Herman Bennema werkt bij Vektis, een informatiecentrum voor de zorg. Door enorm veel verschillende data te bundelen, uit verschillende bronnen, kan Vektis inzicht geven in ontwikkelingen in de zorg, of bijvoorbeeld vergelijkingen mogelijk maken tussen ziekenhuizen.
Het is volgens Bennema hierbij belangrijk dat Vektis neutraal is, ze leveren slechts informatie. ‘Wij geven ontwikkelingen niet meer in rood en groen weer’. In het begin heeft Vektis dit wel gedaan. Veel mensen zien groen in dat geval als positief en rood als negatief, terwijl dat zonder context lastig te zeggen is. ‘Die duiding kunnen wij niet doen’ zegt Bennema daarover.
Een van de voorbeelden van een analyse van data van Vektis is een vergelijking tussen het voorschrijven van voorkeurgeneesmiddelen van een huisarts. Daarbij kan gekeken worden hoeveel een huisarts voorschrijft van een bepaald voorkeursgeneesmiddel, en hoe zich dat verhoudt tot het landelijk gemiddelde.
In het voorbeeld in de presentatie was zichtbaar dat een huisarts over een periode van drie jaar de afgesproken variant van een medicijn veel minder ging voorschrijven. Huisartsen hebben zelf normen bepaald, waar deze huisarts nu niet meer aan voldeed.
De vraag uit het publiek hierbij was wat je hier mee moet. ‘Je wilt ook niet dat de verzekeraar gaat beslissen, lijkt me.’ Bennema merkt hier vooral op dat hij het hierbij belangrijk vindt dat je dit soort gegevens hebt. ‘Gisteren zat ik bij een huisartsencongres waar iemand de vraag had hoe je weet dat je het goed doet. Het antwoord daar was dat als ik mezelf in de spiegel aan kan kijken, dan doe ik het goed. Dat geloof ik niet, je moet een benchmark hebben.’
Bij de huisarts uit het voorbeeld is een opvallende trend te zien, die verschilt met wat de huisartsen zichzelf hebben voorgeschreven. ‘Door een benchmark kan deze huisarts zich vergelijken met andere huisartsen.’ Daarvoor zijn de gegevens van Vektis bruikbaar. Bennema benadrukt ook dat een huisarts zelf soms ook dat inzicht nodig heeft om te zien dat er mis gaat. ‘Als je het niet weet, kan je ook niet handelen. Hoe oprecht je ook bezig bent.’
Voor dit doel heeft Vektis ook een praktijkspiegel ontwikkeld. Op basis van gegevens als aantal ingeschreven patiënten, het percentage ingeschreven patiënten naar Sociaal economische status, en leeftijd en geslacht van de patiënten kan Vektis in kaart brengen wat de verwachtte kosten zijn voor een praktijk, en hoe die afwijken van de werkelijkheid.
De primaire functie van Vektis is informatie leveren aan de zorg. Toch is een deel van de data van Vektis open data. Deze is te vinden op www.vektis.nl/index.php/vektis-open-data, Bennema heeft wel gemerkt dat die data vaak slecht bruikbaar is. ‘Je moet goed weten waar het over gaat om van data informatie te maken.’
Veel mensen die om data vragen willen eigenlijk informatie. ‘We krijgen tientallen verzoeken per maand voor data, maar mensen willen dan eigenlijk informatie.’ Daarom is er nu ook Zorprisma publiek, voor antwoorden in plaats van getallen. Op www.zorgprismapubliek.nl is voor verschillende thema’s informatie te vinden die op een duidelijke manier is weergegeven.
Daarnaast kan Vektis specifieke data leveren, als de eigenaren van de data ten minste akkoord gaan. De kosten daarvoor zijn wel hoog. ‘Het starttarief is 7500 euro. Maar daarvan moeten wij onder andere een verzekering betalen, als de data misbruikt wordt, kunnen wij daar een enorme boete voor krijgen.’
Bennema benadrukt hierbij ook weer dat Vektis zich primair richt op zorg, en niet op journalisten. Vooral de open data en Zorgprisma publiek zijn voor journalisten interessant.
[wpdm_hotlink id=77 link_label=’Hier vind je de Vektispresentatie van Herman Bennema.’]