Titel: Searching and finding in archives
Datum: zaterdag 17 november 2012
Tijd: 14:00-15:15 uur
Spreker: Eric Hennekam
Aantal deelnemers: 30
Verslag: Silvester Klaasman
Vandaag is vooral een opsomming van tools, tips en tricks die gebruikt kunnen worden om het internet beter te gebruiken voor research. Als voorbeeld wordt een artikel over Chinese ‘massagesalons’ aangehaald. Salons die eigenlijk bordelen zijn.
Op de website hookers.nl staan recensies van bezoekers van die salons, en zij delen daar hun ervaringen, daar uitgebreid en uitgesproken. Door internet op de juiste manier te gebruiken zijn de bezoekers van die ‘salons’ dus snel achterhaald, alles wat je hoeft te doen is een account aanmaken op de website.
Als je je eigen e-mailadres niet wilt gebruiken kun je op hotmail of gmail een apart e-mailadres aanmaken. De eigenaar van een zo een salon is te achterhalen via het, via instituten die vergunningen verstrekken enz. Al die instellingen hebben een archief.
Voor er goed gebruik gemaakt kan worden van alle archieven die het internet rijk is, moet er literatuuronderzoek gepleegd worden. Om de context van een zaak te begrijpen maar ook om de taal te begrijpen. Bij een onderzoek naar hoe de wet voor crematie tot stand is gekomen was het belangrijk om te weten dat crematie vroeger ‘lijkverbranding’ werd genoemd. In de zoektocht naar oude artikelen over dat onderwerp was dat belangrijk om te weten.
Ook relaties zijn een goede informatiebron over het te onderzoeken onderwerp. AIVD’ers zitten niet op facebook maar hun kinderen wel, klanten van prostituees zijn misschien moeilijk te ondervragen maar op de juiste website spreken ze honderd uit.
De kunst zit hem in het gebruik leren maken van invisible web, of deep web. Daarmee wordt bedoeld alles wat op het internet staat en niet door de gangbare zoekmachines gevonden wordt. Zoekmachines geven slechts één tot 25% weer van wat er op het internet te vinden is.
Hennekam wilde stukken inzien van en over de Fortis bank en de ABN Amro, de banken weigerde mee te werken. De banken staan echter in Amerika op de beurs en de gegevens die hij wilde inzien stonden online op de website www.sec.gov.
Wanneer er wetsvoorstellen naar Europa worden gestuurd en de desbetreffende ministeries willen er niets over kwijt, hoeft alleen maar naar de juiste site gesurft te worden, die wetsvoorstellen worden namelijk online gezet.
Alles en iedereen heeft een archief, de kunst ligt hem in de zoektocht naar relaties met het onderwerp dat onderzocht wordt, de database vinden en zorgen dat je er in kunt. Ook staatscouranten zijn goede informatieverstrekkers waarin veel met naam en toenaam wordt genoemd. Ook zij maken deel uit van het invisible web.
Er zijn websites om juiste archieven te vinden. Archiefzoeker.nl is het geheugen van Hennekam zelf, alles wat hij vindt zet hij op die site. Archiefwiki.org en faronet.be/erfgoedveld zijn archiefsites voor respectievelijk Nederland en België.
Anders dan archieven zijn metadata een handige maar ondergewaardeerde informatieverstrekker. Metadata zijn de bestandjes die automatisch door de computer worden aangemaakt bij het aanmaken van een document. Ook twitterberichten bevatten metadata.
Zo kan met de juiste tools achterhaald worden wanneer er een tweet verschijnt over een neergestort vliegtuig bij vliegveld Zaventem, of de twitteraar ook daadwerkelijk bij dat vliegveld werkt of dat hij ter plaatsen was op het moment van het ongeluk.
De geavanceerde zoekfuntie van Twitter is een handig instrument, net als bingmaps.com, waarop gezien kan worden waarvandaan tweets zijn verstuurd. Met de website iwitness.adaptivepath.com. kan een foto worden geüpload, de site probeert dan te achterhalen waar de foto is genomen.
Het is me duidelijk geworden dat de mogelijkheden van het internet haast oneindig zijn. Maar Google is slechts een van de vele instrumenten – en ik geloof na vanmiddag een nogal beperkte, om die mogelijkheden te benutten.