Ondanks de uitdijende berichtgeving over de kredietcrisis, zijn sommige cruciale vragen nog niet bevredigend beantwoord. Hoe lastig het ook is om door te dringen tot de binnenwereld van bedrijfsleven en banken, journalisten moeten het wel proberen, bepleitte NRC Handelsblad-redacteur Maarten Schinkel tijdens het drukbezochte VVOJ Café maandagavond 9 februari.
Sprekers: Maarten Schinkel (NRC Handelsblad) en Peter van Zadelhoff (RTL Z)
Gespreksleider: Miro Lucassen
Datum: 9 februari 2009
Locatie: Zaal Grand Café-Restaurant 1e Klas, Amsterdam
Verslag: Arno Kersten, 10 februari 2009
Economische rampspoed betekent gouden tijden voor financieel-economische redacties van dagbladen en nieuwsrubrieken. Omgekeerd evenredig aan de diepte van de crisis floreren ze in mankracht en aanzien. “We zijn even king of the hill”, zoals Schinkel het noemt. Ze krijgen ruim baan in de kolommen. Drie pagina’s extra in de weekend-editie? Geen probleem.
“De laatste anderhalf jaar staan we binnen de krant weer in de belangstelling”, zegt Schinkel. Het is niet alleen de bezetting die toeneemt. Voorheen waren er drie redacteuren om het fiscale jargon te duiden, nu raakt die kennis flink verbreed. “Collega’s worden te hulp geroepen, gaan erover schrijven. Als ik zie wat het resultaat is, ben ik best trots.”
“En mensen zien dat economie ook best leuk is”, grijnst collega-spreker Peter van Zadelhoff van RTL Z.
Ook bij RTL Z zijn ze dag en nacht bezig met de economische maleur. De hoeveelheid uitgezonden televisieminuten en onheilsadjectieven brengen het gevaar van verzadiging dichterbij, weet eindredacteur en presentator Van Zadelhoff. “We hebben een zwarte lijst aangelegd van woorden die we niet meer willen gebruiken”, vertelt hij. Superlatieven raken rap onderheving aan inflatie. Zoals de term ‘bloedbad’, die Zadelhoff voorlopig weer in de kast laat. “Die hebben we volgens mij maar één keer gebruikt.”
Scoop
Een onvermijdelijke vraag is of media met hun berichtgeving de crisis juist hebben versterkt. “Wat mij vaak opvalt is de reflex in de journalistiek: nee, we hebben niks verkeerd gedaan. Ik denk dat media paniek hebben aangewakkerd. Maar die paniek was er al”, reageert Van Zadelhoff. Er niet over berichten, is ook geen optie.
Volgens NRC-redacteur Schinkel liep de journalistiek in deze crisis juist voortdurend achter de feiten aan. “Ik kan me haast geen scoop herinneren die een grote rol heeft gespeeld. De crisis was de journalistiek steeds voor. Dat pleit ons enigszins vrij van een aandeel.”
Een ouderwetse scoop scoren is in de financiële wereld sowieso geen sinecure. Vanwege de meldingsplicht moeten bedrijven feiten die voor beleggers van belang kunnen zijn direct naar buiten brengen. Schinkel: “Als je je scoop gaat checken bij het bedrijf, moeten ze gelijk reageren en de informatie openbaar maken. Weg scoop. Met een reconstructie valt nog wel wat te halen, dat hebben we ook een aantal keren gedaan.”
Krochten
De eerste fase van het economisch onheil, met name de aanloop in de Verenigde Staten, gold vooral als een ver-van-m’n-bed-show. De journalistieke antennes werden geprikkeld toen de kredietcrisis niet langer beperkt bleef tot “de krochten van de financiële markten”, om met Schinkel te spreken. “Het is als met onweer. De flits zie je meteen, de donder komt later. Die donder horen we nu, die voelbare, tastbare gevolgen. Dat geeft mensen het gevoel: het komt onze kant op.”
