Titel: Historic research
Datum: vrijdag 16 november 2012
Tijd: 15:45-17:00 uur
Sprekers: Ad van Liempt, Paul Huybrechts
Aantal deelnemers: 40
Verslag: Stephanie Caracatsanis
De tweede expertensessie op deze vrijdagnamiddag. Het lokaal zit deze keer afgeladen vol. Maar liefst veertig mensen zoeken een plaatsje om het monument van Nederland, Ad van Liempt te horen spreken.
Het gaat hier over historisch onderzoek. Meteen stelt men de vraag of er eigenlijk een verschil is tussen een journalist en een historicus. Op sommige vlakken doen ze immers hetzelfde werk.
Volgens Ad van Liempt is dat verschil verwaarloosbaar.
“De stelling is dat een goede journalist degelijk op een bijna wetenschappelijke manier met zijn bronnen moet omgaan.
Aan historici anderzijds moet je de eis stellen dat ze de vrucht van hun onderzoek moeten kunnen presenteren in een voor iedereen toegankelijke vorm.”
De methode verschilt volgens van Liempt niet maar de onderwerpkeuzes zijn natuurlijk wel anders.
Het is interessant om te zien hoe de journalisten die zelf toch vaak al jaren in het vak zitten nog steeds nood hebben aan advies.
De tweede spreker tijdens deze sessie moet niet onderdoen voor Ad van Liempt. Paul Huybrechts was in zijn tijd een van de eerste financieel journalisten en schreef een intieme biografie over Hugo Schiltz.
De deelnemers hadden nog een tweede probleem. Goed, je kiest een onderwerp, maar waar haal je de nodige oude informatie vandaan? Bijvoorbeeld waar vind je mogelijk informatie over politiegeweld tegenover burgers in Nederland terug?
Beide sprekers wisten hier het perfecte antwoord op.
“Slijm je weg naar binnen bij een archivaris.”
In archieven is zo ontzettend veel te vinden, maar de belangrijkste factor van heel de operatie is de archivaris. Zij vinden in enkele uren tijd zulke essentiële informatie die je op je eentje nooit zou zijn tegengekomen.
Hun advies, investeer in een goede fles whisky voor je archivaris, en de weg naar slagen zal een stuk makkelijker worden.
Het volgende punt waar veel aandacht aan wordt besteed zijn de fouten waar journalisten zich schuldig aan maken bij een historische constructie.
Volgens Huybrechts is er vaak een gebrek aan respect voor de gebeurde feiten.
Ten eerste zou men meer inzicht moeten hebben in hoe de mens zelf functioneert. Het is ook belangrijk je te kunnen inleven in de tijdsgeest van het moment zelf.
Een half Joodse journalist heeft daar een mooie anekdote over. Toen hij zelf nog een jonge kerel was kwam een boer met hem een praatje doen over een plaatselijk bosje. Het Canadezenbosje. Zo vertelde hij dat hij een voorstander was van de Duitsers in de oorlog, en niet van de Canadezen. De boer wist dat de jongen Joods was en toch zei hij dat. Waarom dan?
Wel de boeren hadden het in die tijd erg moeilijk met de regeling om hun velden te blijven betalen. En de Duitsers maakten aan dat systeem een einde. Zo werd het leven van de boeren een stuk makkelijker.
De moraal van dit verhaal is dat je dus altijd objectief moet blijven en je moet kunnen inleven in gebeurtenissen waar je eigenlijk vooroordelen over hebt.
Een tweede valstrik is ontstaan door het tijdsgebrek dat journalisten van vandaag hebben. Ze moeten snel werk leveren en dat levert een grote druk op.
Ze onderschatten hoe chaotisch de werkelijkheid is en zo kijken zo soms over alles heen wat hun vermeende these zou kunnen bedreigen.
Het algemene afleiden uit het bijzondere, nog zo’n moeilijke. Soms heb je dan plots een maatschappelijke ramp. Waarom ze dit doen is makkelijk, anders heb je geen goede kop voor je krant. En in deze tijd moet je verkopen, verkopen, verkopen. Maar als onderzoeksjournalist wordt het je hier sterk aangeraden om je te behoeden voor deze valstrikken.
We sluiten dan ook af met een citaat waar Ad van Liempt een voorstander van is: “The past is like a foreign country, they do things differently there.”