Andere Tijden, 6 januari 2004
Door Karin van den Born, Rob Bruins Slot, Gerda Jansen Hendriks, Hendrina Praamsma
Na een uitgebreide zoektocht en met de hulp van een aardige archivaris duikelt de redactie van het NPS-programma Andere Tijden een belangrijk document op: de geluidsbanden van de eerste Bilderbergconferentie in 1954. Voor het eerst wordt duidelijk wat zich tijdens de geheimzinnige bijeenkomsten afspeelt. Het Bilderbergezelschap blijkt geen samenzweerderige geheime wereldregering te zijn. De banden geven wel een beeld van de diepe verdeeldheid tussen de Verenigde Staten en Europa in de jaren vijftig. Prins Bernard en andere betrokkenen reageren in de uitzending.
‘Een bron van wederzijdse irritatie en misverstand is het begrip neutraliteit. De extreme opvatting, in de Verenigde Staten helaas behoorlijk luid en invloedrijk, is dat wie niet voor ons is tegen ons is’. Deze woorden zijn niet geschreven na de gebeurtenissen van 11 september 2001, al zou dat heel goed kunnen. Ze zijn te vinden in een Amerikaans rapport over de verhoudingen tussen Amerika en Europa….in 1953. Er is voor dit rapport een tegenhanger, met een Europese visie over Amerika. Daarin valt te lezen; ‘Onder politici heerst het gevoel dat de Amerikanen die ze hebben ontmoet te hoog van de toren blazen, ze hebben een grote mond, zijn onbescheiden, arrogant en gedragen zich als een olifant in de porseleinkast’. Was getekend: Bernhard, lees Zijne Koninklijke Hoogheid prins Bernhard.
Beide rapporten vormden de voorbereiding voor de allereerste Bilderbergconferentie die vijftig jaar geleden werd gehouden in hotel De Bilderberg in het Gelderse Oosterbeek. De besloten driedaagse conferentie waar invloedrijke mannen (vrouwen kwamen er pas veel later bij) van zeer uiteenlopende pluimage meningen konden uitwisselen was een succes en voor herhaling vatbaar, zo concludeerde men. Sindsdien wordt er bijna jaarlijks een Bilderbergconferentie gehouden. Nog altijd strikt besloten, streng beveiligd en daarom omgeven met een waas van geheimzinnigheid. Wat wordt daar bedisseld door vooraanstaande politici, zakenmensen, intellectuelen, leden van vorstenhuizen? Een uniek kijkje in de keuken van de allereerste conferentie.
Scheurtjes
Begin jaren vijftig broeide er iets in de verhouding tussen het oude en het nieuwe continent. Langzaam verschenen er scheurtjes in de vriendschap, zeker nadat in juni 1950 de oorlog in Korea uitbrak. De westerse wereld vocht er onder de vlag van de Verenigde Naties, maar het waren vooral Amerikaanse soldaten die er streden om ‘het wereldcommunisme een halt toe te roepen’.
Het was begin 1951 toen de in Londen wonende Pool Joseph Retinger besloot zijn zorgen over de verslechterende Atlantische verhoudingen om te zetten in daden. John Pomian was destijds zijn persoonlijk secretaris: ‘Retinger zag dat de initiatieven voor een verenigd Europa vast liepen en voor hem was zo’n Europa de enige manier om een vreedzame toekomst voor Polen te krijgen. De groeiende kloof met Amerika bracht het streven naar Europese eenheid in gevaar en dus wilde hij daar wat aan doen’. De slimme Retinger, die overal in Europa contacten had op hoog niveau, benaderde een aantal vrienden die hij tijdens de oorlog in Londen had leren kennen. Hij wist wel wie hij wakker schudde. Het waren mannen die zijn weerzin tegen het communisme deelden, net als het idee dat een goede relatie met Amerika noodzakelijk was voor het voortbestaan en de groei van een vrij Europa. Retinger vroeg of Bernhard hem wilde steunen met het tot stand brengen van contacten met een aantal leidende figuren in West Europa. Bernhard zei onmiddellijk ja.
In de maanden die volgden werd het idee van Retinger over een bijeenkomst tussen Europeanen en Amerikanen nader ingekleurd. De topontmoeting zou de vorm van een onofficiële discussiegroep moeten aannemen. Daarin kon op persoonlijke titel en vrijuit gesproken worden zonder vrees voor politieke consequenties, dus zonder aanwezigheid van de pers. Zelfs de lijst van aanwezigen mocht niet openbaar gemaakt worden opdat het vertrouwelijke karakter op geen enkele manier geschonden werd. De gasten zouden het liefst een breed spectrum van meningen moeten vertegenwoordigen. De vergadering was er tenslotte om meningen uit te wisselen, nadrukkelijk niet om besluiten te nemen.
Lobbyen
Het leek een prachtig plan, maar het kostte toch nog anderhalf jaar lobbyen bij met name de Amerikanen voordat prins Bernhard de officiële uitnodigingen de deur uit kon doen. Er werden zo’n 75 heren in Nederland verwacht, van 29 tot 31 mei 1954 in hotel De Bilderberg. Dat lag in Oosterbeek, ver van drukte, mooi in het groen, makkelijk te beveiligen.
