Met een bandrecorder naar het vrijdagavondgebed in de moskee.
Door Siem Eikelenboom en Peter ter Horst
Ruim voor de aanslagen op het WTC en het Pentagon is Siem Eikelenboom al begonnen met onderzoek naar de radicale islam in Nederland. Dat resulteerde in een Zembla-aflevering over islamitische basisscholen en een NOVA-item over de banden tussen de Rotterdamse liefdadigheidsstichting Al Aqsa en de Palestijnse Hamas (april 2001).
Op het moment van de aanslagen lag de research-afdeling van NOVA min of meer op z’n gat. Siem was als enige overgebleven en was net na een jaar binnenland als verslaggever teruggekeerd op research. In oktober ging hij een vast koppel vormen met redacteur Peter ter Horst. Samen besloten zij zich fulltime te richten op het moslimfundamentalisme en -extremisme.
Directe aanleiding tot het onderzoek naar de radicale imams was de berichtgeving uit Duitsland en Engeland. Daar waren nauwe banden geconstateerd tussen de kapers en andere Al Qaida-verdachten en -sympathisanten en bepaalde moskeeën en imams. Opruiende en haatpredikende imams als Abu Qatada en Abu Hamza waren op de BBC te zien geweest.
Ons onderzoek begon met twee vragen:
•Zijn ook in Nederland soortgelijke imams actief?
•En zo ja, betreft het hier eenlingen of passen zij in een bepaalde stroming?
De eerste stap was het in kaart brengen van de Nederlandse moskeeën en de stromingen waartoe zij behoren. Daarna volgden vele gesprekken met mensen die goed thuis zijn in de moslimwereld en die regelmatig moskeeën bezoeken. Vanwege de veiligheid (zie verderop) kan ik de namen van onze gesprekspartners niet onthullen. Op een gegeven moment hadden wij een tiental moskeeën geselecteerd waarvan wij vermoedden dat er radicale bestuursleden en/of radicale imams actief waren.
Om het ‘bewijs’ tegen die imams rond te krijgen besloten we al snel de vrijdagdiensten te bezoeken en op te nemen. Na enige discussie met technische mensen binnen de omroep besloten we om de preken alleen op audio op te nemen. Een verborgen camera had de volgende nadelen:
•vergroten van de kans op ontdekking
•nadeel voor de privacy van moskeebezoekers
•te weinig visueel. Bezoekers van een vrijdagpreek zitten dicht naast en op elkaar: een verborgen camera zou louter ruggen en sokken registreren.
Na de selectie van de moskeeën en de keuze van de juiste apparatuur, bleef een probleem over: welke mensen zouden we naar de moskeeën kunnen sturen. Zelf gaan was uitgesloten: wij zouden teveel opvallen. We moesten dus op zoek gaan naar mensen die A. thuis zijn in de islam en B. voor de volle 100% zekerheid geen banden met fundamentalisten hebben. Tot slot moeten ze Arabisch verstaan. Uiteindelijk vonden we enkele mensen die voor ons de preken verzamelden.
Na enkele weken werd een aantal zaken duidelijk. Sommige moskeeën hadden verschillende imams. Ook waren er moskeeën die werkten met gastimams uit het Midden-Oosten die hier in West-Europa rondtrokken. Om meer duidelijkheid te krijgen besloten we om iedere moskee diverse malen te bezoeken. We wilden voorkomen dat we bijvoorbeeld een moskee aan de schandpaal zouden nagelen omdat daar een keer – toevallig? – een radicale gastimam had gepredikt. Aan de andere kan zou het een bepaald licht werpen op een moskee en het bestuur als daar week in week uit radicale taal op het preekgestoelte zou worden uitgeslagen.
Terwijl dus ‘onze mensen’ de moskeeën bezochten, hielden Peter en Siem zich bezig met het in kaart brengen van de organisatie binnen en achter de gebedshuizen. Deze klus werd vergemakkelijkt doordat een van onze moskeebezoekers behalve het opnemen van preken ook op zoek ging naar bladen, boeken en video’s. Op de videobanden stonden bijeenkomsten van Salafisten: waar het publiek religieuze vragen kon stellen aan geleerden en imams. Ook stonden er korte religieuze en maatschappelijke verhandelingen op de banden.
Dit alles bij elkaar leverde een schat aan informatie op over het Salafitische (streng fundamentalistische) netwerk binnen West-Europa. Uit zowel de geschriften, als de video’s rees het beeld op van een fundamentalistisch netwerk met een felle haat tegen alles wat westers is.
Onderzoek in de Kamer van Koophandel, het Kadaster en de internationale koophandelregisters brachten aan het licht dat veel moskeeën en Salafitische clubs worden gefinancierd met geld uit Saoedi-Arabië. Uit de video’s, bladen, boeken en internetsites bleek dat de besturen en imams onderling zeer veel contacten hadden. De imams uit Tilburg, Amsterdam en Den Haag hadden zelfs begin 2000 een eigen Salafitische Vereniging opgericht. Na drie maanden besloten we met het onderzoek te stoppen. We hadden meer dan genoeg materiaal: uren aan preken en videotapes, stapels uittreksels en oprichtingsakten uit de Kamers van Koophandel en eigendoms- en hypothecaire akten uit het Kadaster. Gevoegd bij de boeken, internetsites en mappen vol krantenknipsels, kwamen we uit op het volgende probleem: hoe van deze berg informatie tv te maken?
Als eerste werd er een ruwe vertaling gemaakt van de preken. Uit die vertalingen maakten wij een selectie die was gebaseerd op criteria van duidelijkheid (te theologische fragmenten zouden voor het grote publiek niet te begrijpen zijn) en compactheid. Bij deze keuze speelde de toenmalige hoofdredacteur Rik Rensen een rol: Peter en Siem zaten al zo lang in de materie dat zij al lang niet meer zo geschokt waren door bepaalde fragmenten als iemand die ze voor het eerst las.
Ook na selectie bleven er zoveel ‘kwalijke’ fragmenten over dat we besloten om in plaats van één, twee items te maken en ook om die items vrijwel NOVA-vullend te maken. In het eerste item lieten we preekfragmenten horen met een politieke lading, het tweede deel ging over de rol van de vrouw en de kwalijke invloed van het Westen. Ook besloten we delen van de ‘gevonden’ videobanden te gebruiken: ze waren niet alleen illustratief voor de denkbeelden van de Salafisten, maar vormden ook een welkome afwisseling met de preekfragmenten. Bleef over het punt van de preekfragmenten. We hadden alleen audio en moesten iets verzinnen om te illustreren. Enkel exterieurtjes of close-upjes van moskeeën zou op den duur saai worden. Daarom besloten we om bij de twee moskeeën waaruit de meeste preekfragmenten stamden, heimelijk opnamen te maken van bezoekers. Later, in de montage, werden om reden van privacy, hun gezichten onherkenbaar gemaakt.
Als laatste moesten we beslissen wie we over de preken zouden interviewen. Dit bleek het allergrootste probleem te zijn. Zowel voor als na uitzending durfde geen enkele moslim zich aan dit onderwerp te branden. Het toont de moed van Ahmed Aboutaleb, toen nog directeur van Forum, dat hij wel geïnterviewd wilde worden. Alle door hem aangedragen moslims en imams weigerden. Als tweede vonden we Maurice Blessing, een jonge Arabist die zich in tegenstelling tot de oudere generatie wel verdiept had in wat hij noemt “de zwarte kant van de islam”. In Vrij Nederland had hij daar een fraai polemiserend stuk over geschreven.
Tot slot kozen we voor Ayaan Hirsi Ali en Afshin Elian. De eerste was op dat moment nog maar in kleine kring bekend als voorvechtster van de emancipatie van allochtone vrouwen. Afshin Elian had en heeft een enorme kennis van de fundamentalistische islam: hij heeft van zeer nabij de opkomst van het fundamentalisme in Iran meegemaakt.
Tot slot de uitzending. Hoe het is uitgelekt, zal nooit duidelijk worden, maar al de dag voor de eerste uitzending, kregen wij op de NOVA-redactie dreig- en haattelefoontjes binnen. Dat is twee dagen lang zo doorgegaan. Reden voor de hoofdredacteur om contact op te nemen met de AIVD en de plaatselijke politie. Dit alles resulteerde in wat misschien wel de best beveiligde tv-uitzendingen van Nederland zijn geweest.
Voor de uitzending werd de studio op eventuele explosieven onderzocht door een speciaal team met honden. Voor de deur van de redactie stonden twee bewakers, terwijl op de redactie twee rechercheurs in burger de wacht hielden. In de bossen rond het Mediapark stierf het van de politie. Het was voor de NOVA-collega’s die beide avonden moesten werken erg onprettig, maar gelukkig is er niets gebeurd en is de stroom haatmail en -telefoontjes langzaam weggeëbd.
Nu, ruim een jaar later, wordt in documentaires, debatten, rapporten, essays, bespiegelingen etc. nog steeds aan beide uitzendingen gerefereerd. De berg knipsels uit kranten en tijdschriften is enorm. Zelfs in het buitenland werden de NOVA-uitzendingen aangehaald. Delen uit beide items zijn getoond in de Verenigde Staten, Engeland, Duitsland en zelfs Japan.