VVOJ-leden uit Nederland en Vlaanderen zijn neergestreken op de wereldconferentie voor onderzoeksjournalistiek in Hamburg. Zij doen verslag van sessies die de Lage Landen moeten inspireren. In deze aflevering: het beschermen van klokkenluiders.
Yvonne van de Meent
“Ik zou klokkenluiders altijd aanraden hun identiteit níet bekend te maken”, stelt Frederik Obermaier, onderzoeksjournalist bij de Süddeutsche Zeitung. “Dat is lastig, want je kan moeilijker controleren of het materiaal authentiek is. Maar het kan, kijk maar naar John Doe.” Samen met zijn collega Bastian Obermayer (geen familie) initieerde hij het internationale onderzoek naar de Panama Papers die in 2014 in hun bezit kwamen na een mysterieus bericht. “Hello. This is John Doe. Interested in data?” Onder voorwaarde dat John Doe anoniem zou blijven – ‘no meeting, ever’ – en er alleen gechat kon worden over de versleutelde bestanden kregen de Duitse journalisten 11,5 miljoen documenten van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca in handen, waarmee wereldwijde belastingontduiking door belangrijke politici, zakenmensen, sporters en andere publieke figuren werd blootgelegd.
Op de MS Stubnitz, een voormalige vissersboot die in de haven van Hamburg ligt en dienstdoet als cultureel centrum, spraken naast Obermaier, een wetenschapper en twee NGO-directeuren. “Nog niet zo lang geleden hoorden klokkenluiders martelaren te zijn. Pas als ze hun baan verloren of vervolgd werden, waren het echte klokkenluiders”, stelt Anna Meyers, directeur van het in Glasgow gevestigde Whistleblowing International Network (WIN). In veel Europese landen worden klokkenluiders tegenwoordig beschermd, maar de regelingen zijn verre van waterdicht. Klokkenluiders lopen nog steeds het risico hun baan te verliezen of vervolgd te worden. Of ze worden kapot geprocedeerd.
Dankzij de datasporen die gebruikers van digitale media achterlaten, is de identiteit van een klokkenluider vaak eenvoudig te achterhalen. Gevoelige informatie versleuteld delen is niet genoeg. “De realiteit is dat klokkenluiders zich al bij het eerste contact met een journalist, kwetsbaar maken”, stelt onderzoeker Julie Posetti, auteur van de Unesco-studie Protecting journalism sources in the digital age. “Journalisten zouden een veilig eerste contact mogelijk moeten maken, zoals regel 2 van de Perugia beginsels luidt”, vindt zij. “Je moet potentiële klokkenluiders misschien adviseren om contact op te nemen via een ouderwetse brief”, vult Obermaier aan.
Het vorig jaar door Europese en Amerikaanse media opgerichte The Signals Network richt zich op klokkenluiders die informatie met journalisten delen. “Dat kan over politiek gaan, over voetbal of metoo”, zegt directeur Delphine Halgand. De jonge organisatie verdedigt de rechten van klokkenluiders, maar traint ook journalisten in de omgang met kwetsbare bronnen.
“Nuttig”, vindt Frederik Obermaier. “Ik heb in het verleden niet voldoende nagedacht over de omgang met klokkenluiders. Zodra ik de informatie had die ze naar buiten wilden brengen, keek ik niet meer naar ze om. Terwijl klokkenluiders serieus gevaar lopen.” Journalisten moeten al voor de informatieoverdracht nadenken over de veiligheid van hun bronnen en weten waar je terecht kunt als je tegen problemen aanloopt, vindt hij nu. Klokkenluiders die makkelijk te ontmaskeren zijn omdat er maar een paar mensen over de gelekte informatie beschikken, moet je tegen zichzelf in bescherming nemen. “In zo’n geval moet je niet publiceren”, vindt Obermaier.
Er zijn media die het niet toelaten dat journalisten met anonieme bronnen werken. Hoe zou je daarmee omgaan, vraagt een workshop-deelnemer. “Als de hoofdredactie wil weten wie de klokkenluider is, moet de organisatie ook de verantwoordelijkheid nemen voor de ondersteuning van de klokkenluider. Daar is geld voor nodig. Om de juridische kosten te dekken, om psychologische hulp te bieden”, stelt Obermaier.
“Die verantwoordelijkheid moeten mediaorganisaties nemen”, vindt ook Delphine Halgand. “Want klokkenluiders spelen een essentiële rol bij het blootleggen van wangedrag van machthebbers en hebben we nodig voor het versterken van de democratie.”