Door Bart van Eldert
Diepgravend onderzoek zoals in het geval van Den Engh staat haaks op het streven om iedere dag al improviserend mooie kopij voor de krant af te leveren. Hoe leid je een onderzoeksproject, zonder uit balans te raken met het dagelijks nieuws?
De nieuwsdienst van Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant richt zich op de regio en houdt zich bezig met verslaggeving, research, graphics en internet. Negen journalisten vormen de verslaggeverij. Tijdens dit project werkten we door omstandigheden grotendeels met acht mensen. Capaciteit volledig vrijmaken voor onderzoekswerk is op deze deelredactie niet mogelijk. De nieuwsdienst heeft geen eigen pagina´s en is inzetbaar voor de hele krant.
We gingen eind 2003 op de nieuwsdienst van start met zo’n ‘jongensboekgegeven’: een anonieme brief waarop we alleen via een rubrieksadvertentie in ons eigen dagblad mochten reageren. Ard Schouten, algemeen verslaggever op de nieuwsdienst met aandachtsgebied Politie vormde een koppel met collega Dylan de Gruijl, die naast zijn werk als algemeen verslaggever Spoorwegen voor UN/AC en de GPD als aandachtsgebied heeft. Deze twee collega’s wisten vertrouwen op te bouwen bij bronnen die langdurig anoniem wilden blijven. We zagen het onderwerp eerst vooral als een nieuwsitem en berichtten na uitgebreid checken over enkele incidenten. Juist door deze berichtgeving namen de bronnen ons meer in vertrouwen. Zo kwamen ze met nieuw materiaal en kregen we toegang tot nieuwe bronnen. Inmiddels was algemeen verslaggeefster Iris van den Boom aangeschoven vanwege haar aandachtsgebied Justitie. Na enige tijd zaten we tegen een groeiende lijst vragen, beschuldigingen en feiten aan te kijken. Het leek tijd voor een echt onderzoek.
strakke structuur
Maatschappelijk belang en ten tweede gezonde nieuwshonger zijn belangrijke drijfveren bij dit onderwerp geweest. Voor mij kwam daarbij de wens om onze prille onderzoekservaring uit te breiden. Ook wilde ik ideeën over de organisatie van spitwerk uitproberen. Daarom zijn plaatsvervangend chef nieuwsdienst Arnoud Cornelissen en ik volgens een strakke structuur gaan werken Met Arnoud als kritisch klankbord en ondergetekende als vaste coach.
Al dat georganiseer, dat harde werken en vooral de doordieselende drive van de betrokken verslaggevers leverde uiteindelijk prachtige en stevige kopij op. We hebben in overleg met de hoofdredactie nadrukkelijk gekozen voor een ‘drieklapper’, een driedelige productie op drie opeenvolgende dagen om de aandacht vast te houden. Steeds voorzien van een stevig nieuwselement op de voorpagina. De eerste twee dagen hebben we onder de artikelen geteased naar de volgende producties. Daarnaast hebben we de kopij steeds voorzien van een vast blokje facts and figures en een korte samenvatting van de kwestie, zeg maar ‘Den Engh voor dummies’.
Na zeven maanden zweten, naast en na het dagelijkse werk heb ik thuis met goudverf drie tuinschepjes omgetoverd in de Eerste Echte Echt Glimmende UN/AC Golden Spit-Awards. Uitreiking met diner, dat ook. Het dossier Den Engh is nog niet gesloten en levert nog steeds kopij op. Minister Donner van Justitie volstond na de publicaties in UN/AC en diverse andere GPD-bladen en na herhaalde Kamervragen van de VVD aanvankelijk met een verzoek tot opheldering aan de directie van Den Engh. Na wat de afdeling voorlichting van het departement noemde ‘aanhoudende berichten in de media’ heeft Donner besloten tot een onderzoek door de Inspectie Jeugdzorg dat 1 januari gereed moet zijn.
Voor onszelf geldt terugkijkend dat we vakinhoudelijk beter zijn geworden zowel organisatorisch als analytisch. Dat merken we nu nog bij ons dagelijks werk. En meer dan ooit hebben we als team die doordieselende drive om met eigen nieuws te komen.
