Investigative Reporters and Editors confereert dit jaar in Philadelphia. VVOJ-directeur Margo Smit doet verslag van opvallende panels, mooie onderzoeken en handige tips. Want 1700 onderzoeksjournalisten bij elkaar zorgen voor veel wetenswaardigs.
Alsof het programma speciaal bedacht is voor een ombudsman-in-wording: veel van de panels tijdens de conferentie van Investigative Reporters and Editors in Philadelphia komen vroeg of laat te spreken over transparantie. Vanuit de journalist richting zijn bronnen, maar nog meer richting de ontvanger van al die prachtige onderzoeksverhalen: de lezer, de kijker én het onderwerp van onderzoek.
Waarom maken onderzoeksjournalisten de verhalen die ze maken? En bovenal: hoe maken we ze? Wat is onze strategie om te voorkomen dat we ingehaald worden door onze slordigheid of fouten? Vertellen we dat ‘meta-verhaal’ ook aan ons publiek? Ja, zegt een panel van editors en hoofdredacteuren halverwege de dag. “We vragen van anderen om transparant te zijn,” zegt Robin Fields van Pro Publica, “dus is het extreem belangrijk dat we zelf ook transparant zijn.”
Weerwoord halen
En dus legt Les Zaitz van The Oregonian precies uit wanneer en hoe zijn krant om weerwoord vraagt bij degenen die onderwerp van onderzoek zijn. Dat doet de krant al heel vroeg tijdens het onderzoek. Om drie redenen: “Accuracy, fairness and legal defensability.” Zijn verslaggevers zijn dan wel eens bang dat een verhaal als vroeg uit het water geblazen wordt. Maar dat risico is maar heel klein, zegt Zaitz. “The one time our subject did give a press conference even before publication, it only spiked the interest in our story!”
“Eerst vragen we uiteraard om een interview,” legt Zaitz zijn strategie uit. “Krijgen we dat niet, dan vragen we waarom niet. En dat stoppen we dan uiteraard in ons verhaal. Daarna sturen we zeer gedetailleerde vragen. Per mail en per post. Krijgen we dan nog geen antwoord, dan sturen we uiteindelijk die stukken uit het verhaal die over ons onderzoeksobject gaan en vragen we om de correctie van feitelijke fouten.” Zo voorkomt de krant dat de schijn van een journalistieke overval ontstaat.
Fields van Pro Publica benadrukt nog eens superlatieven, bijvoeglijk naamwoorden en onnodige kwalificaties te vermijden. “The biggest, the most, het klinkt wel lekker, maar hoe weten we of dat waar is? Je verhaal heeft het meestal niet nodig, niet doen dus.”
Bill Marimow van The Philadelphia Inquirer legt uit dat hij behoorlijk ‘hands on’ is als het om het checken van zijn verslaggevers gaat. Met enkele journalistieke debacles nog vers is het geheugen zegt hij over het checken van bronnen: “Gaat het verhaal over Jimmy? Dan willen we Jimmy zien. Anders geen verhaal in de krant.”
Bronnen
Maar hoe weet je dat Jimmy de waarheid spreekt? Die cruciale vraag komt aan de orde in een ander panel, dat draait om onderzoek naar gevoelige zaken als verkrachting. Elana Newman van het DART Center for Journalism & Trauma benadrukt daar hoe slecht het geheugen werkt, zeker bij getraumatiseerde bronnen. “Je zult bij dit soort verhalen dus ook altijd op zoek moeten naar ondersteunend bewijs. In politierapporten. Of op sociale media en bij mogelijke getuigen of vertrouwenspersonen van het slachtoffer. Anders niet publiceren.”
Sheila Coronel is hoofd van de journalistenopleiding van Columbia University in New York. Maar op dit moment hier in ‘het wereldje’ meer bekend als de schrijver van een onderzoek naar hoe het blad Rolling Stone een verzonnen verkrachtingsverhaal kon publiceren. Zij waarschuwt voor twee valkuilen die veel journalisten wel zullen herkennen. Allereerst grote identificatie met het slachtoffer, “the risk of empathy. Er is niks mis met inlevingsvermogen, maar houd toch afstand. Zelfs als de vermeende dader niet met je wil praten moet je ook die kant in je verhaal opnemen, hoe moeilijk dat ook is.”
En dan is er de drang om het verhaal mooi te willen maken. “En dan maken we het nog mooier dan het is. We zien een zaak, en slaan aan het vertellen. Ik noem dat ‘the risk of narrative’: alles voor het verhaal.” Maar wees voorzichtig daarmee, zegt Coronel. “Be transparent about what you know. Rather shift your story towards accountability, and document how agencies and institutions responded to the case instead of narrating the story in an omniscient voice as if you were there.”
Na zoveel ontnuchterende voorzichtigheid nog drie tips vanaf de conferentievloer:
- Het mooiste verhaal vandaag? “Before the Law” van Jennifer Gonnerman voor The New Yorker. Gonnermans verhaal is een aanklacht tegen het gevangenissysteem in New York. Op de dag na de IRE-conferentie kwam het bericht dat de hoofdpersoon van dit verhaal zelfmoord heeft gepleegd.
- Hoe meet je hoe je prachtige verhaal is gevallen in de echte wereld. Maar hoe meet je impact? Probeer eens een nieuw stuk gereedschap: NewsLynx, bedacht door Columbia University.
- En waar vind je tipsheets van IRE2015? Hier.