Een bestuursorgaan mag weigeren passages uit een documenten openbaar te maken wanneer deze zijn aan te merken als intern beraad. Wat als intern beraad te kwalificeren is, volgt uit de Wob en vaste jurisprudentie. Persoonlijke beleidsopvattingen in dit soort stukken hoeven niet openbaar te worden gemaakt, zodat ambtenaren vrijelijk kunnen praten over beleid(salternatieven) zonder dat ze bang hoeven te zijn dat deze in de openbaarheid komen. Daar kunnen we van alles van vinden, maar zo is het.
Het is echter niet zo dat daarmee documenten, bedoeld voor intern beraad, die persoonlijke beleidsopvattingen bevatten, per definitie als geheel aan de openbaarheid kunnen worden onthouden. Feitelijke informatie uit deze documenten moet wel openbaar worden gemaakt.
In de praktijk, zo verweren bestuursorganen zich steevast, zou veelal sprake zijn van een zodanige ‘verwevenheid’ van die feiten met persoonlijke beleidsopvattingen dat ze niet van elkaar gescheiden kunnen worden, waardoor openbaarmaking van die feiten toch achterwege kan blijven. Deze redenering is in de jurisprudentie breed geaccepteerd, zodat de term ‘verwevenheid’ al jaren niet meer is weg te slaan uit beslissingen op Wob-verzoeken.
Gelukkig hebben de heren en dames rechters de journalist wel een handreiking geboden, want inmiddels is die bevoegdheid beperkt. De Raad van State (RvS) heeft namelijk begin 2018 in een belangrijke uitspraak aanleiding gezien zijn rechtspraak over de toepassing van artikel 11 van de Wob te preciseren. Meteen een heel document weigeren mag niet meer. Verwevenheid dient per onderdeel, waaronder doorgaans moet worden verstaan: per alinea, te worden aangetoond. Dan moet het bestuursorgaan dus per alinea motiveren dat sprake is van persoonlijke beleidsopvattingen en dat de feitelijke informatie daarmee zodanig is verknoopt, dat deze zich er niet uit laat halen. Bijvoorbeeld met een verwijzing naar het betreffende Wob-artikel en motivering per alinea waarom die betreffende alinea als met persoonlijke beleidsopvattingen verweven feiten te kwalificeren is.
De praktijk leert dat bestuursorganen hardleers zijn en nog hele documenten weigeren. Als je verwacht dat zulke stukken onder jouw verzoek vallen kun je het bestuursorgaan al in het Wob-verzoek aan de noodzakelijke motivering per passage te herinneren.
Een andere mogelijkheid, die je daarbij zeker ook moet aangeven, biedt het tweede lid van artikel 11. Dat zegt dat een bestuursorgaan (‘met het oog op een goede en democratische bestuursvoering’) persoonlijke beleidsopvattingen ook kan vrijgeven zonder dat deze tot een persoon herleidbaar zijn. In een vergaderverslag kan de naam van de ambtenaar dan worden gezwart.
Zie ook de uitspraak van de Raad van State over de motivering per alinea.