Tips & trucs voor leidinggevenden
Ik weet meer van journalistiek management dan van muckraking. Beschouw deze tips voor managers dan ook niet als kennis van geharde onderzoeksjournalisten. We hebben weliswaar met diverse items succes gehad. Toch zijn we niet meer dan beginners die geen beginners willen blijven. Dit zijn de lessen die ik trek uit onze mazzels en missers.
1. Spitten is hakken
Hak je onderzoek in stukken. Spreek per stuk af wat je ongeveer wilt en hoeveel tijd je eraan wilt besteden. Onderstaande is een methode. Het gaat hier om ordening, niet om een vaste tijdsvolgorde.
De researchfase:
wat is er aan de hand, wat zijn de beschuldigingen? Praat ruim en open met bronnen, lees ruim en loop een beetje om het onderwerp heen.
De thesefase:
wat is de centrale vraag van het onderzoek, wat zijn subvragen? Stel subvragen op om te voorkomen dat je je te vroeg beperkt. Durf ook vragen -ook als je de antwoorden deels al hebt- te parkeren met de mogelijkheid hier later op terug te komen. Let op: subvraag kan gaandeweg centrale vraag worden.
De bewijsfase:
Maak je ‘verdenking’ hard. Kijk naar regels, criteria, protocollen, wetten, gewoonterecht.
2. Vergader of verzuip
Iedereen, dus ook de chef, heeft de benodigde zaken van tevoren gelezen en daar ook tijd voor genomen en gekregen van die chef. Samen nadenken (klopt de centrale vraag nog, hoe zit het met de subvragen, wat moeten we bijstellen) is een belangrijk punt bij de vergadering. Neem er de tijd voor, 1,5 tot 2 uur is een goed bewezen maximum. Een keer per week of maximaal 1 keer per 2 weken is een goed ritme bij langer lopende projecten. Ook belangrijk zijn de volgende punten
- Spreek actiepunten af en zet die altijd op papier.
- Niets is af? Toch vergaderen. Dan kun je kijken wat er aan de hand is.
- Journalisten zijn net mensen. Als je als groep zo intensief samenwerkt is het goed te proberen om inhoudelijke irritaties of persoonlijke omstandigheden in ieder geval benoemd te krijgen.
- Besef dat bronnen onder zware druk kunnen staan die op verslaggevers overslaat. Gesprekken kunnen heel emotioneel zijn. Vergader ook eens in de kroeg en vraag daarnaar.
3.Onderzoeken is plannen
Onderzoeksjournalistiek is voor een groot deel vooral volhouden. Daardoor kunnen veel uitzoekers (rapporten opvragen, wetgeving/regels) naast de gewone werkzaamheden gebeuren. Bespreek samen niet alleen wat wenselijk is maar ook wat haalbaar is. Bekijk samen de agenda van de verslaggevers en bewaak dat. Dagbladjournalistiek tekent zich door kortcyclisch denken en daar moet je tegenin roeien. Bij je eigen onderzoekende verslaggevers!
Maar ook bij jezelf: twee uur interview door liefst één verslaggever moet na een uurtje rijden en kort overleg meestal na uiterlijk vijf uur kopij opleveren. Dat gaat hier niet op. Een belangrijke les: plan meteen tijd in om bronnen uit te werken en om vragen/actiepunten op te schrijven. Dat betekent dat je als chef je mensen ook tijd moet geven om na te denken. Twee uur praten met een bron kan zo in totaal acht uur werk opleveren. Het goede nieuws: door in het begin duidelijk tijd te nemen, heb je verderop in het project minder tijd nodig.
Andere betrokken verslaggevers moeten naast de eigen reguliere werkzaamheden tijd inplannen om continu gespreksverslagen/basiskopij/actiepunten te lezen. Als chef moet je in dit proces de draaischijf willen zijn: door elke betrokkene steeds te attenderen op de stand van zaken en te dwingen voorbereid op de volgende vergadering te komen. En waar nodig hier ook vooraf tijd en ruimte voor te benoemen.
