Jaarboek

Té deskundig voor Schiphol

de Volkskrant, 20 augustus 2003

Door John Schoorl en Jan Meeus

Louter topdeskundigen verzamelde prof. dr. ir. G. Berkhout in de commissie die de geluidsnormen voor Schiphol bestudeerde. Na een reeks botsingen met het ministerie stapte hij eind vorig jaar op.

‘Guus. Met Gerlach. Guus, dit kan echt niet, wat je nu hebt ingeleverd. Dit leidt tot bestuurlijke chaos en grote vertraging. De groei van de luchtvaart komt in gevaar. Zo kunnen we nooit meer uitbreiden. Echt, dit mag je niet zo inleveren. Dat kán niet.” Hij had nog maar net bij Erik Bussink, de hoogste ambtenaar luchtvaart bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn ‘vertrouwelijk conceptadvies’ 1b ingeleverd of Gerlach Cerfontaine, topman van de NV Schiphol, hing aan de lijn. Op zijn privé-adres nog wel.

Natuurlijk was het de 63-jarige geluidsprofessor bekend dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de luchthaven niet los van elkaar opereerden. Maar dat het zó ver ging dat er vertrouwelijke adviezen werden uitgewisseld, wist hij niet. Het was niet de eerste keer dat ‘Gerlach’ belde. Al na de kennismaking hadden ze afgesproken om elkaar te tutoyeren en geregeld contact te hebben. Maar dat was vóór het duwen en trekken, zoals hij het gedrag van Cerfontaine noemt.

Tijdens bijeenkomsten in januari 2001, waarin de bevindingen van zijn commissie met de luchtvaartsector werden besproken, bleek Cerfontaines ergernis nog even groot. ‘Het oordeel van de commissie zal tot bestuurlijke chaos leiden. Het advies van Berkhout laat niets heel van het systeem waar wij twee jaar aan hebben gewerkt en dat is aanvaard door Kabinet en Kamer.’

Geen toeval

Die kritiek hoorde hij bijna woordelijk terug bij minister Netelenbos. De hele discussie wordt weer opengebroken, riep ze hem verbolgen toe. De parallel tussen de reacties van de luchthavendirecteur en de minister was geen toeval. Al twee jaar werkten ze samen om de uitbreiding van de luchthaven vorm te geven. De luchtvaartambtenaren zaten samen met de KLM en Schiphol in een stuurgroep die de wetsvoorstellen voorbereidde. De milieuambtenaren van minister Jan Pronk, ook lid van de stuurgroep, leken daarin weinig invloed te hebben.

Het voorstel dat werd ontwikkeld, kwam erop neer dat de luchtvaart mocht groeien als de geluidsoverlast voor de omwonenden binnen de perken zou blijven. Daarvoor was een complex stelsel met drie criteria ontwikkeld: een maximale hoeveelheid geluid die de luchthaven per jaar mag produceren, een ring van meetpunten rond Schiphol die ervoor waakt dat er meer lawaai wordt gemaakt dan toegestaan, en voorschriften voor gebruik van banen en routes.

Volgens minister Netelenbos garandeerde dit nieuwe stelsel dat de overlast in de directe en wijdere omgeving van Schiphol zou worden beperkt. Op overtreding van de lawaairegels zouden harde sancties staan. Schiphol was blij, want Schiphol kon groeien. En daar ging het om. Op het ministerie van VROM haalden ze de schouders op over die ‘harde sancties’. De eisen stonden los van de werkelijkheid. Sterker nog: de ambtenaren vonden het nieuwe stelsel ‘volledig fictief’. De regels kwamen uit de computer en hadden niets te maken met wat er op de grond en in de lucht gebeurde. ‘De mensen worden belazerd, terwijl dat niet nodig is’, stelt VROM in interne stukken.

Veel tegenstand

In haar rapport 1b gaf de commissie-Berkhout de VROM-ambtenaren gelijk. Het was wél mogelijk het lawaai voor de gehele omgeving rond Schiphol in kaart te brengen. Niet in computermodellen, maar met metingen. Verkeer en Waterstaat en de luchtvaartsector wilden daarvan niets weten. Dat zijn plannen op zoveel tegenstand zouden stuiten, kon Berkhout niet voorzien toen hij voorjaar 2000 werd benaderd voor het voorzitterschap van de onafhankelijke Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid. On-af-han-ke-lijk, klemtoon voor klemtoon werd het benadrukt. In de commissie geen pottenkijkers van Verkeer en Waterstaat of VROM.

Op verzoek van de Tweede Kamer stelde de minister de commissie in die de omzetting naar nieuwe geluidsnormen de komende vijf jaar moest begeleiden. Het was haar antwoord op de argwaan over de belofte dat de overlast van Schiphol niet zou toenemen, terwijl het aantal vliegbewegingen mocht groeien van vierhonderdduizend naar zeshonderdduizend.

Berkhout was trots op Schiphol. Hoe mooi zou het zijn om te laten zien hoe de luchtvaartsector in eendrachtige samenwerking met overheid en bewoners opereerde. Hij hoopte op een internationale voorbeeldfunctie: kijk naar Schiphol, zo moet je het doen, die slimme Hollanders toch.

Niet naar buiten

Nadat ze zijn rapport had gelezen, kreeg Berkhout de wind van voren. Al het aardige van Netelenbos was opeens verdwenen, zagen de leden. Ze schrok van de bevindingen en vreesde dat de hele discussie over het normenstelsel van Schiphol opnieuw moest worden gevoerd. Het ministerie probeerde te voorkomen dat het rapport ‘naar buiten’ zou gaan. De beloofde openheid vond de minister opeens geen goed idee meer.

Op de ochtend van 6 juni 2001 zat Berkhout in de kamer van de minister, samen met Kees van Luijk. Naast Netelenbos nam topambtenaar Erik Bussink plaats. De minister sloeg het rapport open en zei: ‘Zo. Dus mijn stelsel klopt niet? En u denkt dat gewoon te kunnen beweren? Ik wil dat u de conclusies aanpast. Ik wil dat u opnieuw gaat rekenen en met betere onderbouwingen komt. Hier kunnen we niets mee.’ Nu schoof Berkhout het rapport terug: ‘Nee, wij zijn klaar met rekenen. Alles is onderbouwd.’ Netelenbos: ‘Kunt u dan in elk geval de volgorde van de alinea’s veranderen. U komt al zo snel met zulke harde conclusies.’

Berkhout vond het schokkend dat ambtenaren en minister de integriteit van zijn commissie in twijfel trokken. Ze wilden van hem af, dat was duidelijk. Nadat de commissie-Berkhout een ambtelijk secretaris van het ministerie van Verkeer en Waterstaat kreeg toegewezen, er aan zijn onafhankelijkheid werd gemorreld en zijn commissie al een half jaar op goedkeuring van het werkplan over metingen moest wachten, was het voor Berkhout genoeg.

Kauwgum en pleisters

Op 13 december 2002 stapte hij op. ‘Wij hadden de kans het goed te regelen’, zegt Berkhout. ‘Maar Schiphol en het ministerie houden ervan de zaak met kauwgum en pleisters aan elkaar te plakken. En dan moeten wij zeker toekijken en applaudisseren? Vergeet het maar. We zijn geen jaknikkers. We zijn té deskundig, daar houden ze niet van.’

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk