Door Arnold Karskens en Kees Schaap
Samenvatting:
De bewegingsvrijheid van journalisten die meegaan met het Nederlandse leger naar Uruzgan is beperkt. Wat zich buiten de poorten van de militaire basis afspeelt blijft meestal een mysterie. Bovendien moeten verhalen of reportages voor publicatie door het ministerie van Defensie zijn goedgekeurd. Journalist Arnold Karskens had geen last van deze censuur want hij ging voor Zembla zonder de bescherming van het leger naar Uruzgan. Hij spreekt met burgerslachtoffers en verbitterde Afghanen in een gebied dat bijna volledig is overgenomen door de Taliban en waar de Nederlandse militairen vooral bezig zijn met hun eigen veiligheid.
Toelichting
Zonder legerparaplu in Afghanistan
Oorlogsverslaggever Arnold Karskens waagt zich in tegenstelling tot andere journalisten zonder militaire bescherming buiten de poorten van Kamp Holland. Zijn onafhankelijkheid maakt hem niet geliefd. Ondanks tegenwerking van Defensie slaagde hij erin voor Zembla vast te leggen hoe de Afghaanse bevolking werkelijk denkt over de komst van het Nederlandse leger.
Door Kees Schaap
Het idee voor Uruzgan ongecensureerd ontstond in juli 2006. Enige maanden daarvoor hadden wij het besluitvormingsproces over de Nederlandse missie naar Uruzgan op de korrel genomen in de Zembla-documentaire Een levensgevaarlijke missie . Defensievoorlichting liet na die uitzending doorschemeren dat alle journalisten welkom waren om embedded mee te gaan naar Uruzgan, behalve journalisten van Zembla. In onze ogen: elke journalist is welkom, behalve als hij kritisch is. Vanaf het begin zat er dus een onfris geurtje aan het beeld dat Defensie naar buiten bracht over de weldaden van onze ISAF jongens in Uruzgan. Dat Defensie vervolgens de informatiestroom trachtte te monopoliseren, vonden wij journalistiek niet acceptabel.
Er zat maar één ding op: zelf op onderzoek uit gaan in Uruzgan. Op dat moment meldde onafhankelijk journalist Arnold Karskens zich bij onze redactie.
Karskens was een half jaar eerder ook in Uruzgan geweest. Hij wilde nog wel een keer gaan. Hij was de enige Nederlandse journalist die het aandurfde om zonder de paraplu van het leger te werken. En hij stelde dezelfde vragen als de redactie van Zembla:
- Leidt de komst van de Nederlandse ISAF troepen tot meer veiligheid in de regio?
- Wie zijn de Afghanen tegen wie wij daar vechten?
- Worden er burgerslachtoffers gemaakt? Welk effect heeft dat op de loyaliteit van de burgers van Uruzgan?
- Wat wordt bereikt of kan bereikt worden op het gebied van wederopbouw?
- Welk effect heeft de missie op de bevolking?
We besloten dat Karskens als one-man-crew naar Urzugan zou vertrekken. Ik zou vanuit Nederland de regie voeren en zorgen voor ondersteuning en verificatie. Ook de montage nam ik voor mijn rekening: als redactie wilden we het knippen en plakken in eigen hand houden.
Weinig kritiek
Zowel Karskens als ik zijn Afghanistanveteranen. We weten uit ervaring welk effect soldaten met een wederopbouwdroom, wapens en een zak geld op de feodale heren van Afghanistan hebben. De Afghaanse krijgsheren plukken hen kaal en grijpen naar de wapens zodra iemand zich met hun zaken bemoeit. En dan hebben we het alleen nog maar over het hele kleine gebied dat onder controle van ISAF staat.
In de vaderlandse pers is maar weinig scepsis over de militaire missie in Uruzgan. Niet verwonderlijk: journalisten horen alleen verhalen van militairen en verlaten Kamp Holland nooit zonder militair escorte. Het verbaast mij zeer dat journalisten denken dat militairen en een handvol tolken – indringers en verraders in de ogen van de plaatselijke bevolking– een waarheidsgetrouw beeld van Afghanistan kunnen schetsen.
Ik ben absoluut niet tegen het leger, maar: het leger als enige informatiebron accepteren? Terwijl datzelfde leger in een de facto oorlog verwikkeld is? Dat is geen journalistiek om trots op te zijn.
Karskens heeft zichzelf tot taak heeft gesteld om de beweringen van machthebbers in conflictgebieden te checken en te controleren. Hij is een onderzoeksjournalist in de meest simpele en pure vorm. Zijn onafhankelijkheid maakt hem niet geliefd. Niet bij Defensie, maar ook niet bij collega’s. Hij confronteert hen impliciet en soms ook expliciet met hun nalatigheid.
