Kenniscentrum, Woo

‘We moeten vaker terug naar brondocumenten’

RTL-verslaggever Roel Geeraedts en de Wet Openbaarheid van Bestuur

Met de wob-procedure over de Vogelaar-wijken voegde Roel Geeraedts onlangs een succes aan zijn lijst toe, ook al gaat de minister in hoger beroep. Wobben is een manier om kale feiten boven tafel te krijgen, zegt de Haags verslaggever van RTL Nieuws tegen VVOJ-webredacteur Arno Kersten. “Als iedere redactie in Den Haag per jaar één onderwerp helemaal zou uitzoeken, dan zou je daar de nieuwsconsument een groot plezier mee doen.”

Tekst: Arno Kersten, 1 augustus 2008

Het is een principiële kwestie voor Roel Geeraedts, Haags verslaggever bij RTL Nieuws. Hij zit ruim een jaar achter de onderlinge rangorde aan van de veertig probleemwijken die minister Vogelaar wil opkrikken. Een wob-verzoek uit juni vorig jaar bracht hem via departementale commissiezaaltjes begin juli bij de Amsterdamse rechtbank. Die stelde hem in het gelijk: de juridische bezwaren die het ministerie aanvoerde tegen openbaarmaking zijn volgens de Wet Openbaarheid van Bestuur ongegrond. Maar hoe lang het duurt voordat de lijst het daglicht ziet, is ongewis. Vogelaar gaat in beroep, ook al stelde de rechter in zijn vonnis: ‘De rechtbank is niet gebleken dat er voor verweerder nog andere mogelijke weigergronden openstaan, die ertoe kunnen leiden dat openbaarmaking van de rangorde van de 40 wijken achterwege moet blijven.’

“Ik was er altijd van overtuigd dat wij in het gelijk zouden worden gesteld”, zegt Geeraedts. “Ik wist dat we de weigergronden van het ministerie zouden kunnen weerleggen. Net zoals ik vooraf al wel wist dat minister Vogelaar in beroep zou gaan. Als ze de rangorde straks toch moet prijsgeven, kan ze in elk geval zeggen dat ze haar best heeft gedaan om het tegen te houden. Ik dat dat het eerder politieke redenen zijn dan juridische.”

Ruim een jaar terug. Wat is dit nou, dacht Geeraedts toen hij vernam dat minister Vogelaar alleen vertrouwelijk aan een aantal Kamerleden de rangorde van de veertig probleemwijken had geopenbaard. “Zijn die documenten van de overheid, of is die informatie van de Nederlandse burger? Nou, volgens mij dat laatste.”

Groene Draeck
Vandaar dat hij een wob-verzoek indiende, en, eigenlijk zoals verwacht, aanvankelijk nul op het rekest kreeg. “De bezwaarcommissie bij het ministerie van VROM is een hoorcommissie: ze luisteren alleen. We hadden er weinig verwachtingen van.” Dat in tegenstelling tot een ervaring bij het ministerie van Defensie, toen Geeraedts documenten opvroeg over de Groene Draeck, een jacht van het Koninklijk Huis. “Daar zat een echte zware bezwaarcommissie, met onafhankelijke leden van buiten. Daar waren ze er ook snel uit. De voorzitter, zelf een ex-rechter, zei na vijf minuten dat er geen reden was dat we die documenten niet mochten krijgen. Ik viel bijna van mijn stoel. Het was voor het eerst dat ik dat meemaakte. Bij de meeste ministeries is er een puur procedurele hoorzitting: je mag even je wob-verzoek komen toelichten.”

Toen de formele bezwaarrondes de RTL-journalist niet verder brachten, wachtte de gang naar de Amsterdamse rechtbank. En die veegde het verweer van het ministerie van tafel.

Om te beginnen: de ‘extra stigmatisering’ voor de hoogst genoteerde wijken die volgens het ministerie van een onderlinge rangorde zou uitgaan, is geen wob-weigeringsgrond. Openbaarmaking kan wel geweigerd worden als een partij daar een ‘onevenredig nadeel’ van ondervindt. Dat is ook precies het enige formele wob-artikel (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g) waarop de verdediging van het ministerie was gebaseerd. Maar die onevenredigheid was volgens de rechter onvoldoende onderbouwd.

“Die wijken zijn al gestigmatiseerd, dat heeft de minister zelf gedaan door die veertig probleemwijken aan te wijzen”, aldus Geeraedts. “Dat onderschreef de rechter ook. Het ministerie moest aantonen waar hem die extra stigmatisering in zat. Ze kwamen aanzetten met tien jaar oude onderzoeken. Een week voor de zitting stond er nog een stukje in de krant dat in een van die probleemwijken de huizenprijzen juist waren gestegen, omdat daar nog betaalbare woningen staan. Dat kan dus ook.”

Formuleringen
Met zijn wob-verzoeken laat Geeraedts zich bijstaan door wob-kenner Roger Vleugels. “Hij is een beetje Mister Wob in mijn ogen, hij heeft zoveel wob-verzoeken gedaan. Hij haalt de valkuilen eruit, dat is toch wel erg prettig. Ik ben journalist en de wob is heel juridisch. Veel formuleringen bij een wob-verzoek luisteren nogal precies, zeker als het ook nog eens bij een rechtbank komt.”

