Titel: Infiltreren in de huizenmarkt
Datum en tijd: zaterdag 28 november, 10:45 uur
Sprekers: Arjan Bruins, Rik Ebbeling en Karel de Zeeuw
Moderator: Arlen Poort
Test: Miro Lucassen
De feiten over de woningmarkt lijken van een afstand bezien nogal elastisch: diverse organisaties presenteren met regelmaat hun informatie over verkopen en markttrends. Wie de cijfers naast elkaar legt, constateert al snel verschillen.
Toch claimen de drie sprekers van het kadaster de leidende positie: de gegevens in de officiële wettelijke registratie stemmen exact overeen met de feitelijke overdracht van vastgoed. Pas wanneer koper en verkoper bij de notaris hun handtekening hebben gezet, is de transactie een feit en direct daarna volgt de inschrijving.
Andere analyses van de huizenmarkt werken met enquêtes of bedrijfsinformatie van makelaars. Die informatie is wel actueel, maar minder accuraat. Wie ze als journalist naast elkaar zet, vergelijkt volgens het Kadaster appels met peren.
Om de twee vruchten dichter bij elkaar te brengen, pleit het Kadaster voor verplichte registratie van voorlopige koopcontracten zoals die bij de makelaar worden ondertekend. Ook zou het Kadaster graag de waardebepalingen van de WOZ toevoegen aan de vastgoedinformatie. Momenteel valt dit cijfer onder het regime van de belastingdienst en daarom geldt de bijbehorende privacybescherming.
De media kunnen niet blind varen op alle informatie in de wettelijk verplichte registratie. Bij het afsluiten van een hypotheek krijgt die een inschrijving, maar tussentijdse aflossingen komen in de Kadastergegevens niet voor. Zelfs geheel afgeloste hypotheken blijven dikwijls gewoon in de registratie staan.
De media ontvangen al jaren een kwartaal- en een maandbericht over de marktontwikkelingen. In de loop van het eerste kwartaal van 2010 verwacht de organisatie beide publicaties te bundelen zodat alle gegevens op maandbasis beschikbaar komen.
Ook zullen de gegevens dan onder te verdelen zijn per provincie en voor de vijf grote steden apart. Verdere uitsplitsing is mogelijk naar kopersprofiel en koopsomklasse. Al dit materiaal verschijnt in de loop van 2010 op de website: www.kadaster.nl/pers
Enkele aanwezigen bij deze panelsessie zien direct mogelijkheden om zelf journalistiek speurwerk te doen in de databestanden achter deze cijfers. Een dergelijke toegang is echter nog niet beschikbaar. Wel kan het Kadaster tegen betaling specifieke vragen beantwoorden en tabellen uit het systeem halen.
De kosten daarvan zijn gebaseerd op commercieel gebruik van de informatie en het Kadaster beseft dat dit tarief voor media een drempel is.
‘Maatwerk voor journalisten wordt mogelijk, maar een van de vragen is of we dan afrekenen per uur of aan de hand van een tarief per verstrekt cijfer. Daar zijn we op aan het studeren’, aldus communicatie-adviseur Bruins.
Wie nu al zelf aan de slag wil, kan wel net als vastgoedprofessionals een abonnement nemen op Mijn Kadaster.
Een journalist vindt de kosten van deze dienst al snel hoog, weet het Kadaster. Daar staat betrouwbaarheid van de gegevens tegenover:
‘Op Funda.nl kunnen de gegevens over appartementen in hetzelfde blok sterk uiteenlopen.’
Eenzelfde kanttekening maakt de organisatie bij Google Maps: goed genoeg om de weg te vinden, maar de kadastrale werkelijkheid van www.vindjeeigenhuis.nl is nauwkeuriger. Het is wel onvermijdelijk dat er vervolgens vragen komen van klanten die de satellietfoto’s van Google over de kadastrale kaart leggen en constateren dat schuttingen, slootjes en wegen niet synchroon lopen.
Het Kadaster beseft dat er in de 21ste eeuw meer klanten zijn dan de gemeenten, de notarissen en de makelaardij. Voor particulieren en journalisten is het daarom mogelijk tegen betaling van € 2,95 actuele informatie over een perceel op te vragen. Zoekvragen op grotere schaal vallen echter onder de zakelijke tarieven. Een speciaal mediatarief is in studie.
Uit het publiek komen enkele vragen over de registratie van beslagen. Die zijn gekoppeld aan een object, dus niet aan een persoon. De gegevens zijn actueel: het Kadaster verwerkt de informatie van de deurwaarder binnen een uur. Er bestaat geen dagelijkse lijst van actuele beslagen, hoewel details daaruit wellicht voor journalisten interessant zouden zijn.
Zakelijk gezien verwacht het Kadaster meer van een signalering aan belanghebbenden bij vastgoedportefeuilles. Zo zou een bank een melding kunnen krijgen wanneer er een beslag wordt gelegd op een van de panden waar een hypotheekrecht op is gevestigd.
Deze informatie moet geverifieerd voordat hij naar buiten gaat en zal dus niet a-la-minute verstrekt worden. Media die belangstelling houden, kunnen een stevige tariefdiscussie tegemoetzien:
‘De meeste beslagen zullen je niet interesseren, maar daar betaal je toch voor.’
De Kadastermedewerkers benadrukken dat zij slechts informatie overbrengen: ‘Interpretaties geven en conclusies trekken is niet aan ons.’
In antwoord op vragen uit het publiek antwoordt Ebbeling dat het Belgische Kadaster over dezelfde informatie beschikt als in Nederland.
Organisatorisch is er een belangrijk verschil: in Nederland staat de registratie van ruimtelijke gegevens voorop, in België is het Kadaster allereerst een instrument om belasting te heffen. De informatieverstrekking aan het publiek en de media is beperkter.
Contact voor de media bij het kadaster: communicatie@kadaster.nl