Het laatste jaar gingen in Vlaanderen enkele rechters van eerste aanleg iets te gemakkelijk uit de bocht, door bijna systematisch censuur toe te passen vooraleer een artikel of reportage zelfs maar gepubliceerd werd. Op zijn minst kan men hier spreken van al of niet gewilde ontmoedigingsstrategie, betoogt Ides Debruyne, directeur van Journalismfund.eu. Moeten we ons zorgen maken over de persvrijheid in België? Lees meer over het Dossier Persvrijheid Bedreigd van MO* Magazine.
door Ides Debruyne
Een belangrijke lakmoesproef voor de persvrijheid in België is de vraag in hoeverre de overheid aan journalisten en burgers informatie verstrekt. In België kennen we al sinds de jaren negentig van vorige eeuw een Wet op de Openbaarheid van Bestuur (WOB). Maar de overheid durft daar wel eens zelf haar laars aan te lappen.
De manier waarop de Belgische overheden inspectieverslagen ter beschikking stellen, is soms stuitend. Illustrerend is hoe het Federaal Agentschap Voedselveiligheid de weg naar inspectieverslagen van restaurants en slachthuizen bemoeilijkt –en dit tegen alle adviezen en wetgeving in. De federale WOB deugt niet en is een moderne democratie onwaardig.
Heimelijk besluit
Op Vlaamse niveau zou de WOB beter zijn geregeld en meer afdwingbaar. Tot een journalist of burger gevoelige informatie opvraagt –wat eigenlijk maar zelden gebeurt.
In de vorige legislatuur namen de Vlaamse ministers heimelijk het besluit om de WOB te beperken. Het waren Frankie Schram en Dirk Voorhoof die de kat de bel aanbonden. Gevoelige informatie, auditrapporten of aanbevelingen van de Inspectie van Financiën van de voorbije vijf jaar mogen sinds 2012 enkel nog doorgespeeld worden aan de betrokkenen en aan de controle-instanties.
Te weinig spelers
Een andere indicator voor persvrijheid is de status van de mediaconcentratie. De Vlaamse Regulator voor de Media onderzoekt dit elk jaar. In haar conclusies staat onder meer het volgende te lezen:
‘Hoewel er niet één speler is die de hele Vlaamse mediasector domineert, blijken veel vormen van horizontale, verticale of crossmediale concentratie te bestaan in en tussen een aantal segmenten van verschillende Vlaamse mediavormen. Dit kan een risico inhouden voor de diversiteit van het aanbod.’
De Vlaamse media zijn in handen van veel te weinig spelers die over informatie de controle hebben. Dit is overigens een zorgwekkend internationaal fenomeen. Gelukkig zijn de eigenaars hier geen politieke spelers –zoals het geval is in sommige Zuid-Europese landen.
Gebrek aan permanente meting
Is het aantal aanvallen tegen de pers in België toegenomen? Moeilijk te zeggen, gezien het gebrek aan onderzoek hierover. In België bestaat niet zoiets als de Nederlandse Persvrijheidsmonitor. We moeten ons behelpen met cijfers die worden aangeleverd door organisaties zoals Reporters zonder Grenzen.
‘België staat op de 15de plaats van de World Press Freedom Index.’
Deze organisatie publiceert elk jaar haar World Press Freedom Index. Hieruit blijkt dat België de laatste jaren in vrije val is en nu op de 15de plaats is beland –na Jamaica, Slovakije en Tsjechië.
Tien jaar geleden stond België op de zevende plaats. Wel valt er iets te zeggen over de methode waarmee de ranking tot stand komt.
Het World Freedom House zet België in haar index op de vierde plaats in 2014 (samen met Finland). Maar eigenlijk is het zonder permanente meting moeilijk om de status van België te kennen.
PEN-Vlaanderen lanceerde in 2013 het idee om met behulp van academici een Observatorium van de vrije meningsuiting te lanceren. Het werd aanvankelijk op veel enthousiasme onthaald, maar dreigt nu een stille dood te sterven –onder meer wegens een gebrek aan financiële middelen.
