VVOJ Conferentie 2004
Titel: Gebruik de kennis van allochtone collega’s
Workshop: Moslimextremisme
Spreker: Siem Eikelenboom (Nova)
Voorzitter: Margo Smit (KRO Reporter)
Datum en tijd: Vrijdag 19 november, 15.15 – 16.30 uur
Verslaggever: Joost van der Wegen
De kwaliteit van journalistiek onderzoek naar het verschijnsel moslimextremisme kan worden verbeterd door Arabisch te leren, door naar het Midden-Oosten te reizen en door de kennis van allochtone collega’s in te zetten. Dit viel te concluderen uit het rondetafelgesprek over dit onderwerp tijdens de VVOJ-conferentie in Rotterdam, op 19 november 2004.
Hoewel de aanwezigen ook onderzoeksjournalistieke zaken met elkaar bespraken, mondde de rondetafelbijeenkomst met de Nederlandse Nova-researcher Siem Eikelenboom op vrijdagmiddag vooral uit in een stoomcursus ‘islamisme’. Daaraan gekoppeld vond een bescheiden discussie plaats over de werkwijze van politie en justitie ten opzichte van radicale groeperingen in ons land. Gezien de actualiteit van het onderwerp en de zoektocht naar de achtergronden ervan door de media, was dit onvermijdelijk. Na de moord op filmmaker en columnist Theo van Gogh waren de vragen aan de schrijver van het boek ‘Jihad in de polder, de radicale islam in Nederland’ vooral van praktische aard. ‘Er komt een hele serie aardige onderwerpen voor ons langs, als ik je zo hoor praten, Siem’, merkte een deelnemer op.
Dapper
Eikelenboom opende de bijeenkomst door te vertellen hoe hij met het onderwerp ‘moslimextremisme’ in aanraking was gekomen. Het aantreffen van Hamas-propagandamateriaal in de plaatselijke islamitische basisschool bracht hem op het spoor. Na 9/11 had Eikelenboom geconcludeerd: dit onderwerp wordt de komende tijd belangrijk.
De Nova-reporter lichtte toe hoe het actualiteitenprogramma vorig jaar preken in de orthodoxe moskee opnam, via microfoons op het lichaam van bereidwillige moslims (‘Apparatuur van de Spy Shop in Amsterdam was erg handig. We hebben het bij een microfoontje gehouden en geen kleine camera gebruikt, omdat je nogal beweeglijk bent in zo’n moskee’). Na de uitzendingen was Eikelenboom wel zo dapper geweest om op uitnodiging van een moskeebestuur zijn onthullingen te komen toelichten. ‘Tweehonderd woedende moslimmannen, ik dacht dat ik er niet meer levend wegkwam…’
Eikelenboom kreeg van Nova carte blanche voor zijn onderzoek. Overleg met collega’s over het onderzochte materiaal bleek lastig, omdat hij al zo diep in de materie zat. Op bepaalde momenten confronteerde hij zijn hoofdredacteur met zijn bevindingen. Onderzoek deed Eikelenboom via de internationale Kamers van Koophandel (kostbaar maar zeer nuttig abonnement op www.eurodb.be/com), gesprekken met advocaten van verdachten van moslimradicale activiteiten, het deelnemen aan relevante chatgroepen op het internet (‘er zijn er honderden’) en het controleren van zijn feiten bij organisaties zoals de AIVD. Na de uitzendingen in Nova bouwde hij ook meer contacten op met moslimorganisaties.
Flauw
Een radioproducent merkte in de loop van het gesprek op dat het toch triest is dat er een gewelddadig incident moet plaatsvinden, voor we ons gaan interesseren voor een groep mensen die al jarenlang in ons land leeft. Daarop ontspon zich een discussie over de problemen die allochtonen hebben om hun weg naar redacties te vinden. ‘Ze zijn er wel, maar vooral in de redactie van allochtonenprogramma’s.’ Een aanwezige woordvoerder van de journalistieke faculteit van de hogeschool in Utrecht wees op het cultuurverschil. ‘Het klinkt flauw, maar veel journalisten van buitenlandse afkomst knappen af op de directe opmerkingen of grapjes van hun collega’s bij de koffiemachine.’ Eikelenboom wees erop hoe belangrijk de kennis van allochtone collega’s kan zijn in onderwerpen met een etnische achtergrond. ‘Wees niet bang ze erop aan te spreken, ze willen er vaak graag wat over zeggen.’ In de Clubzaal van congrescentrum Engels bleken ook media aanwezig die initiatieven hadden ontplooid voor hun personeel. Het NOS-Journaal stuurde haar medewerkers naar een cursus Arabisch. Ook sponsort ze werknemers die tijdens een sabbatical graag door het Midden-Oosten willen reizen. ‘Nu gaan we allemaal bij het Journaal solliciteren’, grapte discussieleider Margo Smit (VVOJ, KRO Reporter).
Fout
Op de vraag hoe hij zijn informatie bij de AIVD checkte, liet Eikelenboom even een stilte vallen. ‘Daar wil ik eigenlijk niets over kwijt’, reageerde hij geheimzinnig. ‘Je wilt er vast wel iets over zeggen’, reageerde de collega – die blijkbaar een verhaal heet van de naald had klaarliggen, maar nog een geschikte ingang bij de inlichtingendiensten zocht. ‘In de loop der jaren bouw je een netwerk op’, was Eikelenbooms indirecte respons. Tenslotte merkte de schrijver van het pas uitgekomen boek (Jihad in de polder, L.J. Veen, ISBN 9020402935) op dat hij zich geregeld stoort aan incorrecte berichtgeving. ‘Journalisten maken veel fouten en hebben vaak geen idee hoe de zaken in elkaar steken.’ Ook wordt er volgens Eikelenboom ‘fout’ verslaggegeven. Ter illustratie haalde hij een nummer van Nieuwe Revu uit zijn tas. ‘In het coververhaal van dit nummer over moslimterrorisme in ons land staan de persoonlijke gegevens vermeld van een verdachte. Wat als straks blijkt dat hij onschuldig is? Ik vind dat dit zo niet kan.’