Titel: Onderzoek naar inlichtingendiensten
Datum en tijd: 15 november 2013, 15.45 uur
Sprekers: Kristof Clerix (freelance, MO), Huub Jaspers (VPRO Argos)
Moderator: Coco Gubbels
Aantal deelnemers: ongeveer 30
door Ruben Kooren
De workshop Onderzoek naar inlichtingendiensten bestond uit twee delen. Eerst deed Kristof Clerix zijn verhaal; tijdens het tweede deel kreeg Huub Jaspers het woord. Dit verslag is ook in die volgorde geschreven.
Kristof Clerix is een Belgische journalist voor MO; het Belgische maandblad over internationale actualiteit en globalisering. Clerix is gespecialiseerd in het schrijven over spionage. Hij heeft over dit thema twee boeken geschreven (Vrij spel – Buitenlandse geheime diensten in België en Spionage – Doelwit Brussel). Ook heeft hij zijn eigen website: www.targetbrussels.be.
Clerix’ workshop bestond met name uit het benoemen van zeer bruikbare bronnen. Zelf houdt Clerix al deze bronnen nauwlettend in de gaten. Want, zegt hij, alle informatie is misschien al openbaar, maar als je van alle bronnen een stukje pakt, krijg je een complete puzzel; een nieuw verhaal.
1. Open bronnen
Bij parlementaire vragen verwijst Clerix naar websites van de Kamer & Senaat. Hij adviseert deze websites structureel in de gaten te houden om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen.
Google Newsalert en Talkwalker Alerts gebruikt Clerix ook veel. Dit zijn websites die een bericht sturen zodra er nieuws is over een bepaald onderwerp. Andere bruikbare websites zijn www.kb.nl (Koninklijke Bibliotheek) en www.mediargus.be.
Ook jaarverslagen (bijvoorbeeld van de AIVD of de MIVD), nieuwsbrieven (bijvoorbeeld Statewatch, Fringe Intelligence (aanrader) of Secrecy News) en blogs (bijvoorbeeld die van Matthew Aid (Krebs on Security of Belsec)) bevatten soms een schat aan informatie.
Ook Twitter kan een enorm waardevolle informatiebron zijn, volgens Clerix. Het dagelijks checken van belangrijke Twitteraccounts kan soms verrassende onthullingen opleveren.
Tot slot noemt Clerix als belangrijke open bronnen de websites Amazon.com en uitspraken.rechtspraak.nl.
2. Wobben
Wobben kan volgens Clerix mooie informatie opleveren. Hij noemt drie vaak bruikbare bronnen die gewobt kunnen worden.
– Freedom Of Information Act (bevat informatie van de CIA, FBI, US Army Intelligence and Security Command (INSCOM) en DIA).
– CREST Collection = CIA Records Search Tool (In Maryland staan vier computers boordevol informatie; Clerix geeft als tip om een freelance researcher in te huren die de informatie daar opzoekt).
– National Security Archive = De grootste niet-gouvermentele bibliotheek van gedeclassificeerde documenten.
3. Archieven
Er zijn open archieven (beschikbaar voor de internationale pers) in: Praag, Boedapest, Boekarest, Berlijn, Warschau en Sofia. Het vergaren van informatie uit deze archieven kan erg waardevol zijn, maar houdt rekening met:
– Het krijgen van toegang. Dit is een papieren procedure (kost tijd, maar is zeker haalbaar);
– Het is een logistieke uitdaging; neem daarom de tijd
– Werk met lokale journalisten of academici (kost een beetje). Zij kennen de taal en kunnen de context schetsen; zij denken als iemand die verhalen zoekt.
Zoek bij grote hoeveelheden bronmateriaal eerst naar bekende namen. Ga ook naar archiefconferenties; hier leer je veel over hoe je te werk kunt gaan met (grote hoeveelheden) archiefmateriaal. Vraag ook hulp aan archivarissen. Zij zijn experts als het gaat om archiefmateriaal. Bovendien vinden ze het veelal leuk om met archiefmateriaal bezig te zijn.
Andere bruikbare archieven volgens Clerix:
– NATO (archives.nato.int)
– Europese commissie (ec.europa.eu/historical_archives )
– Diplomatiek archief Buitenlandse Zaken
– Rijksarchief
– Privé- archieven (collega-journalisten uit de jaren ’70 – ’80)
4. Netwerken
Een goed netwerk is ongelofelijk belangrijk voor een goed journalistiek verhaal volgens Clerix. Zijn boodschap: denk niet alleen maar aan individueel succes en de concurrentiestrijd, maar werk samen.
Huub Jaspers werkt voor Argos en is gespecialiseerd in veiligheids- en defensievraagstukken. Tijdens de workshop Onderzoek naar inlichtingendiensten beschreef Jaspers hoe hij te werk ging tijdens de Argos-uitzending over de standrechtelijke executie van elf krijgsgevangenen in Afghanistan.
Clandestien te werk gaan is bij het maken van dit soort uitzendingen essentieel, volgens Jaspers. Hij gaf een aantal tips om op deze manier te werk te gaan:
– Doe nooit alleen onderzoek, maar met meerdere personen;
– geen communicatie per telefoon, internet, sms, etc.;
– zelfs geen communicatie per ouderwetse post;
– geen afspraken op (openbare) plekken met camera’s;
– ook bij eigen aantekeningen: geen namen of andere verwijzingen naar bronnen;
– afspraken maken via contactpersonen en codes;
– niet rechtstreeks per auto naar de bestemming rijden, maar ga deels met het OV;
– geen boekingen via internet of telefoon;
– geen OV-kaart, betaalkaart of andere elektronische passen gebruiken;
– neem je eigen mobiele telefoon niet mee;
– leg verklaringen en anonieme bronnen vast bij een notaris;
– zoek bescherming bij parlementariërs;
– wees niet voorspelbaar.