Titel: keynote toespraak Jeroen Akkermans
Datum: 07 november 2014
Tijd: 10:45 uur
Spreker: Jeroen Akkermans
Aantal aanwezigen: ong. 200
Verslag: Stijn Deschietere
‘Ik ben een journalist, geen activist, toch?’
Hoe betrokken kan een journalist zijn bij conflicten in verre gebieden? Jeroen Akkermans, journalist bij RTL nieuws, gebruikte deze vraag als rode draad door zijn keynote speech die de VVOJ conferentie 2014 in Kortrijk opende.
Volgens Akkermans is het de taak is van de journalist om het publiek ook bij de ver-van-zijn-bed-verhalen te betrekken.
‘Conflicten ver van huis brengen ook goede verhalen. En een goed verhaal is een goed verhaal.’ En toch moet een journalist altijd betrokken blijven, vindt Jeroen Akkermans.
‘Maar waar bloed aan te pas komt is het raar betrokken te zijn. Ik stel me er vragen bij, maar toch ga ik. Het enige wat ik wil, is het verhaal aan de mensen vertellen. Ik heb oorlogsmisdaden met eigen ogen gezien, maar ben nooit naar de rechter gestapt. Ik ben geen activist, toch?
Toch ligt het vaak moeilijk om als journalist níet betrokken te zijn. Akkermans illustreerde dat beklijvend met de casus van de vliegtuigramp MH17 in Oekraïne. Honderden lichamen, aan stukken gereten. Overal persoonlijke bezittingen, wrakstukken en bewijzen van geweld. De grootste vliegtuigramp sinds lange tijd.
‘Wie is de dader?’, vraagt de wereld zich dan af. De Amerikanen beweren het te weten, zegt Akkermans, maar weigeren satellietbeelden vrij te geven.
‘Bij de beelden van de crash en de bewijzen die te vinden zijn op de plaats van de ramp, is elke conclusie nog te veel, zolang de geheime diensten alles geheim houden.’
De taak van de journalist is feiten registreren zegt Akkermans nog, en dat is in die omstandigheden moeilijk.
‘Maar nogmaals, wat doe je er aan? Ik ben een journalist, geen activist. Of wel?’
Sociale media maken het er de dag van vandaag er niet makkelijker op.
’Twintig jaar geleden hadden we bij zo’n ramp geen contact met de buitenwereld, nu ben ik onmiddellijk beschikbaar voor duizenden mensen.’
De foto’s en beelden van Akkermans over de vliegtuigramp worden bekeken, maar de mensen willen meer, ze willen weten wie de dader is.
‘Iets is beter dan niks’ zegt Akkermans, ‘Ik film zoveel mogelijk alle bewijzen, maar lichamen en persoonlijke bezittingen laat ik buiten beeld. Ik ben beperkt, dus waar bleven die onderzoekers nu toch!’
Maar Akkermans snapt waarom ze wegblijven. Onderzoekers moeten rustig kunnen werken en dat gaat niet in het onrustige Oekraïne, met ‘een geweer in de nek’.
Daardoor wordt er dus nog meer van journalisten gevraagd. Ze moeten de taak van de onderzoekers ergens op zich nemen. Nog meer druk op de schouders van de journalist dus.
Maar zelfs als de onderzoekers het wapen in handen krijgen en de verantwoordelijke voor de ramp kunnen aanwijzen, zal er dan gerechtigheid zijn? Akkermans vreest van niet.
‘En ook dat heeft er me niet neutraler op gemaakt. Nu schipper ik tussen de neutrale journalist en de activist.’
Akkermans toont een nieuw filmpje. Uit 2008, toen zijn collega, cameraman Stan Storimans, omkwam bij een raketinslag in Georgië.
‘Misschien is het gewoon pech, wordt dan gezegd. Tough shit. Zand Erover. We kunnen toch niet de dood van alle journalisten onderzoeken? Het risico hoort bij het vak. Ik word daar opstandig van, van zulke reacties!’ zegt Akkermans. Hij wilde er het fijne van weten.
Akkermans reconstrueert zijn eigen persoonlijke zoektocht naar gerechtigheid. Vrij snel wordt duidelijk dat de bom die Storimans het leven kostte een bepaald type clusterbom was die alleen in het militair arsenaal van Rusland terug te vinden is.
Maar het hardste bewijs was een stukje van die bewuste clusterbom, dat makkelijk gelinkt kon worden aan de Russische rakketten.
Ondertussen ligt Stan al zes jaar begraven, zegt Akkermans.
‘We hebben harde bewijzen, maar tocht blijft de verdachte ontkennen. Dapper genoeg om te schieten, te laf om te bekennen.’
Akkermans serveert het publiek beeldfragmenten van zowel Dimitri Medvedev, toenmalig Russisch president, als Vladimir Poetin, waarin een RTL-collega hen op een persconferentie confronteert met de dood van Storimans.
De reacties van de twee Russische machtshebbers laat een zucht van verontwaardiging door de zaal gaan.
De zoektocht naar de waarheid begint met optimisme, besluit Akkermans.
‘Maar heeft het zin zo betrokken te blijven bij doden die niet meer opstaan en bij ongelukken die niet meer kunnen worden teruggedraaid? Moet een journalist ook een activist zijn?
Natuurlijk, want als wij dat recht verzaken, wat zijn wij dan waard? In het grenzeloze gevecht naar de waarheid moeten journalisten juist opkomen voor gerechtigheid.’