Volle kracht vooruit voor Van Zadelhoff en zijn collega’s, die bij RTL een groot deel van de dag door berichten produceren. Een stapel jaarcijfers waar zijn bureau van doorbuigt, ziet hij in een kwartiertje te bewerken tot een puntig nieuwtje met de hoofdlijnen. “Het kan geen kwaad om zo’n verslag later nog eens te bekijken. Gevoelige zaken staan niet met kapitalen op pagina één”, aldus de televisiemaker.
Maar in hoeverre kun je eigenlijk vertrouwen op de feiten die het bedrijfsleven je aanreikt?
Een korte stilte.
“Goede vraag”, antwoordt Schinkel.
Wezenlijke zaken als interne verhoudingen of wantrouwen binnen een raad van bestuur vind je niet vermeld in de financiële balans of de exploitatierekening. “Ik wist niet dat ze elkaar bij ABN de tent uitvochten, tot ik De Prooi van Jeroen Smit las”, aldus Van Zadelhoff.
Opgave
Vroeger kwam Schinkel bij ABN nog wel eens op de nieuwjaarsborrel, waar er altijd wel iemand iets losliet. Maar ook die tijden zijn veranderd. Doordringen tot de werkelijkheid achter de cijfers, ervaren Van Zadelhoff en Schinkel als de ware opgave. Lukt het een Britse kwaliteitskrant als de Financial Times beter omdat de redacteuren in het Londense Financial District dagelijks tussen hun onderzoeksobjecten vertoeven? Moet je als financieel-economisch redacteur naar hetzelfde café als de bestuursvoorzitter? Of een huis in dezelfde buurt betrekken?
“Daarvoor is mijn salaris niet toereikend”, luidt het melige antwoord.
Een raad van bestuur weet soms zelf ook niet wat er nou precies aan de hand is, of wat er werkelijk in de hypotheekportfeuille zit. Je mag niet zomaar verwachten dat journalisten zulke misstanden blootleggen als iedereen het spoor bijster is, en zonder in de boeken te mogen neuzen.
Hoe kijken we hier over vijf jaar op terug, vraagt de gespreksleider. Hebben we de crisis dan in kaart gebracht? De zoektocht naar schuldigen, de who-dunnit van de kredietcrisis, is volgens Schinkel “vrij loos”. Je kan een paar voor de hand liggende gezichten aanwijzen, maar veel schiet je er niet mee op.
Hij beaamt een pleidooi uit de zaal, dat redacties zich meer op de bedrijven zelf zouden moeten richten. We doorgronden nog steeds niet wat er écht gaande is, terwijl de journalistieke aandacht zich al weer verlegt naar de rol van de politiek en het halen van Haagse quootjes. Onderzoek doen, klinkt de oproep, in plaats van reacties peilen.
Zijn er dan geen mensen op redacties die zelf van zo’n bedrijf komen?, oppert iemand in de zaal.
“Die gaan nu wel elders solliciteren”, grapt Van Zadelhoff. “Dat is weer een voordeel van de crisis.”
Roodkapje
De zaal informeert – een klein zijpaadje – naar de financiële malaise waarin uitgeverij PCM is gestort na de overname en verkoop door de Britse investeringsmaatschappij Apax, die het bedrijf met enorme schulden achterliet. Dat de financieel journalisten van de PCM-kranten zelf waakzamer hadden moeten zijn, bestrijdt Schinkel. Welke les valt er uit die ervaring te leren, wil de gespreksleider weten. “Hoe wreed private equity is”, zegt Schinkel.
“Maar dat weet je toch”, reageert Van Zadelhoff. “Het is geen roodkapje die je in huis haalt.”
Schinkel: “Wat me heeft verbaasd is de schaamteloosheid.”
Lees ook:
* Een verslag van Maarten Reijnders op DeNieuweReporter
* VVOJ: Heeft de kwaliteitsjournalistiek een aandeel in de kredietcrisis?