Titel: VVOJ Jongeren / Young Professionals Debate
Datum: 17 november 2012
Tijd: 14:00-15:15 uur
Sprekers: Sander Heijne (verslaggever Volkskrant), Stefan Vermeulen (journalist bij Quote), Ad van Liempt (juryvoorzitter De Loep) Bas van Sluis (journalist bij Dagblad van het Noorden)
Aantal deelnemers: ongeveer 20
Verslag: Emilie Aussems
De VVOJ aanmoedigingsprijs voor jonge onderzoeksjournalisten blijkt onder jongeren redelijk onbekend. Richt de organisatie zich wel tot de juiste doelgroep? Bestaat er nog wel een toekomst voor jonge onderzoeksjournalisten? Hoe kunnen ze het aantal inzendingen voor de prijs wat er dit jaar bitterweinig waren, weer verhogen en tevens naar een hoger niveau tillen? Niet iedereen was het met elkaar eens over het antwoord op die vragen.
De aanmoedigingsprijs, die bedoeld is om een eerbetoon te geven aan de beste Vlaamse en Nederlandstalige onderzoeksjournalistiek en dat ook te bevorderen, werd dit jaar niet uitgereikt. Er waren slechts acht inzendingen en onder die inzendingen bevond zich niets wat de prijs waardig was. Er zaten mogelijkheden in de stukken, maar er stak er geen enkel met kop en schouders bovenuit omdat die mogelijkheden niet goed genoeg werden uitgewerkt.
Ad van Liempt, voorzitter in de jury, vindt het heel belangrijk dat jonge en onervaren journalisten voldoende kansen moeten krijgen. Hij vindt ervaring best belangrijk maar maakt daarbij ook duidelijk dat jongeren een goede invloed kunnen hebben, al is het maar op onderwerpkeuze. Je moet ze niet per se laten beginnen met al het simpele werk, ze kunnen de ingewikkelde zaken ook best aanpakken, vindt hij.
Bas van Sluis staat daar iets anders tegenover. Hij is van mening dat je eerst naar een raadsvergadering moet gaan. Hij zegt er duidelijk bij dat het niet zo is dat ze geen zware onderwerpen aankunnen maar dat jongeren best gekoppeld moeten worden aan een ervaren journalist die meekijkt over de schouder.
Sander Heijne haalt aan dat er heel veel jonge journalisten op hun redactie zitten waar zij een kans krijgen om zich te bewijzen in hun werk, achteraf wordt er dan beslist of ze al dan niet worden aangenomen. Net zoals Bas vindt hij wel dat oudere collega’s nu eenmaal betere stukken inleveren.
Voor een groot stuk zijn de weinige inzendingen te wijten aan het feit dat het reglement niet goed genoeg is afgebakend, de lat is niet goed genoeg gedefinieerd volgens van Liempt, die zelf in het bestuur zit. De regels houden op dit moment in dat een stuk spraakmakend werd geschreven, toegankelijk is, niet louter een onderzoek van anderen samenvat maar vooral zelf geschreven en onderzocht is.
Iemand die mee aan de discussietafel zit, heeft het reglement mee geschreven en vertelt dat het oorspronkelijke idee was om de beste studenten van op een bepaald onderzoeksterrein naar voren te laten komen. Maar dan zat je met het praktische probleem dat het stuk een half jaar na studie wordt gepubliceerd en op dat moment is hij geen student meer.
Stefan Vermeulen reageert daarop en vraagt zich af wie of wat hij dan wel wil belonen. De persoon die het reglement mee schreef concludeerde dat je moet kijken naar de criteria waaraan het stuk moet voldoen en dan kijk je wie dat het beste heeft gedaan. Hij vindt het logisch dat de beste overall beter is dan de beste van de junioren.
De discussie draait dus al snel uit naar de eventuele oplossing om meer inzendingen te krijgen, en die houdt in om de prijs te laten gelden voor beginnende journalisten, en niet meer voor studenten. Henk zit mee aan tafel en ook binnen het bestuur en haalt duidelijk aan dat die mogelijkheid in overweging zal worden genomen. Het wordt een agendapunt en hij nodigt iedereen dan ook uit om suggesties te doen via mail om aan te geven wat zij willen dat er in het reglement komt.
Iedereen blijft wat bij zijn eigen idee, maar Stefan Vermeulen vat mooi samen waar het eigenlijk om draait… Iedereen weet hoe moeilijk het is om zich te manifesteren als onderzoeksjournalist (te weinig geld, niet genoeg ervaring,…) en toch blijft de interesse groot als we kijken naar al de studenten. Dat is mooi om te zien.