Beste sprekers, deelnemers en ondersteuners van dit VVOJ congres, welkom,
Toen in maart van dit jaar het thema voor dit congres werd bedacht: ‘In de Vuurlijn’, toen dachten de bedenkers vooral aan de historische context: deze conferentie, de 13de in de historie van de VVOJ, zou gehouden worden letterlijk op grond die getekend was door de oorlog die 100 jaar geleden uitbrak. De grond van West-Vlaanderen, In Flanders Fields, where poppies grow. Wij zouden confereren op de lijn waar in die zogenoemde Groote Oorlog vier jaar om gevochten werd. En we zouden aan die oorlog en wat die ons vandaag als onderzoeksjournalisten kan leren veel aandacht geven.
Maar sindsdien is die vuurlijn ons op meerdere manieren dichter genaderd dan normalerwijze comfortabel is. Ons als gehele beroepsgroep, zie zojuist de beelden weer van James Foley en Steven Sotloff. Journalisten zijn, niet voor het eerst of het laatst, maar wel eens te meer en voor iedereen zichtbaar, doelwit geworden.
Dichterbij kwam de hitte van de strijd ook voor Vlamingen en Nederlanders die rapporteerden van tussen puinhopen in het midden-oosten of de wrakstukken van een vliegtuig en een staat in Oekraïne. Maar ook voor degenen die vanaf het thuisfront analyse, achtergrond en duiding aan deze crises probeerden te geven door alle mogelijke technologie in te zetten om waarheid van photoshop en propaganda te onderscheiden.
En dichterbij kwam de ellende van elders nu de vluchtelingen hier letterlijk en figuurlijk aanspoelen. Het is niet dat er nu meer frontlinies zijn dan in het verleden, maar ze kwamen dit jaar zo snel zo dichtbij misschien.
De meeste onderzoeksjournalisten staan niet zelf op het slagveld, zeiden de organisatoren nog in maart tegen elkaar. Waarom dan toch een congres voor onderzoeksjournalisten rond juist dit motto? Dat zou deelnemers wellicht op een verkeerd been zetten. Maar we hebben het toch aangedurfd.
Omdat ‘de waarheid’, een grote term, volgens de overlevering als eerste sneuvelt in tijden van oorlog en crisis maar wij als onderzoeksjournalisten ons juist zo vaak laten voorstaan op onze kwaliteiten als waarheidsvinders. Laten we die kwaliteiten dan ook inzetten, zowel voor de relatief misschien ‘kleine’ crises als voor de Groote Oorlogen.
En laten we dán leren van de eerste die Groote Oorlog werd genoemd.
Nog voor de hype van oorlogsboeken in dit jubileumjaar losbarstte, schreef de Australische historicus Christopher Clark al in 2012 het boek The Sleepwalkers, ofwel: How Europe went to war in 1914. Hij is het afgelopen jaar veel geciteerd, want hij beschreef hoe wereld van vandaag lijkt op die van de aanloop naar die grote oorlog. We leven nu, net als toen, in een weinig transparante en gevaarlijke wereld. Daar was de Koude Oorlog prettig overzichtelijk bij…
Maar, waarschuwde Clark,
“History is never going to give us the lesson we want. We have to puzzle over what that means for the present.”
Dat is wat een aantal van de workshops en trainingen van vandaag en morgen met u zullen doen: puzzelen over wat de geschiedenis voor nu kan betekenen.
Er wordt wel eens gezegd dat journalistiek de ruwe, eerste versie is van de geschiedenis. Maar waar staat dan de onderzoekjournalistiek? Is dat een voorzichtige tweede versie? Als we even terug in de tijd stappen, zien we dat juist de combinatie van oorlog en onderzoek het beste in journalisten naar boven haalt.
De eerste verslaggevers aan het front waren de soldaten zelf, die brieven schreven naar huis en naar hun militaire meerderen. Pas midden 19de eeuw gingen gebeurtenissen vanaf de verschillende slagvelden een breder publiek bereiken. De eerste die de titel ‘oorlogscorrespondent’ meekreeg was een Ier, William Howard Russell, die berichtte vanaf… jawel, we kennen t inmiddels allemaal weer: De Krim.
Zijn stukken in The London Times zorgden voor een verandering van de manier waarop soldaten aan het front werden behandeld, en dwongen de toenmalige regering van Lord Aberdeen tot aftreden. Iets waar menig hedendaags onderzoeksjournalist misschien wel een beetje jaloers op zal zijn. Maar Russell wordt in retrospect ook wel “the miserable parent of a luckless tribe” genoemd: populair was de oorlogscorrespondent die tegels lichtte niet. En ook dat is tot op vandaag herkenbaar.
Met Wereldoorlog I kwamen de foto’s van het front, met nummer II de radioverslaggever, en vanuit Vietnam bracht de TV de oorlog thuis, om tijdens Golfoorlog 1 dat zelfs 24 uur per dag te doen. (‘The skies over Bagdad…’). Met de technologische vernieuwingen werden camera’s en editsets kleiner en lichter, satellietverbindingen komen inmiddels bijna vanaf de laptop tot stand.
En met welke oorlog of crisis werd internet als eerste een serieus publicatiemedium? Strijdende partijen weten vandaag de dag het internet in elk geval zonder problemen met alle mogelijke “content” te vinden.
En dan komt ook de onderzoeksjournalist weer in beeld. Want waar informatie verspreid wordt, zal de onderzoeker die vinden en duiden. Met de moed van de frontsoldaat en de wijsheid van de analyticus moeten we blijven graven en waarheid vinden.
Grote woorden, inderdaad. Zeker als je zelf doelwit wordt. Dat kan letterlijk zijn, maar ook doelwit van naar winstmaximalisering strevende aandeelhouders, op snelle scoops gespitste uitgevers of naar amuserende inhoud hengelende chefs. Die de dubbelcheckende onderzoeker niet altijd even hoog heeft zitten. Hoe houd je hieronder je hoofd bij elkaar? Soms voelt het als een klein wonder dat u dat toch blijft lukken. Onderzoeker en oorlogsverslaggever vormen samen zoveel meer dan een “luckless tribe”.
Dit congres neemt u de komende twee dagen mee, van Groote Oorlog en kleine crisis naar achtergrond, duiding en onthulling.
Onze keynotes kijken terug, kijken dwars, en kijken vooruit. Onze trainers delen hun kunde, onze sprekers durven ook hun aarzelingen en feilen te bespreken. Hier bent u de komende twee dagen veilig. Geniet ervan, het is u gegund.
Als organisator danken wij u voor uw komst, want zonder u geen VVOJ of conferentie. We danken de vele vrijwilligers die hun tijd aan de vereniging en haar activiteiten geven. We danken Hogeschool West-Vlaanderen, voor het gastvrije onderdak en de inzet van docenten en studenten. Howest, u bent de komende dagen onze ‘safe haven’.
En we danken de vele sponsoren die dit mogelijk maken. Waaronder zeker de Vlaamse Overheid, die in het kader van de herdenkingen van de Groote Oorlog het belang van hedendaags onderzoek en vertaling van lessen uit het verleden een financiële ondersteuning waard vonden. Opdat we leren puzzelen naar de lessen van het verleden, en die delen met onze lezers, kijkers en luisteraars.
Zoals de dichter/soldaat John McCrae in 1918 schreef als boodschap van de hier gevallen soldaten:
Take up our quarrel with the foe
To you from falling hands we throw
The torch; be yours to hol dit high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders Fields.