Door je onderzoek goed te plannen, zorg je ook dat je redactie tijdens het gehele project stevig blijft bijdragen aan de dagkrant. Dat is dubbel winst.
4. De chef is goedkoper
De chef is (helaas) goedkoper dan de huisadvocaat. Gespreksverslagen, vergaderingen en veel een-op-een-gesprekjes leveren je voortdurend een beeld op van de stand van zaken. De kunst is gedurende het hele proces vast te stellen wat je moet bewaken. En dat niet altijd uit te spreken. De kunst is ook om jezelf tegen te houden teveel de diepte in te gaan. Het is een voordeel veel details niet te kennen, ten gunste van de hoofdlijnen. Zo kun je steeds weer opnieuw vragen stellen aan de verslaggeverij: hoeveel bronnen, hoe erg is de beschuldiging, hoe zat het ook alweer? Analyseren is het kernwoord.
Houd de verslaggeverij steeds voor dat alle beweringen de eigen criteria en dus die van de Raad voor de Journalistiek of de rechter moeten kunnen doorstaan. Daarmee voer je de druk op, maar kun je sturen op dossiervorming. Dat dossier is een heilig boek: checklist, notenapparaat bij de productie voor je interne journalistieke geweten, een paraat stuk voor snelle antwoorden tijdens de rit. Uiteindelijk kan blijken dat je door deze degelijke voorbereiding tijd wint: de kans dat je naar je huisadvocaat of naar de rechter moet neemt af. Maar als je als chef tot die inschatting bent gekomen, mag je dat best een tijdje voor jezelf houden. In ieder geval totdat de dossiervorming gedisciplineerd verloopt.
5. Eén bron, twee verslaggevers
Bezoek bronnen liefst met een tweetal. Het gaat vaak om vertrouwelijke gesprekken. Als een bron slechts toegankelijk is voor één lid van het onderzoeksteam, vraag je om moeilijkheden. Misschien denkt de collega wel te veel met de bron mee. Het zijn vaak lange gesprekken met veel feiten, beschuldigingen, emoties en druk. Twee verslaggevers kunnen de zaken beter inschatten, interpreteren. Praten met iemand die er ook is geweest helpt en maakt zeker. Moedig ze in vergaderingen aan het in der minne oneens te zijn. Als chef kun je zo al luisterend de risico’s boven water krijgen.
6. Heb je niets? Tik dát dan op
Dwing verslaggevers voortdurend aan een basisverhaal, aan kopij, te werken. De verslaggever zal zeggen ‘ik heb nog niets’. Werken aan een basisverhaal heeft voordelen: sfeer en andere informatie staan al vroeg in een journalistieke vorm en blijven zo behouden. Ook dwingt kopij verslaggevers de informatie journalistiek te filteren en te wegen, je vermindert zo het risico van onbewijsbare complotkopij. Een basisverhaal versnelt het proces tegen het einde. Een enorm voordeel want verslaggevers zitten er op den duur zo diep in dat ze er aan het einde tegenop gaan zien om alles wat ze hebben ook nog eens op te tikken. En die ene pakkende sfeervolle alinea zijn ze dan zeker vergeten. Bovendien vergemakkelijkt dit vroeg brainstormen met eindredactie, vormgeving en beeld.
7. Hovercraft en duikboot
Op een gegeven moment worden verslaggevers onrustig. Het zitvlees raakt op, nieuwe informatie komt druppelsgewijs binnen. Mijn ervaring met verschillende projecten leert dat dit de signalen zijn dat je vast komt te zitten. Hier komen de verslaggevers zelf vaak niet meer uit, juist omdat ze diep in het item zitten. Dat is het moment waarop je als chef tijd moet inplannen om alles te lezen. De hele tijd heb je je eraan gestoord dat je inhoudelijke kennis van het item de diepgang van een hovercraft had. Nu kun je als duikboot de diepte in: lezen en dan ordenen, analyseren, hamvragen stellen. Waar is dat ene jaarverslag, wat zegt de wet over die beschuldiging. Hoe strafbaar is dat andere? Daarmee trechter je de informatie en is het moment aangebroken om heel concreet aan publicatievormen te denken en aan de juiste plek in de krant.