VVOJ Conferentie Onderzoeksjournalistiek 2006
workshop: De angstreactor
spreker: Kees van den Bosch, redacteur van VPRO Argos en auteur van De angstreactor- Kalkar, het einde van kernenergie?’
moderator: Huub Jaspers, redacteur VPRO Argos
verslag: Ditty Eimers, freelance
Op 17 november verscheen het boek De angstreactor. Hierin beschrijft Kees van den Bosch de geschiedenis van de op een na duurste fabriek ter wereld: de nucleaire opwerkingsfabriek in Kalkar, net over de Nederlands-Duitse grens. Duitsland was hoofdeigenaar, België en Nederland bouwden mee. Tegenwoordig is Kalkar een pretpark.
‘Kroniek van een eeuwige belofte’ luidt de ondertitel van het boek. Aan het begin van de workshop schildert Van den Bosch de torenhoge verwachtingen die wetenschappers en politici in de jaren 70 van de snelle kweekreactor hadden. Ze dachten dat het mogelijk was een perpetuum mobile te creëren: uit het nucleaire afval van de eerste generatie kerncentrales maakte de snelle kweekreactor nieuwe energie. Genoeg energie om het dreigende energietekort in één klap op te lossen. In theorie dan, want in 1991 besloten de elektriciteitsmaatschappijen en de Duitse overheid te stoppen met het project. Kalkar -kosten ruim 3,5 miljard euro- wachtte toen al zes jaar op de bedrijfsvergunning.
Wat was er gebeurd? Ergens midden jaren tachtig is op een geheime bijeenkomst besloten om Kalkar de nek om te draaien, was de hypothese waarmee Kees zijn reconstructie startte. Om daarachter te komen benaderde hij oud-politici die in de jaren 70 en 80 betrokken waren bij Kalkar. Een gouden truc voor onderzoeksjournalisten, volgens Kees. Oud-politici staan ver van de huidige politiek en zijn dol op aandacht: het ideale recept voor loslippigheid. Ex-minister Farthmann van de Duitse deelstaat Noordrijnwestfalen gaf al direct tijdens het eerste telefoongesprek met Kees toe dat het zijn levenswerk was geweest om Kalkar kapot te maken. Ook gaf hij zonder blikken of blozen datum en plaats van de geheime bijeenkomst waar de deelstaatregering had besloten de kweekreactor ‘kaputt zu prüfen’ : door een eindeloze reeks veiligheidstesten zouden de deelnemers er uiteindelijk de brui aan geven. ‘Als we dit hellevuur aansteken, krijgen we het nooit meer uit’, zou Farthmann gezegd hebben. Elke maand dat de kweekreactor in afwachting van de laatste vergunning werd opengehouden kostte de eigenaren 4,5 miljoen euro.
Hoe kon een deelregering een peperduur prestigeproject van de Bondsregering saboteren? ‘Verschillende belangen botsten’, legt Kees uit. De Bondsregering van Kohl was verantwoordelijk voor de energievoorziening. De SPD-regering van Noordrijnwestfalen waakte over gezondheid en veiligheid van haar onderdanen. Openlijk de stekker uit Kalkar trekken kon Noordrijnwestfalen niet. Het project traineren via veiligheidstesten was de enige mogelijkheid. Dat verklaart waarom er nog honderden miljoenen over de balk werden gegooid voordat de fabriek daadwerkelijk werd gesloten. ‘De enige manier om er van af te komen was een guerilla van zes jaar.’
In de notulen van het kabinet was het omstreden besluit uiteraard niet te vinden. Andere oud-ministers die bij het geheime beraad aanwezig waren geweest ontkenden Farthmanns lezing niet, maar wilden die ook niet bevestigen. De tweede bron die Kees nodig had kwam uit onverwachte hoek: de advocaat van Boer Maas uit Kalkar. Maas, de mascotte van het verzet tegen Kalkar, voerde jarenlang processen tegen de exploitanten van de kweekreactor. Toch verkocht hij zijn boerderij in 1985 aan Kalkar. De advocaat van Maas vertrouwde Kees toe dat hij kort daarvoor getipt was door een minister van de deelstaatregering dat Kalkar zou sluiten. De naam van de minister wilde hij niet prijsgeven.
Kees: ‘Ik hoefde maar 1 ding te weten: was het Farthmann geweest of niet?’ De advocaat antwoordde nee. Daarmee had Kees indirect zijn tweede bron: een tweede minster was op de hoogte geweest. De onthulling werpt ook een ander licht op boer Maas. Het verhaal was altijd dat hij zijn heldenrol niet meer volhield. Niks moegestreden; de slimme boer had zijn boerderij op tijd verkocht, zodat hij er nog goed geld voor kon maken.
Een van de grote problemen waar Kees mee worstelde was de enorme hoeveelheid informatie over Kalkar. ‘In antwoord op mijn WOB-verzoek bezorgde het Nederlandse ministerie van Economische Zaken 35 verhuisdozen met dossiers.’ Tientallen Duitsers hebben onderzoek gedaan en er is zelfs een parlementaire enquête gehouden. Kees: ‘Ik had maar acht maanden, alles lezen was onbegonnen werk.’ In plaats van zich te begraven in dossiers besloot hij betrokken van alle kanten- voor- en tegenstanders- te interviewen.
Kees: ‘In de jaren tachtig was ik tegen kernenergie, maar ik heb geprobeerd zo open mogelijk naar Kalkar te kijken.’ Juist daardoor slaagde hij erin nieuwe informatie boven water te halen, denkt hij. Zelf is hij ook wel een beetje verbaasd dat hij zijn Duitse collega’s heeft ingehaald. ‘Door iedereen te spreken kon ik dwarsverbanden leggen, waar anderen niet opkwamen.’Volgens hem richten alle voorgaande publicaties zich of op de tegenstanders of op de voorstanders. Met name de rol van de SPD bleef daardoor onderbelicht: in de ogen van de actievoerders was de SPD de tegenstander die hen met traangas en wapenstok wegjoeg.
Overigens heeft De angstreactor nog weinig publiciteit gekregen in Duitsland. Of dat met bovenstaande te maken heeft, weet Kees niet.
Om zijn boek te kunnen schrijven heeft hij een sabbatical van 8 maanden (‘kan ik iedereen aanraden’) bij de VPRO genomen. Van het Fonds Bijzondere Projecten kreeg hij 10.000 euro subsidie; van Fonds Pascal Decroos 5000. Verder bleef hij de presentatie van Argos doen; dat kostte relatief weinig tijd terwijl verzekeringen voor ziektekosten en sociale premies doorliepen.
Zijn tijd is op, maar met een jaar extra onderzoek zou hij nog vele nieuwe feiten boven water halen, daar is hij van overtuigd. Wellicht ook over zijn tweede hypothese, die hij niet heeft kunnen bewijzen. Die hypothese is dat Duitsland met Kalkar een geheime agenda had: de mogelijkheid om een atoombom te maken.
‘De angstreactor’ is niet alleen een reconstructie van Kalkar, maar ook een casestudy over grote prestigeprojecten. ‘Hoe groter het project, hoe slechter erover is nagedacht ’, stelt Kees. Farthmann had hem verzekerd dat hij altijd al zijn twijfels had gehad over Kalkar. Toch gaf hij jarenlang vergunningen af. Door de euforie over kernfusie en de irrationele wijze van besluitvorming werd Kalkar een trein die doordenderde. Kees: ‘De stemming was: bouw dat ding eerst maar af, dan zien we daarna wel verder’. Hét besluitvormingsmoment over Kalkar heeft hij in geen enkel stuk kunnen vinden: noch in Duitsland, noch in België, noch in Nederland. ‘Waarschijnlijk is dat moment er nooit geweest.’
De parallellen met projecten als JSF en Betuwelijn dringen zich op. Irrationele overwegingen (‘je slaat een modderfiguur als je nee zegt’) en schaamteloos verkeerde voorspellingen over opbrengst en kosten, enz.
Er is kortom nog heel veel te onderzoeken!
De angstreactor is een historische constructie van een project van twintig jaar geleden. Zou het niet nog mooier zijn om een lopend project te tackelen? Kees gelooft er niet in: zolang het project gaande is, is beentje lichten een illusie. ‘Al die projecten worden draken. Als je er één kop afslaat, krijg je er twee bij.’