filosoof naar een congres voor onderzoeksjournalisten. Hoe is het volgens u gesteld met de diepgang – het nadenken over de essentie van zaken – binnen de onderzoeksjournalistiek?
Hoe het algemeen met de diepgang is gesteld kan ik vanuit mijn beperkte ervaring niet zomaar beoordelen. Ik denk dat de onderzoeksjournalist(e) ‘kind van zijn/haar tijd’ is, zoals wij allemaal.
Ik lees soms vol bewondering en respect artikels die duidelijk op veel research zijn gebaseerd. Dat gaat van oorlogsverslaggeving tot financieel-economisch nieuws.
Tegelijkertijd lees of zie ik op televisie oms zaken waarvan ik denk: waarvan probeert deze journalist mij nu te overtuigen? Wat is hier de nieuwswaarde?
Gebrek aan kritische zin en haastwerk komt in deze tijden helaas meer en meer in de academische wereld voor. Het lijkt me ook wel eens het geval in de journalistiek. Hier spelen, vrees ik, ook commerciële motieven.
U houdt zich bezig met de filosofie van religie. Veel journalisten houden zich via maatschappelijke of politieke thematiek regelmatig bezig met religie. Denk de Moslim immigranten in Europa, maar ook de situatie in vele moslim-landen in het Midden-Oosten. Waar zouden journalisten, die zich met deze thema’s bezighouden, meer over moeten weten én lezen om hun eigen thema’s beter te begrijpen?
Geschiedenis, geschiedenis, geschiedenis. Je kunt religie niet begrijpen (ook de christelijke religie niet, overigens) zonder je geschiedenis te kennen. Over de Islam met name, is er nog veel werk (ik spreek hier ook voor mijzelf en de academische wereld in het algemeen).
Daarnaast merk ik een bedroevend tekort aan vertrouwdheid met de psychologie en sociologie van de religie, zeker in Vlaanderen.
Het publieke vertoog in kranten en de visuele media worden nog te veel beheerst door een vrij voorspelbaar anti-religieus vertoog, onder invloed van een positivistisch wereldbeeld. Veelal komen dezelfde experts aan het woord, die soms spreken zonder echt expertise te hebben.
Het is niet omdat je de klassieke Verlichtingsargumenten tegen het Godsgeloof goed onder de knie hebt, dat je bijvoorbeeld met kennis van zaken kunt spreken over de katholieke moraalleer.
Ik stel ook vast in publieke debatten dat zelfs sommige academici in ons geseculariseerd Vlaanderen bijvoorbeeld het verschil tussen protestantisme en katholicisme nauwelijks kunnen plaatsen. Men denkt vaak in clichés. Dat gebeurt ook als het over de Islam gaat.
Onderzoeksjournalisten prediken vaak zowel burgerlijke privacy als maximale transparantie. Dat betekent dat ze zichzelf optimaal beschermen en hun publiek regelmatig waarschuwen om zichzelf in de digitale wereld goed te beveiligen. Anderzijds maken journalisten gretig gebruik van oneigenlijk verkregen (lees: gestolen) informatie, soms enorme databases – denk aan Edward Snowden of Wikileaks. Wat zegt u daar als ethicus over?
Dit is een domein waarnaar ik geen onderzoek gedaan heb. Ik kan daarom alleen in algemene zin antwoorden.
Diefstal is een misdrijf, zoveel is duidelijk, en in principe dus onethisch. Ook is er een ethisch principe dat zegt dat de vrijheid eindigt waar het algemeen welzijn van de samenleving fundamenteel bedreigd wordt.
Ethiek is de kunst om dergelijke algemene principes in concrete omstandigheden toe te passen. Onderzoek, reflectie, afweging van pro’s en cons zijn daarvoor nodig. Goede ethiek is altijd interpretatief – een beetje zoals goede journalistiek.
Het is goed mogelijk dat klokkenluiders het algemeen welzijn van onze democratie dienen door machtsconcentratie en machtsmisbruik aan de kaak te stellen. Dan is het soms geoorloofd in een schemerzone te werken.
Maar soms is het ook gewoon een kwestie van moedig weerstand te bieden tegen de ‘pensée unique’, ook als journalist. Een daverend klokkengeluid is niet noodzakelijk in verhouding tot de echte nieuwswaarde van welbepaalde ‘onthullingen’.
Verhalende journalistiek neemt toe in populariteit. U houdt zich bezig met menselijke emoties. Zijn journalistieke verhalen – waarin, anders dan bij ‘droge’ journalistiek – menselijke emoties hun eigen plek hebben – inderdaad de beste manier om je lezer betrokken te krijgen bij je informatie?
Je hebt redelijke en onredelijke emoties. Ik ben het met David Hume eens dat emoties de bron zijn van onze morele sensibiliteit en zelfs onze persoonlijke identiteit als mens.
Dus een goed journalist moet de emoties van mensen beroeren, bijvoorbeeld door een krachtig verteld verhaal. Natuurlijk moet zo’n verhaal goed geïnformeerd zijn, objectief, ‘waar’ in de volste zin van het woord. Dan gaan emotie en rede samen. Op die manier betrekt men de lezers bij wat er in de wereld gaande is.
Maar er is veel kunde en oordeelsvermogen vereist om de emoties op de juiste manier aan te spreken en effectbejag en louter sentimentalisme te vermijden. Sentimentalisme is een beroep doen op onredelijke emoties: gaande van misplaatst medelijden tot blinde haat of goedkoop cynisme.
Ik denk dat cynisme één van de gevaarlijkste vormen van emotionele beïnvloeding is door de journalistiek. Het wakkert haat en onverdraagzaamheid aan. Velen bezondigen zich er aan, ook in de zogenaamd politiek correcte journalistiek.
Waarover zouden onderzoeksjournalisten meer en/of beter moeten nadenken bij de uitvoering van hun vak?
Het zou aanmatigend zijn hier concrete aanbevelingen te doen. Ik ben te weinig vertrouwd met het metier daarvoor.
Misschien mag ik één aanbeveling doen? Goede journalistiek heeft nood aan een gezonde zin voor weerstand: durf tegendraads te zijn, denk tegen de stroom in.
Er wordt al genoeg in dezelfde richting gezwommen. Ik weet dat dit de slogan van een bekende Vlaamse krant is, en op dit punt hebben ze ondubbelzinnig gelijk!
Lees hier eerdere afleveringen in de serie Op weg naar Kortrijk: het gezicht achter de sprekers.