Datum: 20 april 2013
Tijd: 10 uur
Aanwezig: meer dan 60 personen
Spreker: Hans Laroes.
Motto: ‘Onderzoeksjournalistiek is het waard om te bevechten’
Verslag: Lisa Hopman
Hij was net zeventien en wist niet wat hij wilde worden. ‘Iemand zei ‘kan je niet een stukkie schrijven en toen ben ik een stukkie gaan schrijven’.’ Met deze terugblik opent ex-baas van het NOS Journaal Hans Laroes de trainingsdag Lokale Onderzoeksjournalistiek in Hogeschool Utrecht.
Net als de meeste journalisten is hij lokaal begonnen, bij De Stem, voor acht cent per regel. Op heel Walcheren zat één redacteur voor deze krant, Laroes was correspondent. Dat had als voordeel dat hij ‘alles’ mocht doen, bijvoorbeeld naar de gemeenteraads- en commissievergaderingen van Middelburg en Vlissingen.
‘Je werd al snel ondergedompeld in alle verhalen die er toe deden.’ Een ander voordeel: hij kwam zijn bronnen voortdurend tegen en werd op zijn artikelen aangesproken.
Laroes maakt zich zorgen over de huidige crisis in de regionale journalistiek. Door bezuinigingen gaan journalisten niet mee naar gemeenteraadsvergaderingen.
‘Gemeentebesturen, die wel in staat om via pr-machines allerlei persberichten de wereld in te sturen, worden niet meer geconfronteerd met het gezonde wantrouwen waar de journalistiek voor staat.
Een journalist ziet en ruikt wat er gebeurt. Die ziet hoe mensen met elkaar omgaan en ook wat er niet in de raadsstukken komt. Die heeft een geheugen en weet wat er nu gebeurt, te koppelen aan wat er tien jaar geleden gebeurde en heeft aan een woord genoeg om te weten dat ergens een verhaal in zit.’
Laroes herinnert zich nog de dromen die hij had als beginnend journalist. Het was de tijd dat Nixon aftrad vanwege het Watergate-schandaal, onthuld door journalisten. Het zal weinig researchjournalisten lukken om zulke grote verhalen te maken en presidenten te doen aftreden.
Maar kleiner mag ook, bijvoorbeeld op regionaal niveau, vindt Laroes. Eigenlijk gaat het in de onderzoeksjournalistiek om alle verhalen die het waard zijn, uitgezocht te worden, waar tijd en faciliteiten voor nodig zijn, kennis en kunde, waar je langer aan werkt en die iets naar boven brengen wat jij als enige kunt.
Door check, dubbelcheck, verwondering, achter de verhalen zoeken, met bronnen omgaan en niet stilstaan bij het eerste antwoord. ‘Het is het waard om te bevechten’ aldus Laroes.
Hoe anders is de heersende denkwijze bij de media: de voortdurende, soms opgefokte nieuwsvoorziening, de snelheid, het gebrek aan reflectie en checken van berichten. Een beetje tijdsdruk is goed voor de productie’, geeft Laroes toe.
‘Maar journalistiek is geen wedstrijd wie het snelste is. Je identiteit als journalist wordt niet bepaald door de snelheid waarmee je nieuws rondpompt, want dat doet iedereen. Je identiteit wordt bepaald door doen waar je goed in bent: nadenken, je eigen verhalen maken. Dat vergt dat je door je werkgever in staat wordt gesteld en jezelf in staat stelt om te lezen en te kijken wat je allemaal tegenkomt. Dat zijn keuzes die je maakt.’
Door te zoeken naar informatie die er al is, de speld in de hooiberg, maak je verhalen die er nog niet zijn. Die vind je niet op Twitter.
Sociale media kunnen journalisten wel helpen om contact te houden met bijvoorbeeld burgerjournalisten. Maar op Twitter gaat nieuws rond dat al bestaat en journalisten maken over het algemeen nieuws dat er nog niet was.
‘Binnen ons vak begint het crisisdenken te ontstaan. Veel mensen denken: het gaat niet zo verder. Maar juist in tijden van schaarste onderscheidt een medium zich van de rest door ruimte te creëren voor onderzoek. Ik vind dat jullie allemaal in opstand moeten komen en aan je bazen daar ruimte voor moeten eisen’, geeft Laroes zijn publiek mee.