Titel: Voordelen van samenwerken
Datum en tijd: 16 november 2013 10:45 uur – 12:00 uur
Sprekers: Annemarie Geleijnse & Rineke van Houten en Elke Borghs, Philippe Debroey & Jan Crab
Moderator: Coco Gubbels
Aantal deelnemers: 7
Verslag: Jitse Schipper
Vaste samenwerking in een eigen bedrijf
Annemarie Geleijnse & Rineke van Houten runnen samen het bedrijf De laatste paling, een bureau dat op freelancebasis journalistieke teksten op het gebied van voedsel produceert.
Samen aan een artikel werken biedt volgens hen vele voordelen:
• Je bent elkaars stok achter de deur. In je eentje zou je soms opgeven.
• Je kunt dingen doen die je in je eentje nooit zou bereiken.
• De kosten zijn lager, bijvoorbeeld huur voor het bedrijfspand en andere spullen.
• Je hoeft niet altijd op dezelfde locatie te werken. De dames gebruiken Dropbox om bestanden uit te wisselen en Skype om te overleggen.
• Ook op tijd kun je besparen. Bij grote verhalen kun je de taken over twee personen verdelen.
• Je kunt gebruik maken van elkaars kwaliteiten.
• Als freelancer krijg je zelden feedback. Als je samenwerkt wel. Je leert heel veel van elkaar.
• Samen aan een artikel schrijven maakt het artikel beter. Je moet dan elkaar dan wel vertrouwen (je schrapt in elkaars werk) en je schrijfstijl moet overeenkomen.
• Samen verdien je wel iets minder (want de opdrachtgever betaalt voor het artikel, niet voor de werknemers), maar dat is het wel waard, want 1+1 = 3.
• Het verdienmodel blijft lastig: geld verdienen met puur de journalistieke verhalen is moeilijk. Maar dat is niet anders dan wanneer je in je eentje werkt.
Voedsel is een keihard economisch product. Onafhankelijkheid is dan ook een groot goed voor de dames:
“We gaan niet betaald schrijven voor een supermarktblad.” Ze willen zich zeker niet voor langere tijd aan een partij verbinden, ook geen NGO. Het risico van zelfcensuur ligt op de loer. Ook voor jezelf is het gemakkelijker om die dingen gescheiden te houden.
Eenmalige samenwerking in projectverband
De Belgen Elke Borghs, Philippe Debroey en Jan Crab hebben samen een app gemaakt over Verapaz, de eerste en vergeten Belgische kolonie. Doordat een app interactief en multimediaal is, konden ze er veel meer in kwijt dan ze van te voren gedacht hadden: geluidsfragmenten van hoe de mensen daar praatten, 180-gradenfoto’s, landkaarten, filmpjes, enzovoort.
Mede hierdoor konden ze optimaal profiteren van de samenwerking, want ze beschikten elk over een andere discipline: Elke is journaliste en antropologe, Jan is fotograaf en Philippe is grafisch vormgever.
De makers laten hun app uitgebreid zien en het aanwezige publiek is direct onder de indruk. De meerderheid geeft aan de app zó te willen kopen. Hoewel een app een prachtige vorm is om zo’n project in te presenteren, is het moeilijk om er geld mee te verdienen: meer dan een paar euro kun je niet vragen voor een app.
Het ontwikkelen van de app was een even leerzaam als moeizaam proces, omdat de makers nog helemaal moesten ontdekken hoe zoiets werkt en wat de mogelijkheden waren. Als ze het nog eens gaan doen, pakken ze het heel anders aan, zowel tijdens het produceren van input voor de app (want ze weten nu wat de mogelijkheden zoal zijn) als bij het in elkaar zetten van de app.