Vaak wordt Karskens verweten dat hij onder de vleugels van lokale gouverneurs of lokale machthebbers werkt en dus eigenlijk ook embedded is. Dat verwijt snijdt geen hout. Iedere journalist die in conflictgebieden heeft gewerkt weet dat je altijd anderen nodig hebt om je veilig te kunnen verplaatsen. Pas als diegenen censuur gaan uitoefenen of je beperken in het zoeken naar andere bronnen, ben je als journalist afhankelijk geworden.
Afgeschoten poot
Karskens was bang dat Defensie hem zou dwarsbomen en daardoor in gevaar zou kunnen brengen. Daarom hebben we het project in het diepste geheim voorbereid en uitgevoerd. Zijn vrees bleek gegrond.
In mei 2006 had Joop Veen, directeur van Defensievoorlichting, aan de Nederlandse pers beloofd ook ‘unembedded’ journalisten in Kamp Holland toe te laten. Maar toen Karskens in september 2006 gesignaleerd was op weg naar Tarin Kowt kregen de poortwachters van Kamp Holland een merkwaardig dienstbevel: ‘Karskens komt er niet in, tenzij hij met een afgeschoten poot voor de poort staat.’ Dit is ter plekke opgetekend door een journalist van het Algemeen Dagblad. Het incident ging aan Karskens voorbij. Hij was überhaupt niet van plan was zich te melden aan de poort, maar het is veelzeggend.
Daar bleef het niet bij. Defensie verspreidde onder journalisten – waaronder mijzelf – het gerucht dat Karskens onaangekondigd het ziekenhuis zou zijn binnengekomen waar militairen van het PRT (Provincial Reconstruction Team) gesprekken voerden over hulpverlening. Karskens zou zonder toestemming vrouwen hebben gefilmd en daardoor de hulpverlening door ISAF in gevaar hebben gebracht. Maar het filmmateriaal laat iets anders zien. Karskens was op uitnodiging van de directeur aan het filmen in het ziekenhuis. Het bleken juist Nederlandse ISAF soldaten te zijn die onaangekondigd het ziekenhuis betraden en vervolgens het vrouwenvertrek binnenwandelden.
Als klap op de vuurpijl roddelde de commandant van het PRT tegen de gouverneur dat Karskens belastende informatie over hem zou hebben gelekt aan een journalist van Spits. Deze informatie zou afkomstig zijn van de persoonlijke woordvoerder van de gouverneur. Maar noch de woordvoerder noch Karskens had enige reden om deze informatie aan anderen door te spelen. Los daarvan bracht deze roddel beiden in direct gevaar: Afghanistan is geen land waar kwaadsprekerij zonder gevolgen blijft.
Gevoeligheden
Ondanks deze tegenwerking wist Karskens een aantal gevoelige plekken van de ISAF missie in Uruzgan bloot te leggen:
- De bevolking in de door ISAF gecontroleerde gebieden ziet geen onderscheid tussen Amerikanen en Nederlanders. De burgerslachtoffers die zij maken worden dus ook de Nederlanders aangerekend.
- De bevolking neemt het ISAF kwalijk dat die geen actieve strijd voert om de Taliban uit te schakelen. De Taliban is daardoor opgerukt tot aan de grenzen van Tarin Kowt.
- De huidige gouverneur is nog steeds machteloos en niet in staat zijn eigen politie adequaat te bewapenen. In de frontlinie zijn politiebeambten onderbetaald en bewapend met kapotte geweren.
- Oorlogvoering vanuit de lucht zorgt voor burgerslachtoffers . De steun van de bevolking aan ISAF kan daardoor omslaan in steun aan de Taliban. Karskens signaleert dit in gesprekken met plattelandsbewoners.
- Voor de bevolking is het onderscheid tussen Taliban en gewone burgers niet zo eenduidig als voor ISAF. De Taliban in de lokale politiegevangenis worden goed behandeld en genieten zelfs enige status.
- Van wederopbouw kan geen sprake zijn in gebieden die je niet onder controle hebt. Dat beperkt de ontwikkelingsprojecten tot het stedelijke gebied van Tarin Kowt en Deh Rahwood. Zelfs daar lijkt weinig structurele ontwikkeling mogelijk.
Later zijn veel van deze bevindingen bevestigd. Soms door andere journalisten, soms door militairen zelf. Karskens opende een discussie die helaas weer snel verstomde.
Enkele maanden later keerde hij weer naar Tarin Kowt terug. Hij constateerde dat Nederlands ontwikkelingsgeld in de zakken van lokale machthebbers verdween zonder dat het Nederlandse PRT dat in de gaten had.