Conferentie, Kenniscentrum

Verslag VVOJ09: ‘Maak er een verhaal van’

Titel: ‘Maak er een verhaal van’
Spreker
: Mark Kramer
Moderator: Anja Vink
Datum, tijd, plaats: Vrijdag 27 november 2009, 14.00 – 15.15 uur Zaal 2S240
Aantal deelnemers: 40
Verslag: Marijke de Vries

Het is druk in zaal 2S240 op de School voor Journalistiek in Utrecht waar Mark Kramer alvast een voorproefje komt geven van zijn afsluitende masterclass ‘narrative journalism’ van de VVOJ-conferentie 2009. De vijftien stoelen in het lokaal zijn al bezet en links en rechts wurmen mensen zich langs mij naar binnen. In de rechterachterhoek staan wat mannen en vrouwen ongemakkelijk tegen de vensterbank geleund.
Ik krijg al kramp van het idee zo een verslag te moeten tikken van deze bijeenkomst. Dan maar op de grond zitten. Wanneer ik mijn jurk recht trek, maak ik met de haak in mijn nagel twee halen in mijn panty. Er komen nog steeds nieuwe mensen binnen, die over en tussen de aanwezigen doorklauteren. Het blauwe tapijt kriebelt en het wordt al gezellig warm in het lokaal.
Afwachtende blikken wanneer Mark Kramer – een niet al te grote man met een grijzend baardje – binnenwandelt. Plompverloren begint hij: ‘Gisteravond is bij een brand aan de Hoofdweg een baby van vier maanden omgekomen. Om acht uur kreeg de brandweer melding van de brand. Omstreeks middernacht was het vuur onder controle. De brand ontstond vermoedelijk door kortsluiting, aldus commandant van de brandweer Jansen.’*

Met een zelfvoldane glimlach kijkt de ‘narrative journalism’ – goeroe het lokaal rond, trekt zijn jasje uit en zegt ‘that’s crazy talk, right?!’ Zo’n angstige, dramatische situatie waar de dood ons in de ogen kijkt kun je niet afdoen met wat feitjes en termen, vindt Kramer. ‘It ignores people! It ignores the force of nature! It ignores questions of danger!’
De oprichter van de Nieman conference on narrative journalism heeft zichtbaar plezier in het vertolken van zijn boodschap: we moeten af van het ‘inverted pyramid’-model dat journalisten doorgaans hanteren bij het schrijven van nieuwsberichten. Het is een achterhaald model uit een tijd dat kranten weinig ruimte hadden en berichten dus zo kort mogelijk moesten zijn. Een tijd bovendien waarin mensen zich nog als grote algemene groep lieten aanspreken.
Deze tijd heeft andere (journalistieke) behoeftes, gaat Kramer verder, terwijl ik ongemakkelijk op de grond zit te schuiven. Mijn ene been slaapt en mijn rug zeurt. Ik heb moeite me te concentreren en waarom spreekt die Kramer soms op bijna fluistertoon? Ik hoor hem ‘the narrative journalism movement’ noemen. Journalisten moeten verhalen vertellen die er voor de lezer toe doen, en zij moeten hun verhaal zo vertellen dat de lezer vergeet dat hij de krant leest.
Concreet betekent het dat journalisten moeten proeven, voelen, ruiken, luisteren en kijken, wanneer ze op pad zijn. Een journalist moet niet simpelweg een interview plannen, maar de mogelijkheid creëren om te kunnen toekijken, rond te lopen, aanwezig te zijn. Op die manier kan hij omslagpunten, gevoeligheden en problemen herkennen en loskomen van vooroordelen en vooronderstellingen.
Met alle opgedane indrukken ga je terug naar de redactie om ‘from the ground up’ je verhaal te componeren: een structuur kiezen en vervolgens karakters introduceren en verhaalelementen toegevoegen. De structuur, benadrukt Kramer, is belangrijk omdat het de emoties van je lezer zal vormgeven.

Kramer oreert verder: net zo belangrijk als de structuur van je verhaal is je ‘stem’. Die geeft een bepaalde lading of emotie aan het verhaal mee, zónder daarbij in algemeenheden (‘hij nam een slok koffie’) of voor de hand liggende ‘conservatieve’ emoties (woede, sentimentaliteit, vaderlandsliefde) te vervallen. Leidinggevend zijn je eigen reacties en gevoelens, die zijn representatief voor de reacties van je lezer, aldus Kramer.
Dat betekent, benadrukt Kramer, dat je van de honderd details die je tijdens je research noteerde, je misschien maar vier gebruikt, maar die keuze moet je pas aan het bureau maken. En volgens Kramer kost dat niet per sé meer tijd. ‘All it takes is imagination and an editor to say yes’.
Kramers pleidooi klinkt af en toe enigszins gemakkelijk. Niet iedereen is daarom onmiddellijk overtuigd. Hoe glijd je niet uit met zo’n persoonlijk verhaal? ‘You should be ‘a real person’ as a journalist. You have to establish your credibility.’ Maar moeten media niet gewoon bij de feiten blijven? Kramer: daar is de wereld te ingewikkeld voor. Bovendien willen mensen verhalen horen, die onthouden ze ook beter. ‘Maar’ klinkt het vanuit het publiek, ‘van een diner verwacht ik amusement, van de krant feiten.’ En wat als ik zoveel karakters met tegengestelde meningen heb dat ik niet meer weet wie er gelijk heeft? ‘Maak verbindingen tussen de karakters in je verhaal’.
Ik slaak een zucht, wrijf over mijn pijnlijke rug en bedenk dat ik nog wel wat coaching in ‘narrative writing’ kan gebruiken. Kramer heeft immers overal een antwoord op, maar concrete handvatten heeft hij niet iedereen kunnen geven.

* Dit is geen letterlijke weergave van het voorbeeld, maar de strekking van Kramer’s voorbeeld.

Gerelateerde artikelen

conferentie-1x

De onderzoeksjournalistiek bloeit, dat bleek wel tijdens de wederom uitverkochte VVOJ Conferentie 2024. Maar liefst 500 deelnemers waren vrijdag 15 en zaterdag 16 november bijeen in de prachtige locatie De Doelen in Rotterdam. Bijna twee keer zoveel als een paar jaar geleden.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk