Jaarboek

Vooral niet op de kleintjes letten

Op maandag 24 februari 2003 verschijnt het duurste persbericht uit de geschiedenis van het Nederlandse bedrijfsleven. Daarin maakt Ahold een miljoenenfraude bekend bij de Amerikaanse dochter US Foodservice. Het concern meldt ook het vertrek van chief executive officer Cees van der Hoeven en diens financiële rechterhand Michiel Meurs, het uitstel van de jaarcijfers over 2002 èn – dat is nooit eerder vertoond – het intrekken van de reeds door de accountant Deloitte & Touche goedgekeurde cijfers over 2000 en 2001. Beleggers reageren geschokt. Een uur na het verschijnen van het persbericht gaat de beurs open en raakt het aandeel Ahold in een vrije val. In een paar uur tijd verdampt een slordige 8 miljard euro.

Vanaf dat moment is Ahold bijna dagelijks in het nieuws, maar de berichtgeving gaat vooral over de naschokken van het drama: boze, teleurgestelde beleggers, aangeslagen Albert Heijn cassières en gespeculeer over mogelijke strafrechtelijke gevolgen. Over de oorzaken van de financiële problemen wordt nauwelijks iets nieuws gemeld.

Komt dat omdat een hele generatie financieel economisch redacteuren beurslieveling Koninklijke Ahold jarenlang de lucht in heeft geschreven?

Begin april 2003 besluit de redactie van Reporter een aantal maanden uit te trekken voor een poging tot reconstructie van het bijna-bankroet van het supermarktconcern. Over de vraag of we dat in samenwerking moeten doen met een krant of weekblad, zoals een enkele keer eerder is gebeurd, zijn we het snel eens: niet doen. Reporter kan een eventuele documentaire over Ahold pas eind september uitzenden. Collega-journalisten met een dynamischer publicatieritme zouden wel eens erg zenuwachtig kunnen worden als we in de research fase op ‘nieuws!’ stuiten.

Omdat het ons aan voldoende financieel economische expertise ontbreekt, nemen we contact op met Jeroen Smit. De vroegere redacteur van het Financieele Dagblad, oud-chef van de redactie economie van het Algemeen Dagblad en ex-hoofdredacteur van FEM/De Week is net terug van een (huwelijks)reis om de halve wereld en heeft nog geen andere verplichtingen. Hij is enthousiast. We spreken af dat hij gedurende drie maanden de redactie komt versterken.

Klinisch dood

Waar begint zo’n journalistiek onderzoek?

Niet bij de afdeling mediacontacten van Ahold. Corporate communications is klinisch dood. De bibliotheek van de universiteit Tilburg heeft gelukkig alle financiële jaarverslagen van Ahold vanaf het begin van de jaren zeventig. Het is taaie – en saaie – kost zo’n verslag, zeker als je (nog) niet weet waar je op moet letten. Maar voorlopig zijn we al blij met de namen van tientallen (oud) Ahold medewerkers die we tegenkomen in de stukken.

Wat opvalt in de oudere jaarverslagen is de ingetogen presentatie van de cijfers. Maar in de loop van het volgende decennium gaan de verslagen steeds meer op glossy’s lijken. Vanaf het aantreden van Van der Hoeven in 1993 grossiert Koninklijke Ahold voortaan ook in krachtpatserige verkooppraatjes om de financiële markten rijp te maken voor nog meer investeringen.

We beginnen te bellen. Eerst met een aantal oud Ahold gedienden. En die zeggen in koor: ‘wij weten niks, en wat we weten, hebben we ook maar uit de krant’. We leggen uit dat het ons nu even niet om de actualiteit gaat, maar om het verleden. In de loop van de jaren tachtig begon het Zaanse concern wereldwijd supermarktketens over te nemen. We willen weten hoe die – succesvolle – expansie destijds is verwezenlijkt, wat hun strategie was.

Nou, dààrover willen de meesten best praten. Off the record, dat wel. Sommige ontmoetingen hebben het karakter van een therapeutische sessie. ‘Op verjaardagen vertelde ik altijd trots dat ik bij Ahold werkte, maar nu houd ik liever mijn mond,’ verzucht de een. Een ander zegt: ‘Ik heb het gevoel dat ik in m’n hemd sta. Tegen vrienden en kennissen heb ik altijd gezegd dat beleggen in Ahold hartstikke veilig was.’ Welwillend horen we het allemaal aan, stellen niet te veel vragen, voeren de druk niet op. Zo ontstaat, heel voorzichtig, een sfeer van vertrouwen. ‘Je zou ook eens met X moeten praten, als je maar niet zegt dat je z’n nummer van mij hebt.’

Druk telefoonverkeer

Al gauw wordt duidelijk dat bronnen veel meer weten dan wat ze in de krant hebben gelezen. Tussen (oud) Ahold medewerkers bestaat druk telefoonverkeer, waarin allemaal losse puzzelstukjes heen en weer gaan die wij geduldig verzamelen en in elkaar passen.

Via de succesverhalen uit het verleden komen we vanzelf bij het punt waarop de zaken begonnen scheef te lopen, inclusief het boekhoudkundige kunst en vliegwerk en het gerommel met (geheime) side letters, waarmee het bedrijf zich onder leiding van Van der Hoeven en Meurs veel groter en krachtiger voordeed dan het in werkelijkheid was; hoe de accountants om de tuin werden geleid; hoe interne waarschuwingen (bijvoorbeeld over frauduleuze praktijken bij US Foodservice) in de wind werden geslagen; hoe bij Ahold een klimaat ontstond, waarin geen ruimte was voor slecht nieuws.

In juni beginnen we ‘m toch een beetje te knijpen. September is nog een eind weg. Houden we ons kruit tot die tijd droog? Maar in de pers blijft het oorverdovend stil.

We spreken tientallen betrokken, van wie sommigen heel erg dicht op het vuur zitten. Eén cruciale bron wil ons niet ontmoeten, maar is wel bereid om via e-mail vragen te beantwoorden. De persoon in kwestie maakt zelfs een speciaal aliasadres aan. Met een ander internetcontact ontstaat uitvoerig en gedetailleerd berichtenverkeer, dat zo spannend is, dat we ‘s morgens naar de computer hollen om de electropost te openen. Hoe meer we te weten komen, hoe makkelijker het gaat om nieuwe contacten te leggen en bronnen nòg meer te laten vertellen (‘Oh, weten jullie dat al? Maar wisten jullie ook dat…’ ). Sommigen melden zichzelf met de mededeling dat ze ‘graag nog een keer’ met ons willen praten.

Eind juli realiseren we ons dat we veel te veel materiaal hebben voor een uitzending van maar 35 minuten. ‘Doodzonde,’ vindt collega Jeroen Smit, ‘ik denk dat ik maar een boek ga schrijven als we klaar zijn met de montage.’ Omdat we veel contacten off the record hebben gesproken – daar is bij dit soort gevoelige onderwerpen geen ontkomen aan – zullen we een groot deel van het verhaal zelf moeten vertellen. We leggen daarom de lat extra hoog. Elk feit in het scenario moet door tenminste drie bronnen zijn bevestigd. Dat lukt, in één geval letterlijk op de valreep, als tijdens de montage nog een derde bevestiging wordt verkregen van het feit dat de top van Ahold zelf de handtekeningen heeft gezet onder stukken (side letters) waarmee de accountant werd misleid.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk