Een jonge, aanstormende journalist bedenkt een slim computerprogramma om netwerken bloot te leggen. Een doorgewinterde redactie geeft hem steun en ruimte om zijn droom te verwezenlijken: de eerste serieuze poging in België om de machtige zakelijke elite van het land te identificeren.
Daar sta je dan als groentje. Als politiek geëngageerde student had ik mij tijdens mijn studentenjaren vaak op journalistieke paden begeven. Nu was ik afgestudeerd en vastberaden om in de journalistiek te stappen. Het Fonds Pascal Decroos voorzag mij van een werkbeurs om mijn eindverhandeling van de universiteit (De economische component van de Vlaamse Beweging: historische evolutie en hedendaagse elite-netwerking) verder uit te diepen, te up-daten en in een journalistieke vorm te gieten. Ook al had ik de blauwdruk van mijn Belgisch netwerk liggen, het eindresultaat is een gans andere richting opgegaan. Mijn journalistieke entree was meteen een vuurdoop.
Elite is een vies woord in België en Vlaanderen. Niettemin is ze de motor van een maatschappij en verdient ze het om aan analyses onderworpen te worden. België heeft sedert zijn ontstaan een gecontesteerde traditie van hechte netwerking in de haute-finance. Verschillende evoluties hebben ervoor gezorgd dat die netwerking vandaag taant en dat individuele netwerking veel belangrijker wordt voor functioneren van een economie. Het was de aanleiding voor een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar netwerking in de Belgische economische elite. Ook al werd zo’n onderzoek vaak op gegniffel onthaald, toch bleek in interviews dat vooraanstaande ondernemers geen blad voor de mond namen. Ze beaamden de mutaties die in de Belgische economie aan de gang waren. Het bevestigde mij in mijn overtuiging dat ik het bij het rechte eind had door te stellen dat de aloude kliekjesmentaliteit was weggevaagd door rationele, efficiënte en resultaatgebonden netwerken. Toeval of niet, het was een geluk voor het onderzoek om op een scharniermoment de vergelijking te maken tussen een elite van 1999 en 2003. Zowel de mensen, de structuren en de ondernemingen ondergingen de laatste jaren zo’n veranderingen dat het een must was om die paradoxen in kaart te brengen. In Vlaanderen staat dergelijk netwerkonderzoek zelfs nog niet in zijn kinderschoenen, in tegenstelling tot Nederland dat daarin een pioniersrol vervult. Ik ontwikkelde op basis van Nederlandse modellen een Belgische toets van netwerkonderzoek. Ik nam een informaticus onder de arm die een computerprogramma schreef om netwerkers grafisch in kaart te brengen. Een matrixanalyse van tweeduizend bestuurders uit tweehonderd bedrijven is enkel haalbaar met automatisering via een computerprogramma. Het systeem werd zodanig uitgebouwd dat het compatibel is om toekomstige updates in een handomdraai uit te werken. Laat het een begin zijn van netwerkonderzoek in Vlaanderen!
Welke problemen kom je zoal tegen? Lage responsgraad van ondernemerskant, veel fouten in databanken, computercrash, programmeerfouten, personen die op hun uitgesproken woorden terugkomen als ze het in een verwerkte tekst lezen, … . Met andere woorden, klassieke problemen voor een geroutineerd journalist, tandenbijters voor groentjes.
Maar de entourage op de Trends redactie was een grote steun. De hoofdredactie volgde geïnteresseerd de materie op, stelde een begeleider ter beschikking, liet mij drie maanden op de redactie meedraaien om zo snel mogelijk het journalistieke metier in de vingers te krijgen. Aangezien ik alle etappes (onderzoek, interview, verwerking, eindredactie, tekstvorming, lay-out) nauwgezet opvolgde, heb ik enorm veel geleerd. Het is moeilijk om een project onder controle te houden omdat zeer veel mensen inmenging in het proces hebben. Dat vraagt van de maker des te meer engagement om de boodschap overeind te houden.