Voor een gehoor van een kleine honderd aanwezigen presenteerden drie undercoverjournalisten hun uiteenlopende verhalen in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Het café werd georganiseerd door OneWorld, VVOJ en ZAMmagazine.
door Tricia Bots
De avond werd geleid door Nico Haasbroek en Sanne Terlingen. Dat deden zij beiden aanvankelijk gemaskerd om hun solidariteit te betuigen met de Ghanese journalist Anas Aremeyaw Anas (achter gezichtsverhullende roodwitte slierten aan zijn hoed), van wie online geen afbeelding te vinden is, tenzij in een van zijn vermommingen. Als een moderne Gunter Wallraff neemt hij talloze personae aan om zijn undercoverwerk te kunnen doen.
Ghana is een mère à boire voor onderzoeksjournalisten: uit de indrukwekkende lijst van producties die Anas gemaakt heeft en de prijzen die hij inmiddels in de wacht heeft gesleept lijkt het alsof er geen sector in de Ghanese maatschappij is zonder corruptie en fraude.
Dat bleek dan ook Anas’ adagium: name, shame and jail, waarbij dat laatste wel wat gefrons in de zaal opleverde. Maar Anas benadrukte dat een journalist de maatschappij geeft waar het behoefte aan heeft, en dat is in Afrika iets anders dan in West-Europa.
Anas begeeft zich in zeer gevaarlijke situaties, maar kon niet genoeg benadrukken dat hij altijd in een team werkt, met een tot in de kleinste details uitgewerkt scenario, met een ‘panic-button’ die ervoor moet zorgen dat hij maximaal twintig minuten later hulp krijgt mocht er iets gebeuren.
Uit Ivoorkust was Selay Kouassi aanwezig, beroemd om zijn grote co-productie met journalisten uit verschillende Afrikaanse landen waarin hij de claims van fair trade ontmaskert. Hij gaat niet in vermomming maar neemt wel rollen aan. Ook zijn werk is gevaarlijk, zijn productie over soccerkids, de trafficking rond voetbaltalentjes bracht hem in niet echt frisse werelden. Een bescherming biedt internationaal publiceren, wat bijvoorbeeld The Guardian doet en ZAMmagazine.
Na de pauze (met een uitleg van make-upartist ‘Carla’ over het belang van goede vermommingen) vertelde Zembla-journalist Ton van der Ham over zijn undercoverproducties over vieze ziekenhuizen. Natuurlijk van een andere orde, maar dan ook een andere maatschappij.
De discussie met de zaal spitste zich toe op een aantal casussen die Nico en Sanne de aanwezigen voorlegden: was hier undercover wel nodig, was het verhaal ook op een andere manier te verkrijgen geweest.
Waaronder Onno-gate, wat bij Anas een geschokte reactie opleverde: dit was geen journalistiek maar toneelspel, het diende geen enkel publiek belang en in Ghana zouden acteur en journalist voor de ethische commissie zijn gesleept vanwege phishing, en meer dan waarschijnlijk in de gevangenis zijn beland. Een interessante omkering van dader en slachtoffer.
Een andere case: gedurende vier maanden infiltreerde de Nigeriaanse journalist Tobore Ovuorie in kringen van mensenhandel, met name van prostituees die op betere omstandigheden hopen in Europa. Ovuorie was er getuige van hoe twee vrouwen werden onthoofd voor hun organen, een gruwelijke bijhandel.
Volgens Anas had Ovuorie niet in deze situatie mogen zijn, en Evelien Groenink van ZAM bevestigde dat ze buiten de afspraken naar een kamp was gegaan waar de vrouwen werden vastgehouden.
Uiteindelijk was de overheersende overtuiging in de zaal toch wel dat undercover in Nederland zelden strikt noodzakelijk is, dat het bij ons al gauw op toneelspel en uitlokking lijkt en dat het in Afrikaanse landen bijna niet anders kan.
Waarbij behartigenswaardig was hoe goed de aanwezige Afrikaanse journalisten zich op een undercover-operatie voorbereidden, met een uitgebreid team en uitputtende voorzorgsmaatregelen. Waaronder ook een diepgaande onderdompeling in de rol die je gaat spelen.
Selay: “If you don’t fit, you do not go”.