Verboden uit te zenden
Gevallen waarbij een journalist of medium voor de rechtbank moet verschijnen of een publicatie wordt verboden, lijken in stijgende lijn te gaan. Dit is bedenkelijk voor een moderne rechtstaat. Het wordt tijd dat academici zich hierover gaan buigen. Onze 15de plaats op de wereldranglijst zou wel eens verdiend kunnen zijn…
- Eind januari 2014 verbood een rechter in kortgeding op eenzijdig verzoekschrift P-Magazine om een artikel over het baggerbedrijf De Nul verder te publiceren op straffe van een dwangsom van 5000 euro per uur. P-magazine haalde het artikel van haar website. Later kreeg Jan De Nul bij de kortgedingrechter ongelijk in de zaak.
- In maart 2014 werd Clint.Be op eenzijdig verzoek verboden om een kritisch artikel te publiceren over advocate Griet Cnudde. Clint.be werd niet eens opgeroepen in deze en tekende verzet aan. De rechter trok de censuur tegen Clint.be weer in.
- In april 2014 kreeg VTM op eenzijdig verzoekschrift van een Brusselse rechter uitzendverbod voor een reportage over een Veurnse onderzoeksrechter in het VTM-programma Telefacts. VTM tekende direct verzet aan en verkreeg eind april 2014 dat ze de reportage toch mocht uitzenden.
- In mei 2014 kreeg TV Oost een uitzendverbod van een nieuwsitem, waarbij de zender zelf niet werd gehoord. Een eenvoudige klacht van een koppel bij de voorzitter van de rechtbank van Dendermonde volstond voor een uitzendverbod.
- Eind november 2014 vernietigt het Hof van Cassatie de veroordeling van MO* in de zaak-Forrest. Deze zaak dateert al van in maart 2006. MO* publiceerde een kritisch artikel over de grote mijncontracten die de groep rond Forrest had binnengehaald. De inhoud van het artikel en de illustratie op de cover zouden kwetsend en schadelijk zijn. Het hof van Beroep verwierp de klacht wat het artikel betreft, maar veroordeelde MO* (Wereldmediahuis) tot het betalen van 5000 euro schadevergoeding voor het publiceren van een cartoon op de cover van het magazine. De zaak werd doorverwezen naar het hof van Beroep van Antwerpen.
- In april 2015 volgde het goede nieuws dat Yves Desmet van De Morgen de echtgenote van oud-procureur-generaal Yves Liégois geen schadevergoeding moest betalen. Ze had zich geschaad gevoeld door een opiniestuk dat hij drie jaar geleden had geschreven over haar man in het kader van de ‘diamantoorlog’. Het hof van Beroep heeft haar eis ongegrond verklaard.
Onaangeroerde thema’s
De klassieke commerciële media zijn in Vlaanderen uitgebouwd tot efficiënte bedrijven die tegen lage kostprijs er toch in slagen het publiek op veel vlakken voldoende te informeren. Ze weerstaan aan de druk van het gerecht en laten zich niet imponeren door druk van buitenaf. Alleen laten ze heel wat – voor de democratie belangrijke – onderwerpen ongemoeid. En dit zal in de toekomst niet veranderen.
Moeten we niet met zijn allen nadenken over manieren en plekken om onderzoeksjournalistiek te stimuleren of vrijwaren? Laten we middelen en manieren zoeken om in te zetten op de belangrijke maatschappelijke thema’s die onaangeroerd liggen te wachten op onderzoeksjournalisten.
Zindelijk becijferen
Ik overdrijf niet als ik zeg dat de commerciële media een zegen zijn voor de democratie. In Vlaanderen hebben we gelukkig nog een kwaliteitsvolle pers die – gezien de beperkte middelen en mensen op de redacties – het niet zo slecht doet.
De Standaard gaf begin dit jaar acht van haar journalisten de tijd, ruimte en middelen om gedurende zes maanden dieper te graven in evenveel thema’s.
Wat ze na die zes maanden zullen doen, is nog koffiedik kijken, maar dit zien we dan wel. De redactie werd er zelfs voor uitgebreid.
Ook de unieke samenwerking tussen De Standaard, de Tijd en de VRT tijdens de laatste verkiezingen was meer dan lovenswaardig. Het zogenaamd project Rekening14 zorgde voor een ongezien niveau tijdens de verkiezingsdebatten. Om de hoofdredacteur Karel Verhoeven te citeren: ‘Dit had grote politieke impact en verplichtte partijen om zindelijk te becijferen.’
Ook De Morgen zou nu – met de stroom mee – meer gaan inzetten op onderzoeksjournalistiek. Binnenkort hoop ik de eerste resultaten van die omslag te mogen lezen.
VTM Nieuws investeert naar eigen zeggen in onderzoeksjournalistiek met de klokkenluiderssiteNieuwsLeaks. Niet dat dit veel geld zal hebben gekost of dat ze daarvoor meer mensen hebben aangetrokken. Binnen hun redactie zie ik niet meteen redacteurs die heel snel aan de slag kunnen met gecompliceerde databanken en dergelijke. Het is ook maar de vraag of het aan een redactie is om informatielekken bij burgers te stimuleren terwijl ze zelf nog nooit een WOB-verzoek bij één of andere overheid hebben ingediend. En of dat allemaal veilig is via die zogenaamde beveiligde website? Maar met dit NieuwsLeaks-project, lees je toch dat de redactie onderzoeksjournalistiek belangrijk vindt, op zijn minst om zich te profileren.
Braakliggend terrein
Is de burger voldoende geïnformeerd om volwaardig te kunnen deelnemen aan het publieke debat?
Marc Schaevers (HUMO), winnaar van de Gouden Boekenuil met zijn biografie Orgelman, zei onlangs nog in dS Weekblad: ‘Laten we het maar onder ogen zien: we zijn niet langer die vierde macht die de democratie zegt te bewaken, we vechten vooral voor een stukje aandacht in het belang van het zakencijfer van onze mediagroep. (…) Er is in ons vak erg veel werk dat niet meer kan worden gedaan omdat er geen geld meer voor is.’
Ook Tom Naegels bevestigde (DS, 17 juli 2013) ‘dat er nu thema’s ontbreken in de berichtgeving, zaken waar een krant als De Standaard over zou moeten berichten. (…) Al zal een deel van de oplossing ook van buiten de kranten moeten komen.’
De wereld is complexer geworden. De economische, politieke en financiële macht is verschoven naar de internationale politieke arena’s zoals de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereld Gezondheidsorganisatie, de Navo, de Europese Unie, de Europese Centrale Bank… Klassieke media brengen wel af en toe verslag uit over deze instellingen maar houden hen te weinig tegen het licht met kennis van zaken. Gebeurt dat bij Vlaanderen en België af en toe wel, dan is het voor de Europese Unie nauwelijks het geval. Media besteden aandacht aan de regionale en nationale politiek, maar niet in verhouding met haar werkelijke macht.
Binnen de huidige modellen past grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek nergens.
Lokale vierde macht
Vlaamse media zijn gespecialiseerd in regionaal en nationaal nieuws. Je wordt dagelijks op de hoogte gehouden van pakweg wegenwerken. Harde analyses van beslissingen van lokale mandatarissen en burgermeesters duiken echter onvoldoende op in onze “nationale” pers.
Lokale journalisten die verslagen opvragen via de Wet op de Openbaarheid van Bestuur, zelf onderzoeken starten naar lokale keuzes, gebruik maken van open data van steden… ik zie ze niet.
De burger heeft onvoldoende informatie over zijn lokaal bestuur om een gedegen oordeel te vellen of te kunnen deelnemen aan het publieke debat.
Het merendeel van de informatie over acties van lokale besturen komt van burgerinitiatieven die ijveren voor een tunnel, het behoud van een Scheldearm, het tegenhouden van de bouw van megawinkelcentra of de afbraak van een vismijn…
Er is nood aan een lokale vierde macht, wil je ook daar de democratie versterken.
Over de grenzen heen
Kunnen we nog meer en beter verwachten van onze huidige twee dagbladuitgevers? Of zal de onderzoeksjournalistiek zich buiten de klassieke media ontwikkelen? Televisiedocumentaires worden nu al voor het grootste deel buiten de klassieke media gerealiseerd. Ze worden zelden nog door één mediabedrijf alleen financieel gedragen.
Alternatieve financiering is de norm geworden. Fondsen, taxshelter, sponsoring en crowdfunding schakelen filmproductiehuizen in om aan het nodige budget te geraken bovenop de uitzendrechten.
Onderzoeksjournalistiek binnen de dagbladen zien we internationaal ook in die richting evolueren. Zeker als het gaat over het reilen en zeilen van die grote politieke, economische of financiële instellingen. Groepen van journalisten gaan zich verenigen en onderzoek voeren, over de grenzen heen. Daarvoor is lef en ondernemerschap nodig. Niet meteen iets wat journalisten bij de start van hun carrière verwacht hadden.
Onderzoeksjournalistiek stimuleren
Hoe kunnen we in Vlaanderen de lokale onderzoeksjournalistiek stimuleren? In een klein taalgebied als Vlaanderen zouden we een Vlaams Fonds voor Innovatieve Journalistiek kunnen oprichten om bijvoorbeeld die lokale onderzoeksjournalistieke projecten van de grond te helpen.
Kleine teams in Vlaamse steden en grote gemeentes zouden we kunnen voorzien van “seedfunding“. Het nieuws zou op er op zijn minst meer divers van worden. Moeilijke en lange stukken over gemeentelijke thema’s zouden op een professionele manier tot stand kunnen komen en de lokale verslaggeving aanvullend versterken. Uiteraard zijn samenwerkingsverbanden met de klassieke media niet uitgesloten. Indirect zal ook de lokale verslaggeving hiervan beter worden.
Subsidies over een andere boeg gooien
Wil de Vlaamse overheid meer en gevarieerd of pluriform nieuws in dit sterk geconcentreerd medialandschap? Daarvoor moet op zijn minst worden nagedacht over de bestedingen van de huidige middelen. Moet het de middelen niet inzetten op nieuwe initiatieven? Stimuleer je niet veeleer de pluriformiteit van nieuws door de diversiteit van media te ondersteunen?
Wil Vlaanderen echt werk maken van een modern en accuraat mediabeleid, dan moet ze haar huidig subsidiesysteem helemaal over een andere boeg gooien. In dit opzicht was het initiatief Media21 een lovenswaardige voorzet. Benieuwd of politici die regelmatig tweeten dat media en onderzoeksjournalistiek voor de democratie belangrijke zaken zijn, er degelijk werk van zullen maken.
Media versterken
U kunt me betichten van het pleiten voor de eigen winkel en voor het belang van een organisatie zoals Journalismfund.eu, een non-profit organisatie die werkbeurzen ter beschikking stelt aan journalisten die dit soort van diepgravende onderzoeksjournalistiek willen bedrijven.
Toch denk ik te kunnen spreken vanuit een interessante onafhankelijke positie – met dank aan de Vlaamse overheid, de mediabedrijven en donoren. Als ik een pleidooi houd voor middelen aan ons Vlaams Fonds Pascal Decroos, dan is dit niet om onszelf van de nodige middelen te voorzien, maar om journalisten en indirect de media te versterken om zo de burger beter en over alle politieke niveaus voldoende te informeren.
Ides Debruyne is bestuurslid van PEN-Vlaanderen en managing director van Journalismfund.euvzw / Fonds Pascal Decroos. Hij schreef deze bijdrage in eigen naam voor MO* Magazine, dat daar op 7 mei werd gepubliceerd en nu met toestemming van MO* bij de VVOJ verschijnt.