Prins Bernhard opende de eerste vergadering met een speech waarin hij nog eens duidelijk maakte wat de bedoeling van de bijeenkomst was: ‘Er bestaan veel misverstanden en onenigheden tussen ons, maar ik denk dat we ze kwijt kunnen raken. Als een probleem wordt begrepen, dan is het al voor de helft opgelost. We moeten overeenkomsten vinden en verschillen van mening analyseren en respecteren. Ik hoop dat we zo open en eerlijk mogelijk zijn en dat we als vrienden kritiek op elkaar kunnen hebben.’ Om oeverloos geklets te voorkomen en iedereen een kans te geven werd de spreektijd streng aan banden gelegd. Acht minuten per persoon. Ging je daaroverheen dan rinkelde voorzitter Bernhard de bel.
Al op de eerste dag passeerden gevoelige onderwerpen de revue, met name het communisme en de uitblijvende Europese integratie. Europeanen vonden de angst van de Amerikanen voor de verspreiding van het communisme door de Sovjet-Unie overdreven en hun strijd daartegen immoreel, inhumaan, overdreven hysterisch soms. De Engelsen lieten merken dat de Amerikanen maar beter uit hun land konden vertrekken als ze hen, door atoomwapens te plaatsen op Engels grondgebied, dreigden mee te slepen in een nieuwe oorlog. De verschillende opvattingen werden fraai samengevat door Sir Oliver Franks, voormalig Brits ambassadeur in de VS: ‘Als een Amerikaan zegt dat het communisme het allergrootste probleem is, dan is een meerderheid van de Britten het daarmee eens. Maar als een Amerikaan zoiets zegt, dan zegt hij dat als een man van actie en hij bedoelt dan: wat kunnen we daar nu aan doen. Voor een Engelsman betekent zo’n opmerking hetzelfde als zeggen dat na de zomer de herfst komt. Het is een gegeven waar we mee leven en niet iets waar direct wat aan gedaan kan worden’.
Wapenstilstand
Veel aanwezigen brachten de oorlog in Korea ter sprake, hoewel daar in 1954 al niet meer werd gevochten (er was in juni 1953 een wapenstilstand gesloten). Het debat laaide fel op. De leider van de Engelse Labourpartij, Hugh Gaitskell, verbaasde zich dat de Amerikanen het idee hadden dat ze in oorlog waren met China – er was toch nooit een oorlogsverklaring geweest. Waarom zou Engeland geen handel mogen voeren met China? Hij kreeg een felle repliek van uitgever en regeringsadviseur C.D. Jackson, die stelde dat het toch echt geen buitenissige Amerikaanse houding was om te vinden dat als een Amerikaanse soldaat wordt gedood door een ander, dat meer is dan een internationaal verkeersongeluk waar je rustig aan voorbij kunt gaan. Bankier David Rockefeller herinnert zich dit soort debatten met plezier: ‘De Britten zijn vaak ervaren debaters, zeker als ze van Oxford of Cambridge kwamen. Denis Healey [de latere Engelse premier] was heel goed. Maar aan onze kant hadden we ook een paar goede, vooral C.D. Jackson’.
Op de geluidsbanden van het einde van derde middag van de conferentie is veel gelach en vrolijk geroezemoes te horen. De heren hebben het duidelijk naar hun zin gehad. George McGhee, destijds veiligheidsadviseur van de Amerikaanse regering, zou later zeggen: ‘De onaangename misverstanden tussen Europeanen en Amerikanen zijn op de eerste Bilderbergconferentie uit de weg geruimd. Sedertdien is er nooit meer zo’n scherpe kloof geweest’. Prins Bernhard nodigde iedereen uit om nog even bij hem ‘thuis’ een drankje te komen drinken.
Prins Benhard werd door iedereen geroemd om zijn charme en zijn vermogen om tegenstanders op een lijn te krijgen. Hij moedigde individuele deelnemers ook aan ‘om datgene wat ze hebben gehoord door te geven aan degenen die macht uitoefenen’. Dat er op de conferenties allerlei gezamenlijk gedragen besluiten worden genomen en dat er ‘achterkamertjespolitiek op hoog niveau’ wordt bedreven, ontkennen alle deelnemers. De nu openbaar geworden archieven van de eerste conferentie geven geen aanleiding aan die ontkenning te twijfelen. Daarmee is nog niet uitgesloten dat er in de wandelgangen onderlinge afspraken zijn gemaakt, maar die zijn per definitie oncontroleerbaar.
Geërgerd
Prins Bernhard en Retinger hebben zich wel eens afgevraagd of ze er mee door moesten gaan. De prins zegt nu nog: ‘Het heeft mij geërgerd dat het geheim was. Maar het moest gewoon, anders dan komen de mensen niet meer’. Retinger’s secretaris John Pomian constateert ‘In elk mens schuilt een kwajongen, en een beetje samenzweren, zo’n sfeer van geheimzinnigheid, dat spreekt mensen wel aan’. Oud-secretaris-generaal van Bilderberg Ernst van den Beugel beaamt dat: ‘Ach, die geheimzinnigheid is misschien wel de attractie van de club. Je hoort bij iets bijzonders. De Economist heeft onlangs nog geschreven dat Bilderberg als informeel overlegorgaan ongeslagen de eerste is’.
Voor meer informatie en de volledige uitzending: www.anderetijden.nl (Zoeken op sleutelwoord ‘Bilderberg’)