“Zeker als het om veel en specifieke informatie gaat, is het handig om er iemand met kennis van het bestuursrecht naar te laten kijken. Journalisten hebben de neiging om heldere, duidelijke zinnen te maken, die onbedoeld een heleboel manieren open kunnen laten om je verzoek te omzeilen. Daar moet je voor oppassen. Het is zonde als het op een technisch punt mis gaat. En daar kom je pas achter als het te laat is.”

Het is dan ook niet zomaar dat Geeraedts zijn wob-procedure op persoonlijke titel voert. Hij koos bewust voor de formulering: ‘Ik, Roel Geeraedts, werkzaam bij RTL, etc.’ Waarom? “De overheid heeft geprobeerd om ons niet-ontvankelijk te laten verklaren, omdat RTL een Luxemburgs bedrijf is. Ik mag niet zomaar namens een buitenlands bedrijf de wob hanteren. Als ik briefpapier van RTL gebruik, vatten ze dat bij het ministerie op die manier op. Dat proberen ze overigens ook in een zaak over de brand in het Katshuis. Bij de Vogelaar-wijken had de rechter daar trouwens wel een aardige reactie op. Die vroeg aan de juristen van het minsterie of ze het zelf nou eigelijk relevant vonden, het gaat toch om de openbaarheid van die documenten?”

Primeurs
De wob heeft Geeraedts al een aantal aardige primeurs opgeleverd, over de kosten van het Koninklijk Huis bijvoorbeeld. Ook over de brand in het Katshuis heeft hij al een aardig dossier opgebouwd. Een wob-verzoek naar alle bestaande relevante documenten komt in augustus voor de rechtbank in Amsterdam, vertelt hij.

u

Wobben is niet voor de ongeduldigen; procedures kunnen jaren slepen, zoals Tegel-winnaar Ron Lodewijks van het Brabants Dagblad ondervond toen hij de afkoopsommen in het provinciehuis boven tafel wist te krijgen.

Het kabinetsvoorstel om de beslistermijn te verruimen vindt Geeraedts een slechte zaak. “Het zijn maximumtermijnen, maar door ministeries worden ze vaak als minimumtermijnen gehanteerd. Ook al hebben ze na een week al een besluit genomen, dan wachten ze tot de laatste dag van de termijn tot er bericht komt. Niet altijd met opzet, maar vaak ook wel. Bij die Vogelaar-wijken gaat het om één a-viertje, het is echt niet veel werk om te beslissen of je die vrijgeeft. Een verruiming van die termijn maakt het voor journalisten nog onaantrekkelijker om te wobben, denk ik.”

En wat Geeraedts betreft wordt er sowieso nog veel te weinig gewobt in journalistieke kringen. “Kijk eens hoe de wob wordt gehanteerd in landen als Engeland of Amerika. Daar wordt ‘ie ook gebruikt om grote hoeveelheden informatie op te vragen, waar je bijvoorbeeld trendverhalen uit kunt halen. Ga maar eens kijken op de websites van de ministeries, daar zie je hoe weinig wob-verzoeken er worden gedaan. Absurd weinig.”

Wantrouwen
Geeraedts: “Ik vind dat de journalistiek nog veel vaker terug moet naar brondocumenten, de naakte feiten zonder dat er een politiek of voorlichterssausje overheen zit. In Kamerbrieven wordt bijvoorbeeld summier naar een onderzoek verwezen. Vraag dat onderzoek eens op. En vaak zie je dat er dan één dingetje is uitgehaald dat voor die Kamerbrief goed van pas kwam, en dat een boel andere dingen zijn weggelaten. Dat is relevant voor de discussie in de Tweede Kamer, en voor de discussie in het land. Je mag wat mij betreft de overheid met een gezonde dosis wantrouwen tegemoet treden.”

“In de ogen van mijn redactie zijn wobs een goede manier om kritische journalistiek te bedrijven, anders dan alleen maar persberichtjes overschrijven. Het is echt niet de enige manier, maar wel een hele goeie.”

Geeraedts is panelgast bij het volgende VVOJ Café, in september. Nu nog Haags verslaggever gaat hij zich rond die tijd fulltime richten op journalistiek onderzoek. Waarom wordt er eigenlijk zo weinig onderzoek gepleegd door de parlementaire pers in Den Haag? “Ik heb er wel eens met collega’s over gesproken”, antwoordt hij. “Als iedere redactie in Den Haag per jaar één onderwerp helemaal zou uitzoeken, dan zou je daar de nieuwsconsument een groot plezier mee doen. Je krijgt veel meer kritische journalistiek. Het is lastig: redacties zijn ook weer niet zo groot, de werkdruk is heel groot. De waan van de dag blijft je domineren, de tijd om eens een dagje aan een groot dossier te besteden is er bijna niet. Dat is een van de redenen dat ik na acht jaar de Haagse redactie verruil voor de redactie in Hilversum. Die onderzoeksjournalistiek gaat me hier niet fulltime lukken, daarvoor moet ik weg uit Den Haag. Maar ik zal ongetwijfeld nog wel in Den Haag te vinden zijn. Ik blijf me op de overheid richten.”

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk