European Investigative Journalism Conference 2008
Panel session: EU lobbying: throwing light on the hidden decision-making of the European Union
Speakers: Erik Wesselius, moderator: Robert Sikkes
Date: 22 November 2008
Reporter: Bart Biesemans
Audience: 18 journalists
EU-Commissaris Siim Kallas noemt hun invloed één grote mythe en Amerikaans onderzoeksjournalist Mark Schapiro vindt de macht die hun toegeschreven wordt flink overschat.
Zijn de vijftienduizend lobbyisten die in Brussel actief zijn dan echt volledig onschadelijk voor de democratie? Niet als je het aan Erik Wesselius van Alter-EU (The Alliance for Lobbying Transparency and Ethics Regulation) vraagt.
“Er is veel te weinig transparantie en de Commissie is te klein voor het werk dat ze moet doen,” zegt hij.
Wesselius geeft een voorbeeld uit de auto-industrie: “Drie jaar geleden was de hele Europese Commissie het erover eens dat in de nieuwe regelgeving de maximale CO2 uitstoot per wagen teruggebracht zou worden van 200 naar 120 gram per kilometer.
Dat lag vast tot de lobby van de auto-industrie er zich mee ging bemoeien. Plots werden de commissieleden overvallen met allerlei bezwaren en specifiek Duitsland kreeg een duidelijke boodschap: er konden wel eens veel banen sneuvelen in de vele autofabrieken die de lidstaat telt.
Niet veel later was 130 gram per kilometer het nieuwe streefdoel van de Commissie.”
Voor Wesselius is het duidelijk: pressiegroepen vormen een groot probleem in Brussel.
“De moeilijkheden beginnen bij de Commissie zelf”, vertelt hij, “want eigenlijk is die te klein voor het werk dat ze moet doen. Dat maakt dat ze zeer open staat tegenover kennis van buitenaf. En daar komen die lobbyisten kijken.
Op zich zou er geen probleem zijn als de pressiegroepen van elke partij even groot waren, maar dat is niet zo. We hebben berekend dat twee derde van hen voor cooperative interest werkt, twintig procent voor public authority interest en slechts tien procent voor public interest.”
De Commissie zou moeten uitbreiden dus, maar ook dan zal nog geen 100 procent democratische besluitvorming gegarandeerd zijn, waarschuwt Wesselius:
“Telkens over een wet wordt nagedacht, richt Brussel expertengroepen op. In principe moeten alle leden daarvan zuiver neutraal zijn, maar met Alter-EU hebben we al vaak gemerkt dat dit niet zo is. Van alle 44 expertengroepen die nu bestaan, is in veertig procent geen maatschappelijke organisatie vertegenwoordigd en twee derde van de groepen wordt gedomineerd door het bedrijfsleven.”
Wesselius wijst ook op het gebrek aan transparantie bij de lobbygroepen.
“Nu kunnen we nog altijd niet nagaan welke lobbyist voor welke organisatie werkt en we weten ook niet welke bedragen daarmee gemoeid zijn.
Gelukkig is er recent wel verbetering gekomen: sinds één jaar bestaat er een register met de leden van verschillende expertengroepen en sinds enkele maanden is het ook mogelijk om na te gaan waaraan het EU-geld aan besteed wordt.
Laat ons hopen op genoeg daadkracht bij de Commissie om ook lobbyisten te verplichten om open kaart te spelen.”