Wanneer de journalist een gevoelige snaar raakt, slaan overheid en bedrijfsleven tegenwoordig hard terug. Met juridische powerplay proberen ze publicaties te verhinderen, zoals Alexander Nijeboer overkwam bij zijn boek ‘Een man tegen de staat’. Op 10 december 2007 was hij een van de sprekers tijdens het VVOJ Debatcafé.
De VVOJ organiseert geregeld debatcafés, waarin leden elkaar rond een thema ontmoeten. Een overzicht van alle cafés.
Sprekers: Alexander Nijeboer (freelance, ‘Een man tegen de staat’), Weert Schenk (de Volkskrant) en Jens van den Brink (Kennedy Van der Laan)
Moderator: Miro Lucassen
datum: 10 december 2007
verslag: Arno Kersten
Tegen het einde van de bijeenkomst wordt de geldvraag gesteld. Hoeveel hebben alle procedures je nou eigenlijk gekost? In het beste geval, antwoordt Alexander Nijeboer, als de teller in januari stopt: een slordige 25 duizend euro.
Nijeboer was een van de gasten bij het VVOJ Debatcafé over juridische powerplay tegen onderzoeksjournalisten, op maandagavond 10 december in een zaal van de 1eKlas-restauratie op Amsterdam Centraal. De andere sprekers waren Weert Schenk van de Volkskrant en advocaat Jens van den Brink (Kennedy van der Laan).
Nijeboer schreef een boek over defensieklokkenluider Fred Spijkers, ‘Een man tegen de staat’, dat vorig jaar oktober verscheen. De freelance journalist, die als ‘stukjesschrijver en cabaretrecensent’ zijn brood verdiende, stapte aanvankelijk ‘vrij naief’ in het onderzoek, vertelt hij. ‘Wat kan ik eigenlijk nog toevoegen aan wat er al bekend is’, vroeg hij zich af toen hij zich op het onderwerp stortte.
Maar in de zomer van 2005 kreeg hij ’s nachts anonieme dreigtelefoontjes. Nijeboer besloot aangifte te doen bij de politie, ook nadat de dienstdoende agent hem aanvankelijk onthaalde met: ‘Ach meneer, we worden allemaal wel eens bedreigd.’ Het is Nijeboer nooit duidelijk geworden van wie de dreigende taal afkomstig is.
De publicatie van zijn boek ‘Een man tegen de staat’ is Nijeboer op een serie procedures komen te staan. Oud-bewindspersoon Job de Ruiter maakte bezwaar tegen een aantal passages (werd geschikt), een oud-topmilitair spande een kort geding aan om het boek uit de winkel te houden (en verloor die), een bodemprocedure en een hoger beroep, en oud-staatssecretaris Van der Knaap procedeerde met een bodemprocedure tegen de beschuldiging dat hij de Kamer twintig keer onjuist heeft geïnformeerd (geschikt).
De Ruiter was vooraf om weerwoord gevraagd en had inzage aangeboden gekregen, benadrukt Nijeboer, maar die weigerde hij. Tot het boek bijna in de winkel lag en De Ruiter alsnog inzage eiste, via juridische weg. Nijeboer schikte. ‘Ook omdat het om een zijpad in het verhaal ging, het leidde af van waar het boek om ging.’
Let op alle kleine details in je publicatie, raadt media-advocaat Jens van den Brink aan. ‘Pas juist op ogenschijnlijk kleine bijzaken, dingen waar het eigenlijk niet om gaat in je verhaal. Als je nat gaat, is het vaak daarop.’
Niet iedereen die zich met juridische middelen tegen een publicatie verzet valt over één kam te scheren, benadrukt Jens. ‘Iemand kan zich gewoon onheus bejegend voelen, en daarom naar de rechter stappen.’ Ook als hij de kans om weerwoord te geven heeft afgeslagen, toch kan een beschuldigde partij gelijk krijgen van de rechter. ‘Ernstige, persoonlijke beschuldigingen worden door de rechter heel zwaar getoetst’, aldus Van den Brink.
Van den Brink, die media terzijde staat, heeft een aantal tips. ‘Documenteer zoveel mogelijk. Neem gesprekken op.’ Zelfs als je de geïnterviewde niet om toestemming vraagt, leg zoveel mogelijk vast op band. Dat is tegen journalistieke mores, juridisch is de opname dan nog wel van belang. Vraag bij zoveel mogelijk beschuldigde partijen weerwoord. Leg ze de gedetailleerde informatie voor die je hebt verzameld en niet alleen een paar hoofdlijnen. Van den Brink: ‘Bewaar mailtjes, zodat je bijvoorbeeld kunt aantonen op welke punten en concrete beschuldigingen je om weerwoord hebt gevraagd. Daar zijn rechters gevoelig voor.’
De overheid hanteert vormen van intimidatie om verhalen uit de krant te houden, vertelt Weert Schenk. In de Volkskrant schreef hij onder meer over de gangen van Willem Endstra en over subsidiegesjoemel en belangenverstrengeling in de lokale politiek in de Amsterdamse Bijlmer. Voor dat laatste onderzoek, ‘Vestzak, Broekzak’, werd hij genomineerd voor de VVOJ Prijs 2007.
Maar er zijn ook andere vormen van powerplay. De dag voor de publicatie over sjoemelende politici in de Bijlmerpolitiek heeft Volkskrant-hoofdredacteur Broertjes volgens Schenk ‘een middag lang met toenmalig PvdA-voorzitter Van Hulten aan de telefoon gezeten’. ‘Die beweerde dat het stuk niet klopte en wilde het uit de krant houden.’
Met een checklist werd het verhaal voor publicatie opnieuw doorgenomen. ‘Alles was gedekt met documenten, dus er werd besloten om de publicatie door te zetten’, aldus Schenk. Maar, vraagt hij zich terzijde af, hoe zou de hoofdredactie hebben gehandeld als dit voorbeeld zich had afgespeeld niet voor, maar na het recente onderzoek naar de ‘martelprimeur’?
Vooral de freelancer is kwetsbaar, zegt Nijeboer. Als je in dienst bent bij een grote krant, dan word je tenminste gesteund. ‘Als freelancer moet je de kosten zelf betalen.’ En dat terwijl een overheidsambtenaar op kosten van de staat jaren kan doorprocederen, ook al krijgt ‘ie uiteindelijk ongelijk. ‘Dat is het echte schandaal’, aldus een aanwezige.
Overigens ben je in Engeland pas echt de sigaar bij een veroordeling. Geëiste en toegekende bedragen zijn daar vele malen hoger. Van den Brink noemt een voorbeeld waarbij een krant veroordeeld werd voor het plaatsen van foto’s van model Naomi Campbellen een rekening van meer dan een miljoen pond kreeg gepresenteerd.