Kasper van Laarhoven en Huib de Zeeuw spraken mensenrechtenactivisten, vluchtelingenorganisaties, asieladvocaten en Soedanezen in Nederland. Ze werkten samen met onderzoekscollectief Lighthouse Reports en een Franse journalist die vergelijkbaar onderzoek deden. Contacten uit Van Laarhovens tijd in Soedan en een lokale fixer, hielpen verder bij het opsporen van uitgezette asielzoekers.
De verhalen van deze Soedanezen werden vergeleken met die van hun advocaten, vrienden en familieleden en andere bronnen, zoals foto’s en rapporten van artsen. De getuigenissen kwamen overeen met wat een naar België gevluchte NISS-agent vertelde over de martel- en detentiemethoden van deze dienst.
NRC Wob-te Buitenlandse Zaken en Justitie. Na een gang naar de rechter werden uiteindelijk 2.400 pagina’s aan mailwisselingen, beleidsstukken en gespreksverslagen ontvangen. Hieruit bleek o.a. dat de IND op de hoogte was van de acties van het Soedanese regime. Een Wiv-verzoek aan de AIVD leverde overigens nauwelijks iets op.
De NRC-journalisten achterhaalden verder dat de Soedanese ambassade zich schuldig maakte aan spionage en dat de Soedanese ambassadeur Sirajuddin Yousif betrokken was bij een (verijdelde) aanslag. Dit verhaal kregen ze rond door in archieven van Amerikaanse kranten te duiken en Yousifs leven in kaart te brengen.