Hoe fascinerend ook, het is geen hoopgevend verhaal dat Judith Spanjers, onderzoeksjournalist bij Follow The Money, te vertellen heeft over de Nederlandse zorgsector. In het ondoorzichtige struikgewas van de zorgfinanciering is het volstrekt onduidelijk waar ons zorggeld aan wordt uitgegeven. En wie controleert wie?
Met zo’n intro ligt het antwoord op die laatste vraag voor de hand: niemand. En wie zich wel bezighoudt met controle, doet dat vaak met te weinig middelen, in een te klein toezichtsgebied of door ondoordachte regelgeving met één hand op de rug gebonden. En daar zien we de open vlakte waarop de ‘zorgcowboys’ bijna ongehinderd kunnen ronddraven. Nu is het altijd oppassen met metaforen uit het Wilde Westen, maar in een sector waarin door sommige partijen zelfs dreigementen niet worden geschuwd, zijn zulke vergelijkingen niet per se misplaatst.
Waar draait het om? In Nederland wordt minimaal 1 miljard euro aan zorggeld niet aan het leveren van zorg besteed. Het geld dat onder aan de streep overblijft, wordt gebruikt om te investeren, maar verdwijnt ook in de zakken van (directeuren van) zorgbedrijven, die vrijwel ongecontroleerd hun gang kunnen gaan. Kwaliteitscontrole ontbreekt vrijwel geheel: een stad als Arnhem telt 762 gecontracteerde aanbieders en 1350 zogenaamde PGB-aanbieders, via wie het persoonsgebonden budget (pgb) wordt doorgeleid. Van zo’n veertig bedrijven is de kwaliteit gecontroleerd door de GGD of de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Van alle Arnhemse zorgbedrijven zijn tot nu toe slechts zo’n vijftien (!) daadwerkelijk gecontroleerd op frauduleus handelen. Wat de rest doet, welke zorg of service zij verlenen: zegt u het maar. Klachten die bij diverse instanties binnenkomen over zorgaanbieders, worden weliswaar doorgestuurd naar het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ), maar dat is geen garantie dat er ook daadwerkelijk onderzoek wordt gedaan. Dat bepaalt elke instantie uiteindelijk zelf.
In de vijf jaar die Judith Spanjers inmiddels vrijwel voltijds heeft besteed aan haar onderzoek naar de structuren van ons zorgsysteem, is haar opgevallen dat zorgaanbieders doorgaans op hun blauwe ogen worden geloofd, terwijl gedupeerde cliënten hemel en aarde moeten bewegen om überhaupt serieus te worden genomen. Het helpt daarbij niet, vertelt ze, dat deze mensen vaak erg boos zijn – of wat warrig in de manier waarop ze hun verhaal doen, waardoor ze minder geloofwaardig kunnen overkomen. Maar als je als journalist de moeite neemt naar ze te luisteren en hun claims vervolgens goed onderzoekt, dan hebben ze vrijwel altijd gelijk. Het blijkt erg moeilijk om in ons ingewikkelde systeem van rechten en plichten en vergoedingen de juiste zorg te ontvangen en daarvoor ook het juiste bedrag te betalen. Zo is het maximaal declareerbare bedrag per zorguur via het pgb 63 euro. Dat kan dus ook minder zijn, maar welke patiënt weet dat? Wie heeft het door als voor elk uur automatisch het maximumbedrag wordt geclaimd, wie weet dat daarover best kan worden onderhandeld? Zeker mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben, zijn sterk afhankelijk van hun zorg en zullen niet snel klagen. Als ze dat doen, lopen ze het risico het dak boven hun hoofd kwijt te raken.
Goed verdiend
Wie zich wil verdiepen in de structuren van de zorg, moet een hoofd hebben voor afkortingen. We hebben te maken met de ZVW, de WLZ, de Wmo, de Jeugdzorg en de forensische zorg, waarbij instanties als de IGJ, ZN, NZA, ISZW, IJenV, gemeenten, de FIOD en het OM een rol kunnen spelen. Soms als financier, soms als controleur, soms als beide. Welke van deze instanties houdt toezicht op de talloze zorgkantoortjes die er de afgelopen jaar bij zijn gekomen? Een cliënt in de zorg kan jaarlijks tussen de 30.000 en 80.000 euro opleveren; er wordt dus wel degelijk goed verdiend in de zorg. Waar 3 procent marge in de zorg wordt gezien als normaal, hanteren de zorgcowboys vaak marges die naar 10, 20, 30 procent of zelfs meer gaan. En hun winsten worden niet geïnvesteerd in de zorg, maar gaan naar de directeuren of worden geïnvesteerd in vastgoed.
Hoe krijg je als journalist nu inzicht in deze complexe materie? De eerste stap is: praten met cliënten. Neem klachten serieus, luister goed naar het verhaal en ga op onderzoek uit. Via de Kamer van Koophandel en Company.info kun je veel te weten komen over de zorg-bv’s en op de site Jaarverantwoordingzorg.nl kun je de jaarrekeningen checken. Hoe zit het met de huisvestingskosten, de salarissen, wordt er dividend uitgekeerd? Werkt het kantoor veel samen met andere bedrijven, waardoor makkelijker potjes geld heen en weer kunnen worden geschoven? Hebben ze veel vastgoed, hoe hoog is het personeelsverloop? Het zijn allemaal indicatoren dat het binnen zo’n bedrijf niet alleen om het leveren van goede zorg draait. Ook de directeuren zelf zijn interessant onderwerp van onderzoek. Hebben ze veel bedrijven gehad, zijn ze vriendjes met de mensen uit de Raad van Toezicht, zijn ze eerder failliet gegaan?
Onduidelijke afspraken
Het feit dat kleine zorgbedrijven de grootste winsten maken in de zorgsector, is een teken aan de wand. Wie daarnaar onderzoek doet, stuit op een falend controlesysteem, waarbij klachten vaak niet worden gehoord. Advocaten krijgen maar een paar uur vergoed, terwijl het vaak ingewikkelde en langdurige zaken betreft, zorgafspraken zijn geregeld onduidelijk, gemeenten houden zich afzijdig (‘Wij zijn geen contractpartij’) en cliëntondersteuners zijn vaak passief. En daar waar wordt gewerkt met vaste maandbedragen – en de afzonderlijke uren dus niet hoeven te worden verantwoord – is het vrijwel onmogelijk achteraf vast te stellen of de juiste (hoeveelheid) zorg is geleverd.
Judith Spanjers, voormalig journaliste van Omroep Gelderland, heeft zich niet voor niets al vijf jaar vastgebeten in de zorg. Het begon ermee dat ze zich verbaasde over het feit dat kleine zorgaanbieders in korte tijd miljonair kunnen worden door het bieden van zorg aan kwetsbare cliënten en dat de overheid niet of nauwelijks ingrijpt. Daarin is weinig veranderd, maar ze heeft met mooie verhalen bij Omroep Gelderland en Follow The Money inmiddels wel blootgelegd op welke manieren het huidige systeem zichzelf in de staart bijt. En ondanks de ondoorzichtigheid van alle structuren en de tegenwerking bij haar onderzoeken, heeft zij – en alle collega’s die lokaal en regionaal de zorg willen onderzoeken – één troost: de cliënt weet alles. Hoeveel zorg is geleverd, welke rekeningen zijn ingediend en wat is vergoed: als het goed is, beschikt de cliënt over alle informatie die zijn of haar zaak betreft. En van daaruit valt een hoop onderzoek te doen.