Titel: Dring door in schimmige grondhandel
Docent: Bram Hulzebosch
Datum: 12 mei 2012, 11:45-12:45 uur
Tekst: Job van der Meer
Bram Hulzebosch begint met het verhaal over Meerstad, een nog nieuw te bouwen wijk buiten de stad Groningen. Voordat bekend is dat daar gebouwd zal gaan worden, koopt Amstelland, een grote projectontwikkelaar, er in 2000 veel grond en boerderijen op.
Bram krijgt een tip. Na langdurig onderzoek blijkt dat er veel mensen veel geld verdienen aan de grondtransacties, met name Jan Schep, een zogenaamde stroman.
Brams verhaal is een voorbeeld van hoe politici, ambtenaren, bouwbedrijven en tussenpersonen samen op een voor de buitenwereld niet zichtbare manier elkaar kunnen bevoordelen. De uiteindelijke huizenkoper, aan het eind van het hele proces, zal dat geld ophoesten door te dure huizenprijzen.
Ook Job van der Meer (tevens auteur van dit artikel, red.) heeft een dergelijk verhaal over Woningstichting St. Joseph in Bemmel (nu Waardwonen in Lingewaard) die grond kocht aan het eind van ABC-constructies. Een aantal ondernemers dreef de prijs op door grond een aantal keer over en weer (en onderling) door te verkopen, soms op dezelfde dag en met winsten van wel 2 miljoen.
De Woningstichting betaalde uiteindelijk de te dure grond met gemeenschapsgeld. Job vond uit dat een woningstichting geen grond mag kopen als de prijs door een ABC-constructie is opgedreven.
Na uitvoerig onderzoek op alle bedrijven en personen die bij de constructies betrokken waren vond Job de ‘missing link’.
De corporatiedirecteur zat in een BV samen met de ondernemer die het meest had verdiend aan de constructies. Althans, de BV stond op naam van de vrouw van de corporatiedirecteur. Er is uiteindelijk door de woningstichting aangifte gedaan van fraude door oud-bestuurders. Dat strafrechterlijk onderzoek loopt nog.
Wat Bram en Job beiden heben gedaan is na een tip gaan zoeken in het Kadaster.
De koopaktes van grond opzoeken waar iets mee mis lijkt, kan zo maar iets opleveren.
Want in een koopakte vind je: de betrokken personen (koper, verkoper, bedrijven). Dat zijn potentiele bronnen of boeven, persoonsgegevens zoals volledige naam, geboortedatum, huwelijkse staat en adres, verbondenheid aan een bedrijf, prijs en tijd (is er dik op verdiend en in hoeveel tijd?).
Andere voorbeelden zijn perceelnummers (die zijn handig als percelen gesplitst zijn en apart doorverkocht), maar vooral ook de vorige koopakte, die dan weer te vinden is bij het kadaster.
De persoonsgegevens kunnen handig zijn. Daarmee kan je makkelijker een persoonsonderzoek beginnen. Met de initialen of volledige voornamen is een persoon bij officiële instanties makkelijker te vinden. Bedrijven zijn weer te vinden bij de Kamer van Koophandel. Aan bedrijven zitten namen van bestuurders, oud-bestuurders en aandeelhouders.
Maar je vindt in uittreksel of jaarrekening ook dochterbedrijven, deelnemende bedrijven, medebestuurders of aandeelhouders. Kans op zomaar een belangrijke link.
In een koopakte vind je nog meer: wat mag er wel en niet met een perceel? bouw, recreatie (bestemming van een pand of ondergrond); Hoe werd het pand ooit gebruikt; Is er vervuilde grond of asbest aanwezig? (geeft de verkoper op dat hij daarvan op de hoogte is? En is hij dat?).
De workshop van Bram en Job is eigenlijk vooral een stimulering om zelf eens een koopakte op te vragen bij het Kadaster of om eens een uittreksel op te vragen van een bedrijf bij de Kamer van Koophandel (het is niet heel duur. Dit soort onderzoeken kosten vooral heel veel tijd).
Weet je eenmaal welke bedrijven, ondernemers en personen via een BV met elkaar verbonden zijn, of weet je welke grond van wie is, dan kan het maar zo zijn dat je verbanden gaat zien en dat je opeens heel anders kijkt naar de regio waarover je verslag doet.